KNM les 13 Geld

KNM
Les 13 Geld
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BurgerschapsonderwijsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

KNM
Les 13 Geld

Slide 1 - Slide

Inleiding
  • In Nederland betalen we met de euro
  • In veel landen van de Europese Unie gebruiken we de euro, maar niet overal.
  • In Zweden, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk betalen ze niet met de euro. 

Slide 2 - Slide

Betaalmiddelen
Je kunt op twee manieren betalen:
  • contant: met munten en biljetten
  • pinnen: met de pinpas/bankpas

! Als je geld uit de geldautomaat haalt, heet dat ook pinnen

Slide 3 - Slide

Betalen van rekeningen
Grote bedragen of rekeningen kun je op twee manieren betalen via de bank. Dat heet overschrijven
  • met de acceptgiro: een formulier waarmee je één keer iets overmaakt. Deze stuur je naar de bank. 
  • met een machtiging: je geeft het bedrijf toestemming om elke maand geld van jouw rekening af te schrijven. Deze stuur je naar het bedrijf. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Internetbankieren
Je kunt ook via internet betalen, met de computer, tablet of mobiele telefoon. Je hebt dan geen formulier meer nodig. 

We noemen dit:
  • internetbankieren
  • online bankieren

Slide 6 - Slide

Hoe gaat internetbankieren?

Slide 7 - Slide

Het bankafschrift
Als je een overzicht wilt hebben van je inkomsten en uitgaven, kun je die bekijken op je bankafschrift


Slide 8 - Slide

timer
3:00
Wanneer leen je geld?

Slide 9 - Mind map

Geld lenen
Je kunt geld lenen als je in één keer een grote uitgave hebt. 

Die lening moet je ook terugbetalen. Dat heet aflossen.
Je moet ook extra geld betalen voor de lening. Dat heet rente

Een lening voor een huis noemen we een hypotheek

Slide 10 - Slide

Geld sparen
Als je extra geld op je rekening zet, noemen we dat sparen

Voor dat sparen krijg je van de bank elk jaar een percentage (%) beloning. Dat noemen we ook rente.

Slide 11 - Slide

De laatste test

Slide 12 - Slide

Hoe noemen we het als je met biljetten en munten betaalt?
timer
0:30
A
automatisch
B
contant
C
pinnen
D
cash

Slide 13 - Quiz

Hoe noemen we betalen met een bankpas?
timer
0:30
A
contant betalen
B
banken
C
pinnen
D
innen

Slide 14 - Quiz

Waar moet je de acceptgiro naartoe sturen?
timer
0:30
A
naar Impuls
B
naar het bedrijf
C
naar de winkel
D
naar de bank

Slide 15 - Quiz

Wat is een ander woord voor online bankieren?
timer
0:30
A
online banken
B
tabletbankieren
C
internetbankieren
D
internetshoppen

Slide 16 - Quiz

Hoe heet het als je geld van iemand anders even mag hebben?
timer
0:30
A
sparen
B
lenen
C
aflossen
D
betalen

Slide 17 - Quiz

Hoe heet de lening van een huis?
timer
0:30
A
hypotheek
B
tekort
C
lening
D
rente

Slide 18 - Quiz