Zelfzorg noodanticonceptie

Zelfzorg noodanticonceptie
1 / 12
next
Slide 1: Slide
ZelfzorgMBOStudiejaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Zelfzorg noodanticonceptie

Slide 1 - Slide

Noodanticonceptie
Noodanticonceptie is een methode die het risico op zwangerschap verkleint nadat een vrouw recent onbeschermde gemeenschap heeft gehad. Noodanticonceptie wordt ook wel morning-afterpil (pil of spiraal)genoemd. 

Anticonceptie kan gericht zijn op het voorkomen van:
  • De ovulatie (pil, ring of pleister)
  • De bevruchting (condoom)
  • De implantatie van een bevruchte eicel (spiraaltje)

Slide 2 - Slide

Combinatiepil
Bij gebruik van de anticonceptiepil, is er geen sprake van een menstruatiecyclus en is er ook geen menstruatie. De pil wordt 3 weken achtereen ingenomen, waarna een stopweek van 7 dagen volgt. In deze week ontstaat een onttrekkingsbloeding. Deze is meestal minder hevig dan een menstruatie. 

In een combinatiepil zitten oestrogeen en progestageen. Deze stoffen zorgen ervoor dat er geen eisprong plaatsvindt, follikelgroei wordt geremd en de slijmprop wordt moeilijk doordringbaar voor zaadcellen.  Ook het baarmoederslijmvlies wordt minder geschikt voor het innestelen van een bevruchte eicel.

Slide 3 - Slide

De minipil
Deze pil bevat geen oestrogeen maar alleen progestageen. Deze pil slik je continue en er is dan ook geen stopweek. 

De anticonceptiering
Deze ring geeft gedurende 3 weken oestrogeen en progestageen af. Een vrouw brengt de ring zelf in de vagina en deze blijft daar 3 weken zitten. Er volgt na 3 weken een ringvrije week (maximaal 1 week). In deze week volgt er een onttrekkingsbloeding.

De anticonceptiepleister
Deze pleister bevat oestrogeen en progestageen. Gedurende 3 weken plakt de vrouw iedere week een nieuwe pleister. In de pleistervrije periode volgt er een onttrekkingsbloeding.

Slide 4 - Slide

W: Voor wie is het advies bedoeld of wel welke informatie heb je nodig om tot een goed advies te komen?
  • Staat de klant zelf voor de balie? Zo niet, kan zij worden gebeld?
  • Heeft de klant onbeschermde gemeenschap gehad en zo ja hoelang geleden?
  • Gebruikt de klant de anticonceptiepil of een andere vorm van langdurige anticonceptie? Zo ja, welke? Is het de eerste maand van gebruik?
  • Is de klant de eerste pil na de stopweek vergeten? Of is de klant 2 of meer pillen vergeten (= meer dan 12 uur te laat ingenomen)? Of heeft de klant gebraakt of ernstige waterdunne diarree gehad binnen 3 uur na inname van de pil? Zo ja, hoeveel pillen en in welke week?
  • Is het mogelijk dat de klant al zwanger is door een eerdere onbeschermde gemeenschap?
  • Kwam de laatste menstruatie van de klant op het verwachte tijdstip en was deze even zwaar als normaal?


Slide 5 - Slide

  • Heeft de klant eerder de morning-afterpil gebruikt? Zo ja, hoe vaak? Recent?
  • Heeft de klant ooit ernstige problemen gehad met hormonale anticonceptie, behalve misselijkheid?
  • Heeft de klant een ernstige leverfunctiestoornis of ernstige maagdarmproblemen?
  • Geeft de klant borstvoeding?


Slide 6 - Slide

H: Hoelang heeft de klant al klachten?
Niet van toepassing

A: Welke actie heeft de klant al ondernomen?
Is een vergeten pil alsnog ingenomen? Zo ja, was dit binnen 12 uur?



Slide 7 - Slide

WANNEER NAAR DE HUISARTS VERWIJZEN?
  • Als de onbeschermde geslachtsgemeenschap langer dan 5 dagen geleden heeft plaatsgevonden.
  • Bij overgevoeligheid voor progestagenen.
  • Als de vrouw in korte tijd meerdere keren een morning-afterpil heeft gebruikt. De morning-afterpil kan dan in principe nog wel worden gebruikt, maar het is beter ook tot langdurige anticonceptie over te gaan als dit nog niet werd gebruikt, of tot een andere vorm van anticonceptie als de therapietrouw een probleem is.
  • Als de klant al zwanger kan zijn doordat ze eerder in een cyclus een of meer pillen vergeten is of onbeschermde gemeenschap heeft gehad.
  • Als de klant de voorkeur geeft aan een andere vorm van noodanticonceptie, zoals het morning-afterspiraaltje.

Slide 8 - Slide

M: welke medicatie gebruikt de klant nog meer?
Gebruikt de klant medicatie die een interactie geeft met levonorgestrel en/of ulipristal?

Antacida, H2-antagonisten en protonpompremmers kunnen de opname van ulipristal verminderen. Het advies is een andere noodanticonceptie te gebruiken of ulipristal ten minste 2 uur voor of 4 uur na het antacidum, 12 uur na de H2-antagonist of 24 uur na de protonpompremmers in te nemen (H2-antagonist en protonpompremmers doorsturen naar de huisarts (spiraal).

Gebruikt de klant een inductor (carbamazepine, fenytoïne, ritonavir, oxcarbazepine) dan doorverwijzen naar de huisarts voor een koperspiraal of bij uitzondering een dubbele dosis levonorgestrel (geen voorkeur) 

Inductor: bevorderen de omzetting van diverse geneesmiddelen of de eigen omzetting doormiddel van enzymen. 

Slide 9 - Slide

Welke vorm van noodanticonceptie?

Als is vastgesteld dat noodanticonceptie nodig is, leg de klant dan de verschillende mogelijkheden voor. 

Deze zijn:
  • de morning-afterpil met levonorgestrel
  • de morning-afterpil met ulipristal
  • een verwijzing naar de huisarts voor het morning-afterspiraaltje

Slide 10 - Slide

Levongestrel
Ulipristal
Koperspiraaltje
Betrouwbaarheid binnen 12 uur
++
++
++
Betrouwbaarheid binnen 3 dagen
+
+
++
Betrouwbaarheid na 3-5 dagen
--
+
++
Gebruiksgemak
++
++
-
Norlevo (levongestrel) heeft altijd de voorkeur wanneer er sprake is van gemeenschap korten dan 72 uur geleden. Na 72 uur kan je Ellaone (ulipristal) adviseren of doorverwijzen naar de dokter voor een spiraal.

Slide 11 - Slide

Medicamenteus advies

Eerste-keuzemiddelen
  • Levonorgestrel (Norlevo, Postinor, Isteranda)
Vermoedelijk stelt dit de ovulatie uit.

  • Ulipristal
Remt de ovulatie en stelt deze uit door onderdrukking van de LH- stijging (luteïniserend hormoon zorgt voor een stijging van LH (LH-piek), dit zorgt voor stimulatie van de eisprong (ovulatie).)

Wanneer een vrouw borstvoeding geeft dan moet de voeding na inname van levonorgestrel 8 uur afgekolfd worden en na inname van ulipristal 1 week. 


Slide 12 - Slide