This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Bonjour!
H2 C'est si bon!
Slide 1 - Slide
Comment ça va ?
Je suis en pleine forme!
Je suis amoureux(se)
Je suis fatigué(e)
Je suis crevé(e)
ça ne va pas du tout!
Slide 2 - Slide
Quel temps
fait-il
aujourd'hui?
Slide 3 - Slide
Programme
ken je de getallen t.m 69?
de getallen t/m 100 p. 169
Lire
Slide 4 - Slide
pour mercredi 29/11
Leren : getallen van 69 t/m 100
Herhalen : getallen t/m 69
Ful je formulier in met de getallen en plak het in je schrift
Slide 5 - Slide
soixante-six
A
46
B
56
C
66
D
36
Slide 6 - Quiz
quarante-trois
A
53
B
43
C
23
D
63
Slide 7 - Quiz
Schrijf in het Frans: 10,20,30,40,50,60,
Slide 8 - Open question
écris en chiffres: trente-trois
timer
0:20
Slide 9 - Open question
écris en chiffres: vingt-deux
timer
0:20
Slide 10 - Open question
écris en chiffres: quarante-huit
timer
0:20
Slide 11 - Open question
Slide 12 - Video
de getallen van 70 t/m 100
Slide 13 - Slide
70, 80, 90
70 = 60 + 10 = soixante-dix
en dan tel je door met elf, twaalf, dertien...soixante et onze
80 = 4 x 20 = quatre-vingts
en dan tel je door met één, twee, drie, ...
let op 81 zonder et = quatre-vingt-un
90 = 4 x 20 + 10 = quatre-vingt-dix
en dan tel je door met elf, twaalf, dertien
let op 91 zonder et = quatre vingt-onze
Slide 14 - Slide
En dan kan je tot 100 tellen !
100 = cent
Maar let op...
Slide 15 - Slide
Let op :
altijd een streepje tussen de nummers behalve met cent
Vingt en cent krijgen in het meervoud een -s wanneer er geen ander telwoord achter staat: vb 200 deux cents maar 201 deux cent un 80 quatre-vingts maar 81 quatre-vingt-un
Slide 16 - Slide
soixante-douze
A
62
B
72
Slide 17 - Quiz
quatre-vingt-sept
A
77
B
87
C
97
Slide 18 - Quiz
quatre-vingt-quinze
A
75
B
85
C
95
Slide 19 - Quiz
p.84
1. kijk naar de film van Thomas op de volgende dia
2. Lees 27a
3. Maak 27b,c
eerder klaar? vul je formulier in
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Bron F Lire p. 80
Les amoureux du shopping
Beantwoord de vragen in je schrift:
1. Wat voor soort tekst is het?
2. Lees de titel en inleiding en noteer waar het over gaat.
3. Lees globaal de 4 alinea's, schrijf de 4 winkels op en welke soort artikelen ze verkopen