unit 5 - past simple: recap + intro vr./ontk.

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

• Als je iets wilt zeggen wat er in het verleden is gebeurd, zet je je werkwoord in de verleden tijd.
• walk --> walked
• Ofwel, je zet -ed achter het werkwoord. 
• Let op de spellingsregels --> 

past simple: let's recap!

1. Als er al een -e staat aan het eind van het werkwoord, voeg je alleen een    -d toe: use -> used
2.  Als het woord eindigt op medeklinker + y, verandert de -y in een -i:                try -> tried (als het woord eindigt op klinker + y, gebeurt er niets bijzonders: play -> played)
3. Is de een-na-laatste letter een Korte Klinker met Klemtoon, verdubbelt de laatste medeklinker: stop -> stopped
4. Bij en werkwoord met een -l op het eind verdubbelt de laatste medeklinker ook zonder klemtoon: travel -> travelled

Spellingsbijzonderheden!

Even terug: hoe maakte je ook alweer een vraag of een ontkennende zin in de tegenwoordige tijd? Een paar voorbeelden over situaties die je waarschijnlijk nog wel weet. Schrijf de vraag EN ontkenning maar even op:

• My mum is 45 years old.
• Poor Peter has got three younger sisters.
• Class T1a is listening very closely to their brilliant teacher.
• Sonya really loves ice-skating.
• I have great memories of this year with class T1a.

past simple: vragen en ontkenningen

• My mum is 45 years old.
• My mum isn't / is not 45 years old.
• Is my mum 45 years old?

past simple: vragen en ontkenningen

• Poor Peter has got three younger sisters.
• Poor Peter hasn't got / has not got three younger sisters.
• Has poor Peter got three younger sisters?

past simple: vragen en ontkenningen

• Class BT1a is listening very closely to their brilliant teacher.
• Class BT1a isn't / is not listening very closely to their brilliant teacher.
• Is class BT1a listening very closely to their brilliant teacher?

past simple: vragen en ontkenningen

• Sonya really loves ice-skating.
• Sonya doesn't / does not really love ice-skating.
• Does Sonya really love ice-skating?

past simple: vragen en ontkenningen

• I have great memories of this year with class BT1a.
• I don't / do not have great memories of this year with class BT1a.
• Do you (I) have great memories of this year with class BT1a?

past simple: vragen en ontkenningen

SUPERBELANGRIJK!                    

Als je het hulpwerkwoordje DO gebruikt, volgt altijd een heel werkwoord (infinitief)!

Dat geldt voor alle vormen van DO (do, does, don't, doesn't)

past simple: vragen en ontkenningen

En in de verleden tijd is dat DID!  En nogmaals:                  

Als je het hulpwerkwoordje DO gebruikt, volgt altijd een heel werkwoord (infinitief)!

Dat geldt voor alle vormen van DO (do, does, don't, doesn't, DID, DIDN'T)

past simple: vragen en ontkenningen

• I talked to you about lots of interesting stuff!
• I didn't talk to you about interesting stuff!
• Did I talk to you about interesting stuff???

past simple: vragen en ontkenningen

Zet het werkwoord in de verleden tijd:
work

Zet het werkwoord in de verleden tijd:
use

Zet het werkwoord in de verleden tijd:
stay

Zet het werkwoord in de verleden tijd:
cancel

Zet het werkwoord in de verleden tijd:
cough

Zet het werkwoord in de verleden tijd:
bruise

Zet het werkwoord in de verleden tijd:
hate

Zet het werkwoord in de verleden tijd:
tip

Zet het werkwoord in de verleden tijd:
try

Schrijf steeds de eerste drie woorden van de zin op!

Nu wat vragen

He talked to you yesterday.

My uncle bruised his leg during football practice.

You coughed a lot during the test.

They hated getting up early to go to school.

You used oil paints to create this painting.

Schrijf alleen de werkwoorden op!

Nu wat ontkenningen

He talked to you yesterday.
(niet afkorten!)

My uncle bruised his leg during football practice.
(afkorten!)

You coughed a lot during the test.
(afkorten)

They hated getting up early to go to school.
(niet afkorten!)

You used oil paints to create this painting.
(afkorten)