Sociaal netwerk - Lesweek 9

Vak: Sociaal netwerk (Naastbetrokkenen)
Semester: 3
1 / 18
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vak: Sociaal netwerk (Naastbetrokkenen)
Semester: 3

Slide 1 - Slide

Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent geregistreerd worden. Aanwezigheid kan meerdere malen tijdens de les worden gedaan. Bij vroegtijdig verlaten van de les, zonder geldige reden, zal je op 'ongeoorloofd afwezig' staan. 

Ben je te laat? Geef dit dan door aan het einde van de les aan de docent. Dit is jouw verantwoordelijkheid. 

Slide 2 - Slide

Doel van de les
De student kan de volgende definities uitleggen: 
  • Sociale kaart
  • Ketenzorg
  • Maatschappelijk steunsysteem
  • Vermaatschappelijking

Slide 3 - Slide

Programma

  • Terugblik vorige les
  • Uitleg begrippen
  • Opdracht

Slide 4 - Slide

Terugblik vorige les
  • Terugblik via een quiz
  • Als je het antwoord weet dan druk je op de denkbeeldige knop op tafel
  • Minpunt bij fout antwoord!
  • Drie groepen, zeven vragen, een winnaar!

Slide 5 - Slide

Uit hoeveel delen bestaat je geheugen?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 6 - Quiz

Wat is de meest voorkomende vorm van dementie in Nederland?
A
Vasculaire dementie
B
Frontotemporale dementie
C
Ziekte van Alzheimer
D
Lewy body dementie

Slide 7 - Quiz

Mevrouw Aydin is 78 jaar en beginnend dement. Wat zou hier een teken van kunnen zijn?
A
Ze vergeet hoe haar kinderen heten
B
Ze zingt veel liedjes uit haar jeugd
C
Ze weet niet meer hoe zij zichzelf aan moet kleden
D
Ze vergeet waar ze haar telefoon heeft neergelegd

Slide 8 - Quiz

Wat is GEEN domein binnen de sociale benadering dementie?
A
Psychologisch domein
B
Cultureel domein
C
Medisch domein
D
Sociaal domein

Slide 9 - Quiz

Wat is afasie?
A
Taalstoornis
B
Handelingsstoornis
C
Stoornis in het herkennen van mensen en dingen
D
Gedragsstoornis

Slide 10 - Quiz

Hoeveel fasen van dementie onderscheidt men?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 11 - Quiz

Meneer Bakker zit in een rolstoel. Er is bijna geen contact meer met hem te maken. Hij is sterk afhankelijk van anderen. In welk stadium van dementie zit hij?
A
Stadium 1 (bedreigde ik)
B
Stadium 2 (verdwaalde ik)
C
Stadium 3 (verborgen ik)
D
Stadium 4 (verzonken ik)

Slide 12 - Quiz

Uitleg begrippen
  • Sociale kaart:  een overzicht van voorzieningen op het gebied van zorg, hulpverlening, onderwijs, sport, dienstverlening en/of welzijn. Op de sociale kaart staat ook informatie over die instellingen. Eigenlijk dus een sociaal netwerk van instellingen in plaats van personen. Hier is een voorbeeld van een sociale kaart
  • Ketenzorg: Een samenwerkingsverband tussen verschillende zorg- en dienstverleners. Hierbij wordt de zorg afgestemd op de klachten/wensen van de cliënt

Slide 13 - Slide

Uitleg begrippen
Maatschappelijk steunsysteem: een samenwerkingsvorm waarbij cliënten geholpen worden door drie verschillende niveaus

  1. Niveau van de cliënt en zijn netwerk
  2. Niveau van professionele organisaties
  3. Niveau van bestuurders van organisaties en/of politiek

Slide 14 - Slide

Voorbeeld ter verduidelijking
Casus van Esma (17). Esma had een relatie met een 23-jarige jongen. In deze relatie heeft Esma seks gehad met haar vriendje. Zij heeft tijdens de relatie ook blootfoto's van zichzelf naar hem gestuurd. Haar familie wist dit niet. Nadat zij de relatie verbroken had, is het vriendje haar gaan stalken en bedreigen. Esma heeft contact met de politie maar dit heeft er niet toe geleid dat het gedrag van het vriendje gestopt is.

Op enig moment heeft het vriendje de naaktfoto's op internet gezet en gezegd dat hij seks met Esma heeft gehad. Hierdoor is het aanzien van de familie geschaad. Esma vertelt zich thuis niet meer veilig te voelen voor haar familie.

Slide 15 - Slide

Vermaatschappelijking
  • Vermaatschappelijking: een verandering waarbij mensen met problemen meer deelnemen aan de maatschappij dan vroeger. Zie ook dit filmpje

Slide 16 - Slide

Opdracht sociale kaart
We gaan in groepjes van 4 a 5 personen een begin van een sociale kaart maken. Maak een lijst met daarop in ieder geval : de naam van je stage-instelling, het adres, het telefoonnummer, de doelgroep en wat voor ondersteuning er geboden wordt. Voeg vervolgens jullie instellingen bij elkaar.

Vul je sociale kaart aan met andere organisaties die belangrijk zouden kunnen zijn voor de clienten van je stageplek. Je mag instellingen toevoegen die je al kent maar je kunt ze ook op internet zoeken.

Tip: denk ook aan de verschillende gebieden die eerder in de les behandeld zijn ( zorg, hulpverlening, onderwijs, sport, dienstverlening en/of welzijn). Duur opdracht: 15 minuten

Slide 17 - Slide

Check
Wie kan uitleggen wat de volgende begrippen betekenen:

  • Sociale kaart
  • Ketenzorg
  • Maatschappelijk steunsysteem
  • Vermaatschappelijking

Slide 18 - Slide