Verkleinwoorden

Nederlands
Verkleinwoorden
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Nederlands
Verkleinwoorden

Slide 1 - Slide

Wat is het meervoud van cowboy?
A
cowboys
B
cowboy's

Slide 2 - Quiz

Het meervoud van: steekproef

Slide 3 - Open question


diploma  - diploma’s
etalage - etalages
wc - wc’s
paraplu - paraplu’s
saté - satés




verdieping - verdiepingen
abonnee - abonnees
cadeau - cadeaus
fotograaf - fotografen
ski - ski’s
ei - eieren
vaas -  vazen
vakantie - vakanties
Huiswerk bespreken 

Slide 4 - Slide


garage - garages
nietmachine - nietmachines
narcis - narcissen
auto - auto’s
diner - diners
hobby - hobby’s
diagram - diagrammen

technicus - technici
milieu - milieus
kind - kinderen
spons - sponzen
dictee - dictees
groente - groentes
Huiswerk bespreken 

Slide 5 - Slide

Leerdoelen
Je kunt verkleinwoorden herkennen

Je kunt verkleinwoorden correct spellen. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Wat is het verkleinwoord van bikini
A
bikinietje
B
bikini'tje
C
bikinitje

Slide 8 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van
hyena
A
hyenatje
B
hyena'tje
C
hyenaatje

Slide 9 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van
ring
A
ringtje
B
ringetje
C
rinnetje

Slide 10 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van...
hobby?

Slide 11 - Open question

Wat is het verkleinwoord van...
radio?

Slide 12 - Open question

Wat is het verkleinwoord van...
la?

Slide 13 - Open question

Maak de opdracht 'verkleinwoorden'
Klaar? 
Verder oefenen op: www.cambiumned.nl 

Kies dan voor: 
Overige oefeningen -->  oefening verkleinwoorden 1 / oefening        verkleinwoorden 2 

Slide 14 - Slide

Lesdoel behaald?

Ik kan verkleinwoorden herkennen.
A
altijd
B
vaak
C
soms
D
nooit

Slide 15 - Quiz

Lesdoel behaald?

Ik kan verkleinwoorden correct spellen?

A
altijd
B
vaak
C
soms
D
nooit

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide