Seneca 6c

‘Aliquatenus’ inquis ‘dolere, aliquatenus timere permitte.’

‘Sta toe in zekere mate,’ zeg jij, ‘bedroefd te zijn, in zekere mate bang te zijn.’ 
1 / 8
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 8 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

‘Aliquatenus’ inquis ‘dolere, aliquatenus timere permitte.’

‘Sta toe in zekere mate,’ zeg jij, ‘bedroefd te zijn, in zekere mate bang te zijn.’ 

Slide 1 - Slide

Sed illud ‘aliquatenus’ longe producitur nec, ubi vis, accipit finem.

Maar dat ‘in zekere mate’ breidt zich ver uit en eindigt niet waar jij wil. 

Slide 2 - Slide

Sapienti non sollicite custodire se tutum est, et lacrimas suas et voluptates, ubi volet, sistet: nobis, quia non est regredi facile, optimum est omnino non progredi. 
Voor een wijze is het ongevaarlijk onbekommerd over zichzelf te waken en hij zal zijn tranen en genietingen, waar hij zal willen, tegenhouden; voor óns is het, omdat het niet gemakkelijk is terug te gaan, het beste om helemaal niet voort te gaan.

Slide 3 - Slide

Eleganter mihi videtur Panaetius respondisse adulescentulo cuidam quaerenti, an sapiens amaturus esset. 
Panaetius schijnt mij toe fijnzinnig aan een zekere jongeman geantwoord te hebben die (hem) vroeg of het zal gebeuren dat een wijze verliefd wordt. 

Slide 4 - Slide

‘De sapiente, inquit, videbimus: mihi et tibi, qui adhuc a sapiente longe absumus, non est committendum, ut incidamus in rem commotam, inpotentem, alteri emancipatam, vilem sibi. 
‘Over de wijze’, zei hij,’ zullen we later zien: ik en jij, die nog ver van een wijze verwijderd zijn, moeten het er niet op laten aankomen dat wij terechtkomen in een emotionele, onbeheersbare situatie waarin men geheel aan een ander is overgeleverd, waarin men in zijn eigen ogen verachtelijk is. 

Slide 5 - Slide

Aeque facilitas amoris quam difficultas nocet: facilitate capimur, cum difficultate certamus. 
Evenzeer doet de toegevendheid van de liefde kwaad als de onhandelbaarheid: door toegevendheid worden wij verleid, wij binden de strijd aan met de onhandelbaarheid wanneer liefde onhandelbaar is. 

Slide 6 - Slide

Sive enim nos respicit, humanitate eius inretimur, sive contempsit, superbia accendimur. 
Want als hij/zij zich om ons bekommert, raken wij verstrikt in zijn/haar vriendelijkheid, als hij/zij ons afgewezen heeft, worden wij door trots aangestoken. 

Slide 7 - Slide

Itaque conscii nobis inbecillitatis nostrae quiescamus: nec vino infirmum animum committamus nec formae nec adulationi nec ullis rebus blande trahentibus.’ 
Laten we daarom, ons bewust van onze zwakheid, ons rustig houden: laten wij noch onze zwakke geest blootstellen aan wijn, noch aan schoonheid, noch aan vleierij, noch aan enige (andere) zaken die ons verleidelijk meeslepen.’

Slide 8 - Slide