This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Thema 2
Organen en cellen
B6
Celdeling
Zorg dat je over één minuut klaar zit...
Slide 1 - Slide
0
Slide 2 - Video
Wat gaan we doen?
Herhaling B5
Leerdoelen B6
Uitleg B6 Nieuwe cellen, kopie, celcyclus en stamcellen
Zelfstandig aan de opdrachten werken + nakijken opdrachten
Flitskaarten oefenen en Test Jezelf maken
Lesafsluiter B6
Slide 3 - Slide
Uit welke stof bestaan chromosomen voor een groot deel?
Slide 4 - Open question
Uit welke basen bestaat DNA?
A
C,G,T,O
B
A,G,T,U
C
A,C,G, T
D
T,G,U,O
Slide 5 - Quiz
Je hebt de helft van een DNA-streng. Op deze streng zitten de basen GCTATTCCGA, welke basen zitten op de streng die er tegenaan past?
Slide 6 - Open question
Hoeveel chromosomen heeft de mens in een lichaamscel?
Slide 7 - Open question
Welke factoren kunnen invloed hebben op je erfelijke eigenschappen? Je kunt meerdere antwoorden kiezen.
A
omgeving
B
ouders
C
leefwijze
D
stamcellen
Slide 8 - Quiz
Leerdoel B6
2.6.11 Je kunt beschrijven hoe een cel zich deelt.
2.6.12 Je kunt de kenmerken van stamcellen noemen.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Celdeling, enkele feitjes...
de mens bestaat uit 30.000 miljard cellen schatten ze, die allemaal uit 1 cel zijn ontstaan door celdeling
per dag verliezen we miljoenen dode huidcellen, per jaar ongeveer 3,5kg
1 miljoen nieuwe cellen per seconde nodig voor groei en vervanging
200.000.000.000 nieuwe bloedcellen per dag
de buitenste laag cellen van je lichaam zijn dood
ontstaan er meer nieuwe cellen dan er oude doodgaan, dan groei je
Slide 11 - Slide
Nieuwe cellen
Groeien
Herstel
Vernieuwing
Slide 12 - Slide
Een kopie
Elk chromosoom wordt eerst gekopieerd
Daarna volgen er drie fasen: kerndeling, celdeling en plasmagroei
plasmagroei: de hoeveelheid cytoplasma toe laten nemen
Uit één moedercel ontstaan dus twee nieuwe cellen (dochtercellen)
Slide 13 - Slide
Celcyclus
De ene dochtercel ontwikkelt zich tot een gespecialiseerde cel (cel met een bepaalde functie) en stopt meestal met delen
De andere cel niet, deze kan blijven delen
Het terugkerende proces van celdeling, groei, en weer een nieuwe celdeling noem je celcyclus
Belangrijk voor groei en ontwikkeling
Slide 14 - Slide
Stamcellen
cellen in alle weefsels die zich oneindig vaak kunnen delen (voor groei en herstel)
kunnen zich delen en daarna specialiseren
stamcellen van embryo (embryonale stamcellen) kan zich nog tot alle cellen specialiseren, bij volwassenen alleen tot bepaalde cellen van het weefsel waarin ze voorkomen
Stamcel spier: spiercel
Stamcel beenmerg: vetcel, botcel of bloedcel
Slide 15 - Slide
Huiswerk B6
Maak nu eerst opdracht 1 t/m 5 op je Ipad of in je boek
Kijk de opdrachten 1 t/m 5 na en verbeter de fouten of vul aan!
Maak daarna de opdrachten 6 en 7 (+8)
Kijk ook deze opdrachten goed na!
Oefen de flitskaarten en maak de Test Jezelf van B6
Klaar? Neem de Samenhang (blz. 127) door en maak opdracht 9
Slide 16 - Slide
Lesafsluiter B6
2.6.11 Je kunt beschrijven hoe een cel zich deelt.
2.6.12 Je kunt de kenmerken van stamcellen noemen.
Slide 17 - Slide
Zet in de goede volgorde.
1
2
3
Celdeling
Kerndeling
Plasmagroei
Slide 18 - Drag question
Waarvoor worden er nieuwe cellen aangemaakt?
A
om je voeding binnen te houden
B
om dingen beter te onthouden
C
voor je nachtrust
D
voor vernieuwing, groei en herstel
Slide 19 - Quiz
Plasmagroei gebeurt voor celdeling
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quiz
Wat kun je zeggen over de hoeveelheid celdelingen in je lichaam wanneer je groeit?
Slide 21 - Open question
Een menselijke stamcel deelt zich. De cellen die ontstaan noemen we cel A en cel B. Hoeveel chromosomen zitten er in cel A? (alleen getal typen)