paragraaf 3.4b

Welkom HA14
Doe je telefoon in het hotel, ga zitten,
pak je laptop en ga naar LessonUp. 
Leg ook je wiskunde spullen op tafel. 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom HA14
Doe je telefoon in het hotel, ga zitten,
pak je laptop en ga naar LessonUp. 
Leg ook je wiskunde spullen op tafel. 

Slide 1 - Slide

Planning:

Herhalen

Uitleg paragraaf 3.4b

Aan de slag
Leerdoel:

Je kan rekenen met uitdrukkingen waar letters in voorkomen.

Slide 2 - Slide

Maar eerst
Even herhalen. 

Slide 3 - Slide

De huurprijs voor het huren van een elektrische step is 12 euro. Per uur betaal je 3 euro. Welke formule hoort hierbij?
A
huurprijs=12+3u
B
huurprijs=123u
C
huurprijs=12+3+u
D
geen idee

Slide 4 - Quiz

Bij het zoeken van schelpen hoort de woordformule
aantal schelpen = 25 + 5 · aantal minuten.
Hoeveel schelpen heeft hij na 6 minuten?
A
50
B
55
C
60
D
65

Slide 5 - Quiz

Woordformule:
Kosten in € = 10 + 8 x aantal personen

Hoeveel moet je betalen als je 9 mensen uitnodigt?
(Vergeet dus jezelf niet mee te rekenen!)
A
82
B
162
C
90
D
180

Slide 6 - Quiz

paragraaf 3.4 theorie b.
We hebben de volgende formule gezien:

huurprijs=15+10u

Slide 7 - Slide

paragraaf 3.4 theorie b.
We hebben de volgende formule gezien:

De vermenigvuldigingspunt mogen we voortaan weglaten.

huurprijs=15+10u

Slide 8 - Slide

paragraaf 3.4 theorie b.
We hebben de volgende formule gezien:

De vermenigvuldigingspunt mogen we voortaan weglaten.
Dan krijgen we het volgende :

Tussen een letter en een getal staat dus altijd keer!
huurprijs=15+10u
huurprijs=15+10u

Slide 9 - Slide

Elk jaar wordt er een schoolfeest georganiseerd. Het kaartje kost €4,-. Een drankje of chips kost één muntje. Eén muntje kost €1,50. Hierbij wordt de formule: Bedrag = 4 + 1,5m. Bereken hoeveel je kwijt bent voor 8 muntjes.

Slide 10 - Open question

Rekenen met 10u
Bereken 8a voor a=7

Bereken 3d-10 voor d=-8

Bereken                  voor a= 8

Bereken                                       voor n=-2 
3a2
35(3n)

Slide 11 - Slide

Aan de slag.
Maak de volgende opgaven:
49, 50, 52, 53 en 57
blz. 123 t/m 125

Slide 12 - Slide

Ik denk dat ik de lesstof van vandaag begrepen heb.
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll