TREMA

TREMA
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

TREMA

Slide 1 - Slide

??? waarom ???
We gebruiken trema’s om
problemen bij de uitspraak te voorkomen.


ruïne – poëzie

knieën – kopiëren  feeën




Slide 2 - Slide

1) bij voltooid deelwoorden met

     klinkerbotsing


 geëist – geïnformeerd   geürineerd




maar niet bij > geasfalteerd



Slide 3 - Slide

2.a) bij meervoud

woorden die eindigen op  -ee


daar voegen we –ën aan toe

zeeën – feeën – ideeën



Slide 4 - Slide

2.b) bij meervoud
woorden die eindigen op –ie met klemtoon

melodie - industrie


daar voegen we –ën aan toe


melodieën  - industrieën








Slide 5 - Slide

2.c) bij meervoud
woorden die eindigen op –ie zonder klemtoon

bacterie – porie


*daar plaatsen we een trema op de ë die er al staat

*en we voegen er een n aan toe


bacteriën – poriën








Slide 6 - Slide

3) bij sommige leenwoorden

bijvoorbeeld :

überhaupt – föhn – rösti  conciërge 


Hiervoor zijn geen regels, die woorden moet je gewoon leren.



Slide 7 - Slide

??? wanneer juist niet ???

.

Soms lijkt het dat er een trema gebruikt moet worden,

maar is er toch geen onduidelijkheid over de uitspraak.

Dan is een trema dus niet nodig.


X   X   X   X  X   X   X   X   X

Slide 8 - Slide

A) bij voltooid deelwoorden zonder

     klinkerbotsing


geautomatiseerd – beoefend – beijverd  - geuit


maar wel  > geërgerd











Slide 9 - Slide

B) bij 2 x een i naast elkaar


heiig – begroeiing  glooiing



Slide 10 - Slide

C) geen probleem met uitspraak


gekopieerd – financieel 




maar wel  > kopiëren - financiële






















  • gekopieerd – financieel  (maar
    wel:
    financiële)




financiële)




Slide 11 - Slide

D) bij samenstellingen

In samenstellingen(=twee woorden aan elkaar) gebruik je een koppelteken(=streepje)  

als er problemen zijn met de uitspraak.


gala-avond   -   auto-ongeluk   -  zee-egel 

Slide 12 - Slide

E) bij sommige leenwoorden

bijvoorbeeld :

electricien - opticien - mecanicien


Hiervoor zijn geen regels, die woorden moet je gewoon leren.



Slide 13 - Slide