This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Leukemie.
Slide 1 - Slide
Bij hoeveel mensen wordt jaarlijks de diagnose Acute Leukemie gesteld?
A
100
B
500
C
700
D
1000
Slide 2 - Quiz
Welke bloedtransfusie wordt er gedaan bij een patiënt met leukemie?
A
Rode bloedcellen
B
Bloedplasma
C
Bloedplaatjes
Slide 3 - Quiz
Bij leukemie worden te veel witte bloedcellen aangemaakt en te weinig rode bloedcellen en bloedplaatjes.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
Acute leukemie komt vaak voor bij volwassenen?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Hoe worden leukemiecellen ook wel genoemd?
A
Blasten
B
Hb
C
Leucocyten
Slide 6 - Quiz
Bij Chronische leukemie zijn de leukocyten jonger dan bij de acute leukemie?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Wat is kenmerkend voor leukemie?
A
Groot tekort aan witte bloedlichaampjes
B
Sterk vergroot aantal witte bloedlichaampjes
C
Sterk vergroot aantal rode bloedlichaampjes
D
Sterk vergroot aantal bloedplaatjes
Slide 8 - Quiz
Bij leukemie ligt de oorzaak in het beenmerg?
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quiz
Normale (links) en abnormale (rechts) aanmaak van witte bloedcellen.
Slide 10 - Slide
Symptomen
Slide 11 - Mind map
Symptomen
Door het gebrek aan rode bloedcellen (bloedarmoede) ontstaan
- Vermoeidheid - Bleekheid
- Algehele malaise - Snelle hartslag.
Er is een hogere kans op infectie door het gebrek aan goed functionerende witte bloedcellen, bijvoorbeeld longontsteking of schimmelinfecties van de huid en slijmvliezen.
Door het gebrek aan bloedplaatjes ontstaat bloedingsneiging. Dit is te zien aan
- Blauwe plekken - Bloedneuzen
- Wondjes die lang bloeden.
Slide 12 - Slide
Diagnose
De diagnose leukemie wordt gesteld door een lichamelijk – en een bloedonderzoek.
Bij het bloedonderzoek wordt de samenstelling van het bloed en met name van de witte bloedcellen onderzocht.
Ook wordt er een beenmergpunctie gedaan, waarbij met een naald een klein beetje beenmerg wordt opgezogen.