Herhalen/quiz
1 / 31
Lesson duration is: 20 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Zet de organen van
het verteringsstelsel
bij het juiste onderdeel.
het verteringsstelsel
bij het juiste onderdeel.
Dunne darm
Slokdarm
Endeldarm
Dikke darm
Twaalfvingerige darm
Maag
Slide 2 - Drag question
In de afbeelding zie je een schematische tekening van het verteringsstelsel. De delen van het verteringsstelsel zijn aangeven met nummers. Hieronder zie je beschrijvingen van de delen van het verteringsstelsel. Sleep de nummers naar de juiste beschrijving.
produceert gal
produceert speeksel
slaat gal tijdelijk op
sluit de maag af
vermengt gal en alvleessap met de voedselbrij
verplaatst voedsel van de keelholte naar de maag
10
2
3
4
5
6
Slide 3 - Drag question
Planteneters
Vleeseters
Alleseters
Knipkiezen
plooikiezen
Celwanden in het voedsel
Gemakkelijk verteerbaar voedsel
Knobbelkiezen
kort verteringsstelsel
middellang verteringsstelsel
Slide 4 - Drag question
T1: Sleep de juiste kiezen naar het bijpassende verteringsstelsel!
Slide 5 - Drag question
Wat is emulgeren?
A
het afbreken van vetten
B
het verdelen van vetdruppels in kleine druppeltjes
C
het afgeven van gal aan de twaalfvingerige darm
D
het mengen van vetten met verteringssap
Slide 6 - Quiz
In de afbeelding is een voedingsmiddel weergegeven
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quiz
Appelmoes is .......
A
Plantaardig
B
Dierlijk
Slide 8 - Quiz
Appel
Koolhydraat
Vlees
Eiwitten
Ei
Limonade
Aardappel
Zetmeel
Vitamine K
Voedingsmiddel
Voedingsstof
Slide 9 - Drag question
Veel voedingsvezels
Weinig voedingsvezels
Slide 10 - Drag question
Wat is er ontstoken bij een blinde darm ontsteking?
A
Appendix (wormvormig aanhangsel)
B
Dunne darm
C
Dikke darm
D
Blinde darm
Slide 11 - Quiz
Water is een voedingsstof
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
Alle voedingsstoffen zijn........
A
brandstoffen
B
reservestoffen
C
bouwstoffen
D
beschermende stoffen
Slide 13 - Quiz
De functie van bouwstoffen is het leveren van energie.
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quiz
Wat zijn mineralen ook wel?
A
Zouten
B
Vitaminen
C
Stenen
D
Suikers
Slide 15 - Quiz
Combineer de functies van voedingsstoffen met de juiste omschrijving.
Brandstoffen
Bouwstoffen
Reservestoffen
Beschermende stoffen
Zorgen ervoor dat je niet ziek wordt
Niet direct nodig, worden opgeslagen in lichaam
Leveren energie, nodig voor verbranding
Nodig voor groei, ontwikkeling en herstel bij schade, om nieuwe cellen en weefsels te maken
Slide 16 - Drag question
Zet de onderdelen van de spijsvertering in de goed volgorde.
mond
slokdarm
maag
12-vingerige darm
dunne darm
dikke darm
endeldarm
anus
Slide 17 - Drag question
Wat doen enzymen?
A
Enzymen verbranden voedingsstoffen
B
Enzymen maken voedingsstoffen kleiner
C
Enzymen bevatten verteringssappen
D
Enzymen nemen voedingstoffen op in het bloed
Slide 18 - Quiz
Wat is de functie?
speeksel
maagsap
gal
darmsap
alvleessap
voedsel smeuig maken,
start vertering van zetmeel
doden bacterien
vertering eiwitten
emulgeert vetten:
grote vetdruppels worden kleine vetdruppels
grote vetdruppels worden kleine vetdruppels
vertering eiwitten, vetten en koolhydraten
maakt de vertering van koolhydraten en vetten af
Slide 19 - Drag question
Glazuur
Kaak
Tandvlees
Cement
Tandbeen
Bloed en zenuwen
Slide 20 - Drag question
In welk deel van het darmkanaal komen darmplooien en darmvlokken voor?
A
Dunne darm
B
Endeldarm
C
Slokdarm
D
Twaalfvingerige darm
Slide 21 - Quiz
Wat is de goede volgorde van je spijsvertering?
A
slokdarm, maag, dikke darm, dunne darm
B
mondholte, slokdarm, dunne darm, maag
C
mondholte, slokdarm, maag, dunne darm
D
dikke darm, dunne darm, mondholte, maag
Slide 22 - Quiz
Wat is een functie van de lever?
A
Hier wordt gal opgeslagen
B
Hier wordt gal gemaakt
C
Produceert leversap
D
Het leverzuur doodt bacteriën
Slide 23 - Quiz
Wat is geen functie van darmperistaltiek?
A
Voedselbrij kneden
B
Voedselbrij mengen
C
Voedselbrij voortduwen
D
Voedselbrij filteren
Slide 24 - Quiz
Slokdarm
Lever
Dikke darm
Galblaas
Maag
Alvleesklier
Dunne darm
Anus
Appendix
Slide 25 - Drag question
De peristaltische bewegingen
vinden plaats in .......
vinden plaats in .......
A
De mond, de dikke darm
B
De darmen, de maag en de slokdarm
C
De maag en de
slokdarm
D
De mond en de maag
Slide 26 - Quiz
Een voedingsmiddel verkleurt door jodium blauw/paars.
Wat wordt aangetoond?
Wat wordt aangetoond?
A
Eiwit
B
Glucose
C
Vet
D
Zetmeel
Slide 27 - Quiz
Welk orgaan zorgt er voor dat de voedingsstoffen in het bloed komen?
A
Dunne darm
B
Dikke darm
C
maag
D
lever
Slide 28 - Quiz
Op plek P...
A
Lengtespieren zijn aangespannen
B
Kringspieren zijn aangespannen
Slide 29 - Quiz
Zijn puntiger en helpen bij het afbijten van voedsel
A
Snijtanden
B
Hoektanden
C
Kiezen
