V6 - literatuur - 3 - Le romantisme, le réalisme et le naturalisme

Aujourd'hui tu as besoin de : 

un stylo

    ton cahier

           ton ordinateur
Startopdracht: 
Open de link op jouw laptop.
1 / 28
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 28 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Aujourd'hui tu as besoin de : 

un stylo

    ton cahier

           ton ordinateur
Startopdracht: 
Open de link op jouw laptop.

Slide 1 - Slide

Programme
  • Réponses : Le Loup et l'Agneau

  • Le romantisme - Victor Hugo Les Misérables
  • Le réalisme - Stendhal Le Rouge et le Noir
  • Le naturalisme - Zola La Bête humaine

Slide 2 - Slide

Le Loup et L'Agneau
16) Noteer de woorden uit de Franse tekst die eerder bij mensen dan bij dieren passen.
      ‘hardi’ (r.7) gedurfd/brutaal/stoutmoedig, ‘plein de rage’ (r.8) vol woede,
      ‘témérité’ (r.9) roekeloos(heid), ‘cruelle’ (r.18) wreed.

17) Welke karaktereigenschappen heeft de wolf in deze fabel? 
     De wolf in deze fabel is wreed en autoritair.

18) Welk beeld wordt er van het lam geschetst? 
      Het lam is hulpeloos en angstig.

Slide 3 - Slide

Le Loup et L'Agneau
19) Hoe spreken de wolf en het lam elkaar aan en wat kun je daaruit afleiden wat betreft de verhouding tussen deze beide dieren?
De wolf spreekt schaamteloos en hard tegen het lam en kleineert het ; de wolf tutoyeert het lam. Het lam spreekt onderdanig en spreekt de wolf aan met ‘Sire’ ; het lam vousvoyeert de wolf. De wolf is in de fabel duidelijk de meerdere van het lam.

Slide 4 - Slide

Le Loup et L'Agneau
20) Leg aan de hand van de eerst en laatste zin uit welke kritiek La Fontaine heeft op de machthebbers in zijn tijd?
Eerste zin :
 La raison du plus fort est toujours la meilleure :
 Nous l’allons montrer tout à l’heure.
Laatste zin :
 Le loup l’emporte et puis le mange,
 Sans autre forme de procès.
 Met deze fabel – en deze twee zinnen in het bijzonder – levert La Fontaine kritiek op de almacht van de vorst in zijn tijd, Louis XIV (de wolf). Het volk (het lam) heeft geen enkele invloed en heeft geen recht op een eerlijk proces, maar moet de grillen van de koning ondergaan.

Slide 5 - Slide

21) La Fontaine verwijst hier indirect naar het confict tussen zijn beschermheer Fouquet en Louis XIV. Zoek op internet informatie over de affaire Fouquet en noteer overeenkomsten met de fabel.
Fouquet was een ambitieus politicus en had onder Mazarin een goede functie. Toen Louis XIV echter aan de macht kwam, werd het hem moeilijk gemaakt : de koning vertrouwde hem niet en duldde geen Eerste Minister naast zich. Hij besloot dat Fouquet afgezet moest worden en via een vernederend proces veroordeeld. Colbert, een vertrouweling van Louis XIV, fluisterde Fouquet in dat hij zijn ambt moest verkopen en het geld ervoor aan de koning moest schenken. Dat deed hij, maar in plaats van dankbaarheid te tonen, maakte Louis XIV handig gebruik van de schendbaarheid van Fouquet. Hij liet hem arresteren en klaagde hem op grond van allerlei vage beschuldigingen aan (bezittingen gestolen, etc.). Hoewel Fouquet niets had misdaan en geliefd was bij het publiek, werd hij uiteindelijk veroordeeld tot levenslange opsluiting.
 Net zoals in de fabel heeft de koning (wolf) het laatste woord, of hij nu gelijk heeft of niet. De machtigste (sterkste) trekt aan het langste eind.

Slide 6 - Slide

                 Le romantisme      
Le Voyageur contemplant une mer de nuages, huile sur toile de Caspar David Friedrich, 1817-1818
le romantisme <> le classicisme

les sentiments

grote inspiratie: de natuur
bescherming, troost, begrip

le mal du siècle
- roman social
- vlucht uit het hier en nu

Slide 7 - Slide

                 Le romantisme      
Le radeau de la méduse
culte du moi
individu en persoonlijke gevoelens staan centraal
auteurs schrijven vanuit de individuele beleving (ik-persoon)

nieuwe genres: dagboek, autobiografische roman
poëzie: lyriek (uit persoonlijke gevoelens en de beschrijft de verhouding van de dichter tot zijn omgeving)

Slide 8 - Slide

                 Le romantisme      
Eugène Delacroix (1798-1863)
Le 28 juillet 1830 : la Liberté guidant le peuple, 1830
terugkomende literaire thema's:
  • geschiedenis van Frankrijk
    (<> klassieke oudheid)
  • Bijbel en christelijke middeleeuwen
    (<> oud-Griekse goden en godinnen)
  • de natuur in combinatie met gevoelens
  • specifieke objecten of omgevingen: ruïnes, de maan, couleur locale

Slide 9 - Slide

Victor Hugo
Victor Hugo, 1976
  • 1802 - 1885
  • schrijver en politicus
  • voorvechter van democratie en sociale hervorming
  • 1848 verkozen in het parlement, maar komt in conflict met Napoléon III en wordt verbannen
  • le roman social
    Les Misérables (1862)

Slide 10 - Slide

Victor Hugo
Victor Hugo, 1976
Nous allons regarder une vidéo à propos de Victor Hugo.
Regardez la vidéo et prenez des notes.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Les Misérables
Cosette dans les Misérables
Réponds aux questions 1 à 10 sur Les Misérables de Victor Hugo.

Slide 13 - Slide

Les Misérables
1) Cosette s'arrête souvent en route parce que...
C) le seau est trop lourd pour elle.
2) Qui accompagne Cosette dans le bois ?
B) Personne, elle est toute seule.
3) Que fait l'homme inconnu ?
A) Il aide Cosette à porter le seau.
4) r. 5 en 6 waar je leest hoe het ijzeren hengsel van de emmer haar pijn doet.
5) Ze is bang voor Mme Thénardier ook al is deze ver weg.
6) Ze is niet bang.





Slide 14 - Slide

Les Misérables
7) r. 4, 5 zij loopt met haar hoofd gebogen als een oude vrouw
r. 9 het was een kind van acht jaar
r. 13 zij hijgde met een pijnlijk gerochel
r. 13, 14 de snikken die haar keel dichtsnoeren.
8) r. 9, 10 alleen God zag op dit moment dit trieste geval.
9) Hij is een symbool van het Goede en de Liefdadigheid.
10) Eigen antwoord.



Slide 15 - Slide

   Le réalisme
Les trois connaisseurs,
Honoré Daumier
le réalisme is een reactie op le romantisme
  • l'objectivité
  • l'impersonnalité
    schrijver is niet belangrijk
    wél wat hij observeert

veelvoorkomend thema: ontwikkeling van een jong iemand die zijn weg moet zien te vinden in de Franse standenmaatschappij

Slide 16 - Slide

   Le réalisme
Les trois connaisseurs,
Honoré Daumier
romantiek                      <>
  • hoofdpersoon van hoge afkomst
  • nobel karakter / triomfeert over het kwade 
  • auctoriële verteller
    (geeft commentaar op gebeurtenissen)
 réalisme
  • hoofdpersoon uit de middenklasse
  • antiheld

  • personaal perspectief (onzichtbare verteller in hij-/zij-vorm) of ik-verteller (alles vanuit het gezichtspunt van één personage
    > identificatie)

Slide 17 - Slide

Stendhal
Stendhal, alors consul de France, 
peint par Olof Södermark (1840)
Henri Beyle (1783 - 1842)
  • thema's: liefde, individuele weg van de hoofdpersoon naar geluk
  • kristallisatie - precieze beschrijving van wat er gebeurt als je verliefd wordt; iemand waar je verliefd op bent ken je in jouw hoofd allerlei ideale eigenschappen toe
  • voorloper van de psychanalyse

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

                 Le Rouge et le Noir
Le Rouge et le Noir

gebaseerd op een waargebeurd verhaal
noodlottige relatie tussen een arbeidersjongen en een rijke vrouw

Lis le texte sur le site web et réponds aux questions 11 à 17 sur Le Rouge et le Noir de Stendhal.

Slide 20 - Slide

                 Le Rouge et le Noir
11) Au début devant la maison de Mme de Rênal, à la fin du récit ils sont dans la maison de Mme de Rênal.
12) Hij vindt haar heel mooi en verbaast zich erover dat ze zo vriendelijk tegen hem is.
13) Julien huilt van verlegenheid en schaamt zich voor zijn tranen: Mme de Rênal heeft medelijden met hem en lacht daarna van opluchting. Ze waren beiden erg zenuwachtig voor deze ontmoeting; nu het van beide kanten erg meevalt, ontlaadt de spanning zich.



Slide 21 - Slide

                 Le Rouge et le Noir
14) Je ziet duidelijk het standeverschil terug en ook de wil van Julien Sorel om hogerop te komen. Bijvoorbeeld in dit citaat: "il s'était dit qu'aucune dame comme il faut ne daignerait lui parler que quand il aurait un bel uniforme"
15) Mme de Rênal is als getrouwde burgervrouw hoger geplaatst dan de arbeidersjongen Julien. Je merkt dat aan de manier waarop zij elkaar aanspreken ('mon enfant' vs 'Madame').

Slide 22 - Slide

                 Le Rouge et le Noir
16) Ze realiseert zich dat hij de nieuwe huisleraar is en noemt hem daarom 'Monsieur'. Hij is onder de indruk van het feit dat zij hem serieus neemt.
17) De stem van Mme de Rênal is vol emotie; ze is onder de indruk van de schoonheid van Julien ; ze is zich er plotseling van bewust dat hij heel dicht bij haar staat ; ze lijkt een beetje gegeneerd.

Slide 23 - Slide

                 Le naturalisme 
La paye des moissonneurs,
Léon Augustin Lhermitte (1882)
  • niet meer een soort documentaire, maar eerder een experiment
  • personages uit de laagste maatschappelijke klassen
  • de schrijver bepaalt de achtergrond: sociaal en erfelijk
    plaats ze daarna in een bepaalde situatie 
  • determinisme - menselijk gedrag wordt bepaald door genen en omgeving.

Slide 24 - Slide

Zola
Autoportrait au béret, 
Émile Zola (1902) 

Émile Zola (1840 - 1902)
  • les Rougon-Macquart
  • de mens is niet alleen verantwoordelijk voor zijn daden, sociale en erfelijke omstandigheden zijn minstens zo belangrijk.

Slide 25 - Slide

La Bête humaine
Reclameposter voor La Bête humaine
Réponds aux questions 18 à 21 sur La Bête humaine d'Émile Zola.

Slide 26 - Slide

La Bête humaine
18) “Il entendait un reniflement de bête, grognement de sanglier, rugissement de lion ; et il se tranquilisa, c’était lui qui soufflait. »
Hij vergelijkt zichzelf met een dier, een wildzwijn, een leeuw. Dit past bij de titel, omdat hij zich als mens met een beest vergelijkt.
 
19) De titel is La Bête humaine (het menselijke beest), en iemand vermoorden is een beestelijke daad.

Slide 27 - Slide

La Bête humaine
 20) « il venait d’être emporté par l’hérédité de violence »

21) Zola geeft in zijn boeken aan dat nature, dus wat er genetisch aan jouw doorgegeven wordt aan de grondslag ligt, in zijn werken verergeren de omstandigheden (nurture) de toestand van de personages.



Slide 28 - Slide