Je me présente

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Welke woorden/zinnen kun je gebruiken om iets over jezelf te vertellen?

Bonjour, comment ça va ?

1. ça va mal
2. ça va bien

Comment tu t’appelles ?
Antwoord in een hele zin.

Tu habites où?
Antwoord in een hele zin.

Vertaal:
Ik ben 12 jaar

1. Je suis 12 ans
2. Je suis 12
3. j'ai 12 ans
4. j'ai 12

Let op!

In het Frans zeggen we dus:

Ik heb de leeftijd 12 jaar

 - J'ai 12 ans

We gebruiken in het Frans het werkwoord avoir (hebben) en niet être (zijn)

Vertel hoe oud je bent
Antwoord in een hele zin.

Hoe heet je?          --> comment tu t'appelles ?

Ik heet ...                 --> je m'appelle ...

Hoe oud ben je?  --> tu as quel âge ?

Ik ben ... jaar.         --> j'ai ... ans

Waar woon je?     --> tu habites où ?

Ik woon in ...          --> j'habite à ...

• Maak een grote kring
  
• Gooi de bal in de kring over terwijl de muziek speelt
• Stopt de muziek --> de persoon met de bal geeft antwoord op de vraag in een hele zin

Comment tu t'appelles ?

Comment tu t'appelles ?

Tu as quel âge ?

Tu habites où ?