Seneca 4.1

Seneca 4.1
1 / 10
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Seneca 4.1

Slide 1 - Slide

Gaat het hier om een vooroordeel, om stereotypering of discriminatie? Sleep de uitspraak & beschrijving naar het juiste vakje!
Vooroordeel
Stereotypering
Discriminatie
Wanneer mensen in dezelfde situatie anders worden behandeld.  
Een oordeel hebben over iemand zonder dat je de feiten of die persoon kent.
Een oordeel hebben over een hele groep mensen.

Slide 2 - Drag question

Sleep de kenmerken naar het juiste woord.
Stereotype
Vooroordeel
Als stereotypen als waarheid worden gezien.
Kan zowel positief als negatief zijn.
Kenmerk van de groep wordt sterk overdreven.
Is altijd negatief.

Slide 3 - Drag question

Discriminatie
Gelijkheid
Vooroordeel
Stereotype
Beeld van een groep mensen dat vaak niet klopt. met de werkelijkheid: te eenvoudig of juist overdreven. 
Mening over een persoon of groep die niet op feiten is gebaseerd
Het niet behandelen op hetzelfde niveau of het achterstellen van een groep mensen vanwege kenmerken en eigenschappen
Het begrip dat een ieder op hetzelfde level behandeld wordt, met dezelfde rechten. 

Slide 4 - Drag question

Gaat het hier om een vooroordeel, om stereotypering of discriminatie? Sleep de uitspraak & beschrijving naar het juiste vakje!
Vooroordeel
Stereotypering
Discriminatie
Wanneer mensen in dezelfde situatie anders worden behandeld.  
gevoelens over een persoon of groep die meestal negatief zijn.
algemene ongenuanceerde opvattingen of beelden over de kenmerken
van groepen en hun leden.

Slide 5 - Drag question

Positieve discriminatie houdt in dat
A
Sommige groepen een voordeel krijgen.
B
Sommige groepen benadeeld worden
C
Sommige groepen benadelen hun omgeving
D
Sommige mensen beter zijn in hun werk

Slide 6 - Quiz

Wat is discriminatie?
A
Iemand uitschelden
B
Ruzie zoeken met iemand
C
Iemand slecht behandelen omdat hij/zij anders is
D
Iemand lelijk behandelen omdat hij/zij een andere huidskleur heeft

Slide 7 - Quiz

Wat is tolerantie?
A
Iemand belachelijk maken omdat hij zich anders gedraagt
B
De normen en waarden van anderen accepteren
C
Je aan de wetten houden
D
Mensen in hokjes plaatsen

Slide 8 - Quiz

Een ander woord voor Tolerantie is:
A
Respect
B
Verdraagzaamheid
C
Onverschilligheid
D
Gelijkwaardigheid

Slide 9 - Quiz

Welk woord is weggelaten?

Het ………….............................. van andere normen en waarden, heeft te maken met tolerantie.

A
accepteren
B
verwerpen
C
bestrijden
D
belachelijk maken

Slide 10 - Quiz