H3 leerdoel 7 (GL1D, bijv nw)

1 / 41
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Bienvenue!
à la classe de français

Asseyez-vous 
selon votre plan

Slide 4 - Slide

leerdoel 7
Ik kan:
7. het bijvoeglijk naamwoord correct gebruiken qua vorm en plaats. Ik herken de onregelmatige vormen

Slide 5 - Slide

Zoek de bijvoeglijk naam-woorden (22!)

Slide 6 - Slide

Waar staat het bijv. nw?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Wat valt je op aan de vormen?

Slide 25 - Slide

mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
---
e
meervoud
s
es

Slide 26 - Slide

mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
---
e
meervoud
s
es
Uitzonderingen: 
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
-if
-ive
meervoud
-ifs
-ives
p. ex. sportif

Slide 27 - Slide

mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
---
e
meervoud
s
es
Uitzonderingen: 
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
-ien
-ienne
meervoud
-iens
-iennes
p. ex. italien

Slide 28 - Slide

mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
---
e
meervoud
s
es
Uitzonderingen: 
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
-eux
-euse
meervoud
-eux
-euses
p. ex. dangereux

Slide 29 - Slide

La compétition entre les groupes
1 persoon per groep logt in met de groepsnaam

Slide 30 - Slide

noem zoveel mogelijk bijv. naamwoorden die vóór het zelfstandig naamwoord komen (uit je hoofd!)

Slide 31 - Open question

welk antwoord klopt?
(let op plaats én vorm!)
A
la petit maison
B
la petite maison
C
la maison petite
D
la maison petit

Slide 32 - Quiz

welk antwoord klopt?
(let op plaats én vorm!)
A
le chemin dangereux
B
le chemin dangereuse
C
le dangereux chemin
D
le dangereuse chemin

Slide 33 - Quiz

welk antwoord klopt?
(let op plaats én vorm!)
A
les gentilles filles
B
les gentils filles
C
les filles gentils
D
les filles gentilles

Slide 34 - Quiz

welk antwoord klopt?
(let op plaats én vorm!)
A
les italiens hommes
B
les italiennes hommes
C
les hommes italiens
D
les hommes italiennes

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Slide

parler: ils/ elles (zij praten)
A
ils parle
B
ils parlent
C
ils parlons
D
ils parlez

Slide 37 - Quiz

vendre: il (hij verkoopt)
A
il ven
B
il vende
C
il vent
D
il vend

Slide 38 - Quiz

grandir: vous (jullie groeien/ u groeit)
A
vous grandez
B
vous grandirez
C
vous grandissons
D
vous grandissez

Slide 39 - Quiz

leerdoel 7
Ik kan:
7. het bijvoeglijk naamwoord correct gebruiken qua vorm en plaats. Ik herken de onregelmatige vormen

 

Au travail:
Maak de online opdrachten van GL ch1D

Slide 40 - Slide

Au revoir tout le monde



et à bientôt!

Slide 41 - Slide