PO - Bovenbouw - Hetzelfde maar dan anders

1 / 15
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieLichamelijke opvoeding+3BasisschoolGroep 5-8

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Introduction

Erbij horen is belangrijk en buitensluiten is niet oké. Daar is iedereen het in grote lijnen wel mee eens. Jezelf zijn is daarin óók heel erg belangrijk. Maar is dat wel zo eenvoudig? Helemaal jezelf zijn is eigenlijk nog een stapje ingewikkelder dan we denken. In iedere groep gedraagt iedereen zich namelijk net een beetje anders. En hoewel je je echt ‘jezelf’ voelt en dingen doet die bij je passen zijn er toch steeds verschillen. Hoe dat komt gaan we ontdekken in de les: Hetzelfde, maar dan anders.

Instructions

Hetzelfde maar dan anders is een les waar we nadenken over  in- en uitsluiten en wat dat met iemand kan doen. De leerlingen maken kennis met de fenomenen groepsnormen en groepsdruk

Doel van de les
In deze les leren de leerlingen over normen en normering in groepsverband. De leerlingen gaan actief aan de slag met het herkennen en benoemen in welke verschillende groepen zij zich bevinden. Zij gaan onderzoeken hoe zij zich persoonlijk verhouden tot de groepsnormen en wat zij hierin wel en niet prettig vinden. Waardoor ze hun plek in de samenleving en hun normen beter leren kennen.

Werkvormen

Klassikaal en individueel.
Klassikale introductie en brainstorm, voorbeelden aan de hand van filmpjes, zelfonderzoek aan de hand van een invulformulier afgesloten met een klassikale reflectie.


Kennis/competenties/vaardigheden
Bewustwording, zelfbewustzijn, empathie, betrokkenheid, samenwerken, aanpassingsvermogen, zelfkennis, groepsnormen, groepsverhoudingen, sociologische ontwikkeling

Leerdoelen
Kennis:
De leerlingen...

... weten dat de mensen normen hebben en daar naar handelen
... weten dat ze zelf normen hebben en daar naar handelen
... begrijpen dat er groepsdruk bestaat en dat dit invloed heeft/kan hebben op gedrag
… herkennen normen van persoonlijke sociale omgevingen
… begrijpen dat anderen wellicht andere normen hebben

Vaardigheden:
De leerlingen....

... denken na over eigen normen
... denken na over verschillen in normen
… zijn in staat naar zichzelf te kijken in verschillende sociale contexten
… kunnen vertellen over zichzelf in verschillende contexten
... oefenen met het luisteren naar anderen

Houding:
Open, kritisch, (zelf)refelectief

Burgerschap
Met deze les werk je aan de volgende actuele burgerschapskerndoelen:
  • Kerndoel 1. Veilige schoolcultuur:
  • Zorgen voor een veilige schoolomgeving met aandacht voor diversiteit en inclusie.
  • Stimuleren van kritische denkvaardigheden, morele en ethische oordeelsvorming en het offline en online respectvol communiceren daarover.
  • Kerndoel 2. Diversiteit:
  • In gedrag rekening houden met ervaringen en perspectieven van anderen.
  • Kerndoel 3. Democratische waarden:
  • Verkennen op basis van morele en ethische perspectieven wat rechtvaardigheid en verantwoordelijk handelen betekent voor jezelf.
  • Afwegen hoe het eigen handelen effect heeft op de omgeving en het welzijn van anderen, nu en in de toekomst.
  • Kerndoel 4. Maatschappelijke betrokkenheid:
  • Benoemen en waarderen van de eigen bijdrage aan de samenleving in dagelijkse situaties.
  • Verkennen van de eigen mogelijkheden om maatschappelijke betrokkenheid vorm te geven.
  • Kerndoel 5. Democratische betrokkenheid:
  • Communiceren op een respectvolle wijze
  • Kerndoel 6. Maatschappelijke vraagstukken:
  • Uitdrukken van persoonlijke idealen en opvattingen.
  • Reflecteren hoe de eigen identiteit en waarden het handelen kunnen beïnvloeden.

Worksheets

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Intro

Erbij horen is belangrijk en buitensluiten is niet oké. Daar is iedereen het in grote lijnen wel mee eens. Jezelf zijn is daarin óók heel erg belangrijk. Maar is dat wel zo eenvoudig?
Helemaal jezelf zijn is eigenlijk nog een stapje ingewikkelder dan we denken. In iedere groep gedraagt iedereen zich namelijk net een beetje anders. En hoewel je je echt ‘jezelf’ voelt en dingen doet die bij je passen zijn er toch steeds verschillen.

Hoe dat komt gaan we ontdekken in de les: Hetzelfde, maar dan anders.


Slide 2 - Slide

Doe eens even normaal!

Dat hebben jullie vast allemaal wel eens gehoord. Maar het grappige is dat ‘normaal’ gedrag niet overal hetzelfde is. Binnen elke groep en op elke plek zijn er ongeschreven gedragsafspraken.

In een tram sta je niet te dansen maar in een disco wel. En bij je oma zit je niet op tafel een tosti te eten maar in de sportkantine misschien wel.

De norm zijn de regels en afspraken die je eigenlijk een beetje aanvoelt en overneemt van de rest van een groep. Dit gebeurt in elke groep en in elke situatie.

Slide 3 - Slide

Wat zijn normen?

‘Normen’ zijn iets anders dan regels. Dat je niet zingt in een klas waar een toets wordt gemaakt heeft met schoolregels te maken. Maar zingen in de supermarkt zie je ook niet veel mensen doen. Het is zeker toegestaan maar het is raar en niet NORMaal… toch?

Normen zijn vaak onzichtbaar en ongeschreven, en toch voel je ze aan.
Hoe werkt dat?

Slide 4 - Slide

GROEPSDRUK is heftig

Hoe je je binnen een groep gedraagt, heeft vaak erg veel te maken met hoe de rest zich gedraagt. De 'druk' van een groep speelt een belangrijke rol.

Negatieve groepsdruk kan je dingen laten doen waarvan je eerst denkt: 'NO way dat ik dat zou doen' of waarvan je later denkt: 'Huh, deed ik dat?'

Dit is niet gek en gebeurt.
Dat is groepsdruk.

Belangrijk is om er over na te durven denken, het te bespreken, en om te oefenen met je eigen keuzes maken en grenzen aangeven.

>>> Bekijk het filmpje
LINK: https://www.youtube.com/watch?v=5lH2jd679Qk

Slide 5 - Slide

Positieve groepsdruk

Groepsdruk hoeft niet altijd negatief te zijn. Het kan ook andersom werken.
Als veel mensen opkomen voor iemand die gepest wordt dan zal de pester voelen dat hij in de minderheid is.

Positieve druk kan je ook stimuleren om meer uit jezelf te halen. Denk bijvoorbeeld aan prestaties in een teamsport: als jouw team extra 'vecht' voor de bal in de wedstrijd dan word je meegetrokken in dat gevoel en geef je niet op.

>>>Bekijk evt. het tweede filmpje:

Slide 6 - Slide

Hoe weet je hoe het hoort?

Oké, er zijn dus overal normen. Maar hoe weet je hoe je je gedragen moet? Hoe weet je hoe het 'hoort’?

Het probleem met al die onzichtbare afspraken is dat ze niet voor iedereen automatisch hetzelfde zijn en ook niet altijd voor iedereen duidelijk.
Dit kan soms botsen.

OPTIONEEL: Wil je wat meer ingaan op normen en buitensluiten? Dan kun je nog benoemen dat het in een groep (zoals een klas) zomaar kan gebeuren dat wat voor de een ‘normaal’ is door anderen als raar of zelfs irritant wordt gezien.

In het ergste geval kunnen groepen mensen gaan buitensluiten omdat ze er ‘niet bij passen’. Er is dus blijkbaar een norm waar iemand buiten valt. Het is voor de buitenstaander vaak lastig om erachter te komen wat die norm dan precies is.  Een situatie kan dan steeds erger worden. De weg terug is vaak moeilijk, want... tja... Iedereen mag zijn wie hij is… maar blijkbaar toch ook weer niet helemaal.

Wie er dan schuldig is?
Daar kom je moeilijk uit.

Wat je wel kunt doen, is op tijd samen de norm bepalen. Afspraken maken over omgang én elkaar goed (leren) kennen, dragen hierin bij aan de oplossing.

Slide 7 - Slide

Snel schakelen? Geen probleem!

Bespreek met elkaar dat er verschillen zijn binnen groepen waartussen je bijna automatisch en moeiteloos schakelt.

We horen allemaal bij verschillende groepen met verschillende normen.
Dus we moeten wel schakelen.

Slide 8 - Slide

Tot welke groepen behoor jij?

Tot welke groepen behoor jij allemaal?
Ben je bijvoorbeeld onderdeel van een hechte vriendengroep, heb je een online game-groepje of hoor je bij een hockeyteam? En wat dacht je van je familie, dat is ook een groep!

Het zijn allemaal plekken waar je 'erbij hoort' en dus weet welke onzichtbare regels en afspraken er zijn. Je weet hoe je je gedragen moet.

Slide 9 - Slide

WERKBLAD

We gaan verkennen hoe anders dit voor iedereen is.

Deel de werkbladen uit!

We gaan allemaal vier groepen kiezen waar we onderdeel van uitmaken.

TIP: Start eventueel met een klassikale brainstorm om duidelijk te maken waar we naar op zoek zijn. Schrijf mee op het bord. Dit helpt leerlingen om straks zelf vier omgevingen te kiezen/bedenken.

Slide 10 - Slide

Stap 1 – Jouw groepen
Schijf de 4 groepen die je hebt gekozen in de vakjes 1,2,3 en 4.

Heb je er misschien maar drie kunnen bedenken. Geen probleem dan heb je er voor de opdracht eentje minder.

Slide 11 - Slide

Stap 2 - Wat kan er echt niet?

Schrijf (of teken) nu van elke plek één ding in het ‘verbodsbord’ op wat je echt NIET moet doen binnen deze groep/omgeving, maar wat ergens anders wél kan. Waar ligt de grens? Probeer iets te verzinnen dat specifiek is voor die groep en niet te extreem. Op de tafel staan kun je waarschijnlijk in geen enkele groep. Misschien is slaan en duwen in je voetbalteam wel oké maar doe je dat niet bij je kleine stiefzusje.

Denk goed na!

Slide 12 - Slide

Stap 3 - En andersom…?

Denk nu eens andersom?
Wat kan er in elke groep wél waarvan je denkt: 'Hier wel maar ergens anders? Hmmm, beter van niet…'

Denk aan taalgebruik, kleding, stoeien, etc.

Slide 13 - Slide

Kleuren

Geef nu al jouw groepen een kleur die je bij die groep vindt passen.
Kleur het poppetje in het midden in met die verschillende kleuren.
Dit ben jij!

Lijken jouw groepen qua normen op elkaar? Geef ze dan een kleur die op elkaar lijkt. Zijn ze totaal verschillend, kies dan ook grote kleurverschillen.

Je mag het poppetje kleuren hoe jij wil.
Lopen de kleuren  door elkaar of houdt je het netjes gescheiden? Wat past bij jou? Alles mag!

Slide 14 - Slide

Afsluiting

Je kunt deze opdracht op twee manieren afsluiten.

1) Als jouw groep een veilige groep is, kan je ervoor kiezen om de leerlingen in duo’s de werkbladen te laten bespreken. Elk duo bespreekt in 5 minuten wat ze hebben gemaakt en waarom. Interview elkaar en kom zoveel mogelijk te weten van je klasgenoot. Vraag tot slot klassikaal of iemand wil vertellen wat hij van een ander heeft gehoord wat hij bijzonder, grappig of interessant vond en graag wil delen.

2) Soms kan het prettiger zijn om het resultaat van deze opdracht niet specifiek te bespreken maar juist het proces. Vooral als de groep (nog) geen veilige groep is.
Nabespreken en vragen stellen over de opdracht is dan ook effectief.
Bijvoorbeeld:
  • Was het lastig om te doen?
  • Lijken jouw ‘groepen’ op elkaar?
  • Heeft iemand grote verschillen in normen van zijn groepen?
  • Wil iemand iets delen/vertellen?
  • Kijk je nu anders naar jezelf binnen groepen?
  • Kijk je nu anders naar anderen?
  • Etc.

Slide 15 - Slide

Conclusie

Je bent overal hetzelfde, maar dan anders!

Vertel tot slot dat iedereen overal zichzelf is maar dat er dus verschillend gedrag hoort bij ‘jezelf’ zijn. Je bent overal hetzelfde, maar steeds net een beetje anders.

Het is vooral belangrijk om elkaar hierin te leren kennen en het is ook niet gek om elkaar af en toe te vertellen over deze verschillende normen zonder een mening klaar te hebben of groepen meteen te veroordelen. Als je meer van elkaar weet, kun je elkaar ook beter begrijpen.   

Optioneel: Hang alle werkbladen op. Zo kun je er nog eens naar kijken met elkaar en kom je meer te weten over de ander en jezelf.