Kenmerkend voor het wereldbeeld van romanschrijvers uit de periode na WOII was een houding van
tegendraadsheid en
non-conformisme:
-gedichten, romans, verhalen waren uitingen van verzet tegen de verzuiling, restauratie, preutsheid en burgerlijke braafheid
-taboes werden doorbroken, vooral op het gebied van (homo)seksualiteit
-gebruik van alledaags taalgebruik en schuttingtaal in de literatuur
-kritiek op rol Nederlanders in WOII -> positieve beeld verzet wordt in twijfel getrokken