1. Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen directe en indirecte ruil.
2. Je kunt de geldfuncties noemen en er voorbeelden bij geven.
3. Je kunt het verschil tussen chartaal en giraal geld uitleggen.
4.Je kunt drie manieren van giraal betalen noemen.
5.Je kunt met een berekening het saldo op je bankrekening checken.