2 v20 september

Les moyens de transport
(trek een lijn)
Lever in. Wie is het snelst?
timer
5:00
1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolmavoLeerroute MLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Les moyens de transport
(trek een lijn)
Lever in. Wie is het snelst?
timer
5:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Bienvenue dans la classe
 2V- vendredi 20 septembre

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Afspraken
BINNEN=BEGINNEN
LESBOEK  OP TAFEL
STILTE BIJ UITLEG
WATERFLES V/D LES
Rood = stilte bij uitleg / of in stilte werken

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Au programme
  • Lesopening ( 5 min.)
  • Lesdoelen en programma (5 min.)
  • Répétition  (5 min.)
  • Au travaille / aan het werk  - B-Lire (30 min.)
  • La fin / Les devoirs ( 5 - 10 min.)

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Les buts
  • Ik haal de kern uit een fotoreportage
  • Ik leer woorden over vakantie
  • Ik kan de verleden tijd gebruiken
  • Ik kan de betekenis van woorden raden

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

La méteo?
A
Het weerbericht
B
De zon
C
De regen
D
De wind

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions


A
Il fait mauvais
B
Il pleut
C
Il fait beau
D
Il fait froid

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Au début il fait froid
A
In het begin is het koud
B
In het begin is het warm
C
In het begin is het regenachtig
D
Daarna is het koud

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Au début il fait froid
A
In het begin is het koud
B
In het begin is het warm
C
In het begin is het regenachtig
D
Daarna is het koud

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Au travail
Wat?
Chap 1. LIRE B 9 10,11 & 12 A (p.26/27)
Hoe?
Klassikaal en individueel. Fluisterend
Hoelang?
10 minuten
timer
10:00

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Terugblik 
Wat is belangrijk bij lezen?
Welke twee woorden heb je geleerd?
Wat is: il fait beau, il fait mauvais, il fait froid et il fait chaud
Hoe kun je de betekenis van woorden raden?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk 
Woensdag 25 september
Voca A & B, p. 50
Frans-Nederlands
Nederlands-Frans



Slide 12 - Slide

Waarom? Kan ik zien hoe je schrijft. Weet ik meer over wie je bent!
Wat is het franse woord voor jaargetijde?
Welke jaargetijden hoor je?
Binnen hoeveel tijd draait de aarde 1 keer  om de zon?

Slide 13 - Slide

Waarom? Kan ik zien hoe je schrijft. Weet ik meer over wie je bent!

Slide 14 - Video

This item has no instructions