What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Toetsweek Quizz
Toetsweek Quizz
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Toetsweek Quizz
Slide 1 - Slide
Onderdeel 1: Tekstverbanden
Slide 2 - Slide
Er volgen nu een aantal stellingen. Kies de juiste stelling.
Slide 3 - Slide
Welke stelling is juist?
A
Tekstverbanden helpen je om een tekst sneller te lezen.
B
Tekstverbanden helpen om een tekst beter te begrijpen.
C
Signaalwoorden zijn de belangrijkste woorden uit een alinea.
D
Signaalwoorden herken je vaak aan verbanden.
Slide 4 - Quiz
Welke stelling is juist?
A
Een concluderend verband laat een overeenkomst of verschil zien.
B
Een opsommend verband geeft gebeurtenissen in de juiste (tijds)volgorde aan.
C
Bij een samenvattend verband wordt extra informatie gegeven.
D
Een toegevend verband geeft een andere kant van de zaak aan.
Slide 5 - Quiz
Welke stelling is juist?
A
Een doel-middelverband geeft aan wat er nodig is om een doel te bereiken.
B
Een voorwaardelijk verband geeft aan waarom iemand iets doet of vindt.
C
Signaalwoorden horen maar bij 1 specifiek tekstverband.
D
Een vergelijkend verband laat alleen overeenkomsten zien.
Slide 6 - Quiz
Welke stelling is juist?
(meer antwoorden mogelijk)
A
Bij een concluderend verband trekt de schrijver een conclusie uit eerdere infromatie.
B
Bij een samenvattend verband geeft de schrijver een verkorte weergave van eerdere informatie uit de tekst.
C
Een toegevend verband maakt duidelijk onder welke voorwaarden iets gebeurt.
D
Een oorzakelijk verband laat zien waardoor iets gebeurt.
Slide 7 - Quiz
Sleepvraag; sleep de signaalwoorden naar het juiste tekstverband.
Slide 8 - Slide
Doel-middelverband
Opsommend verband
(maar) ook
om te
met behulp van
ten eerste
door middel van
vervolgens
Slide 9 - Drag question
Tegenstellend verband
Chronologisch verband
echter
daarentegen
later
ondanks dat
uiteindelijk
vervolgens
Slide 10 - Drag question
Concluderend verband
Samenvattend verband
al met al
kortom
daarom
dus
dat houdt in
samengevat
Slide 11 - Drag question
Onderdeel 2: Feit, mening en argument
Slide 12 - Slide
De volgende vragen gaan over de film "Spijt" van Carry Slee.
Kies bij elke uitspraak of het gaat om een
feit
of een
mening
.
Slide 13 - Slide
Het lijkt alsof de acteurs er zelf in moeten komen, want pas halverwege de film is het acteerwerk echt overtuigend.
A
Feit
B
Mening
Slide 14 - Quiz
In de film spelen veel jonge auteurs die voor het eerst in een film spelen.
A
Feit
B
Mening
Slide 15 - Quiz
In het boek speelt Jochem die wordt gepest door klasgenoten, de hoofdrol.
A
Feit
B
Mening
Slide 16 - Quiz
Alle middelbare scholieren zouden de film moeten gaan zien.
A
Feit
B
Mening
Slide 17 - Quiz
Pesten is de laatste tijd veel in het nieuws.
A
Feit
B
Mening
Slide 18 - Quiz
Het resultaat is indrukwekkend: ‘Spijt’ is een film die je niet snel zult vergeten!
A
Feit
B
Mening
Slide 19 - Quiz
Het boek ‘Spijt’ van Carry Slee is verfilmd.
A
Feit
B
Mening
Slide 20 - Quiz
Er volgen nu een aantal stellingen. Geef bij elke stelling aan of deze
waar
of
nietwaar
is.
Slide 21 - Slide
Een feit is waar.
A
waar
B
nietwaar
Slide 22 - Quiz
Wat iemand van iets vindt noemen we een mening.
A
waar
B
nietwaar
Slide 23 - Quiz
Lees onderstaande zinnen....
Giovanni Pierrelli is de bedenker van de pizza.
Pizza deeg wordt altijd bedekt met tomatensaus.
Slide 24 - Slide
Beide zinnen zijn feiten.
A
waar
B
nietwaar
Slide 25 - Quiz
Een mening herken je altijd aan signaalwoorden.
A
waar
B
nietwaar
Slide 26 - Quiz
Een schrijver kan argumenten geven om zijn mening uit te leggen.
A
waar
B
nietwaar
Slide 27 - Quiz
Onderdeel 3: Woordenschat
Slide 28 - Slide
Sleepvraag; maak de juiste combinaties.
Slide 29 - Slide
Erfgenaam
Diplomatieke
Gezag
In te lijven
Vazal
Gewesten
Gebieden/provincies
iemand die recht heeft op (een deel van) een erfenis
Aan eigen land toe te voegen
Leenman
Macht
Staatkundige; op politiek overleg gerichte
Slide 30 - Drag question
Onenigheid
Aan banden leggen
Causaal
Conservatief
Mantra's
amateur
Oorzaak-gevolg
Behoudend; niet van veranderingen houdend
zinnen die steeds worden herhaald
Beperken
meningsverschil
iemand die iets niet als beroep doet, maar voor zijn plezier
Slide 31 - Drag question
Bewierookte
R
egionen
Kwalitatief
Kwantitatief
Intellectuele
Sabotage
Gebieden
Te maken hebbend met de hoeveelheid
Geprezen
verstandelijke, geestelijke
Iets opzettelijk in de war sturen
Te maken hebbend met de kwaliteit
Slide 32 - Drag question
More lessons like this
Toetsweek Quizz
21 days ago
- Lesson with
39 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Het beschrijvend verband
March 2021
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
HET SCHOOLADVIES: Goed leren debatteren met een korte film
March 2024
- Lesson with
11 slides
by
Filmeducatie
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3
Filmeducatie
Algemene les: Goed leren debatteren met een korte film
March 2024
- Lesson with
11 slides
by
Filmeducatie
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3
Filmeducatie
VLEKKENLOOS: Goed leren debatteren met een korte film
March 2024
- Lesson with
11 slides
by
Filmeducatie
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3
Filmeducatie
MOFFENMEID: Goed leren debatteren met een korte film
March 2024
- Lesson with
11 slides
by
Filmeducatie
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3
Filmeducatie
COMING IN: Goed leren debatteren met een korte film
March 2024
- Lesson with
11 slides
by
Filmeducatie
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3
Filmeducatie
WIT IS OOK EEN KLEUR: Goed leren debatteren met een korte film
March 2024
- Lesson with
10 slides
by
Filmeducatie
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3
Filmeducatie