Burgerschap - Mondelinge communicatie | 'Dingen die stiekem niet deugen'


In gesprek!
1 / 9
next
Slide 1: Slide
Begrijpend lezenBurgerschapBasisschoolGroep 5-8

This lesson contains 9 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson


In gesprek!

Slide 1 - Slide

Ik kan beargumenteren of ik het eens of oneens ben
met een stelling.

Gespreksregel:
De ander begrijpt mij (mijn zinnen zijn grammaticaal
correct en dus begrijpelijk).

Slide 2 - Slide

Pak je aantekeningen van de vorige les erbij!
Wat heb jij geleerd van de tekst?
Stelling:
Ik sta na het lezen van de tekst meer stil bij alle producten waar delfstoffen in zitten.
Eens
Oneens

Slide 3 - Slide

Ben je het eens of oneens?
Er is geen fout antwoord!
Stelling:

Mensen zouden minder producten met delfstoffen moeten kopen.
Reageren op stellingen
Zoek argumenten voor je mening in de tekst!

Vul als je wil nog aan met eigen argumenten.
Krijg je de beurt? Denk dan aan het volgende:
  • Ik wacht op mijn beurt
  • Ik praat in goede zinnen
  • Ik spreek verstaanbaar

Slide 4 - Slide

Ben je het eens of oneens?
Er is geen fout antwoord!
Stelling:

Alle mijnen zouden gesloten moeten worden.
Reageren op stellingen
Zoek argumenten voor je mening in de tekst!

Vul als je wil nog aan met eigen argumenten.
Krijg je de beurt? Denk dan aan het volgende:
  • Ik wacht op mijn beurt
  • Ik praat in goede zinnen
  • Ik spreek verstaanbaar

Slide 5 - Slide

Ben je het eens of oneens?
Er is geen fout antwoord!
Stelling:

Producten met delfstoffen moeten duurder gemaakt worden.
Reageren op stellingen
Zoek argumenten voor je mening in de tekst!

Vul als je wil nog aan met eigen argumenten.
Krijg je de beurt? Denk dan aan het volgende:
  • Ik wacht op mijn beurt
  • Ik praat in goede zinnen
  • Ik spreek verstaanbaar

Slide 6 - Slide

Ben je het eens of oneens?
Er is geen fout antwoord!
Stelling:

Bedrijven moeten weigeren iets te kopen uit mijnen waar kinderen werken.
Reageren op stellingen
Zoek argumenten voor je mening in de tekst!

Vul als je wil nog aan met eigen argumenten.
Krijg je de beurt? Denk dan aan het volgende:
  • Ik wacht op mijn beurt
  • Ik praat in goede zinnen
  • Ik spreek verstaanbaar

Slide 7 - Slide

Hoe is het gegaan?


Ben je tevreden over hoe het ging?
Wat zijn eventuele verbeterpunten?
Waar ben je trots op?

Slide 8 - Slide

Tot de 
volgende keer!

Slide 9 - Slide