basisstof 4 Gezonde voeding

Neem je laptop (dicht) en boeken voor
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Neem je laptop (dicht) en boeken voor

Slide 1 - Slide

Programma
Vragen presentaties
Uitleg basisstof 4 (leg je schrift voor aantekeningen alvast klaar)
Afmaken opdrachten 2.4 Gezonde voeding
Afsluiting

Slide 2 - Slide

Thema 2 Voeding en vertering
2.1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.2 Het verteringsstelsel
2.3 De organen voor vertering
2.4 Gezonde voeding
2.5 Voedselbederf

Slide 3 - Slide

Leerdoelen basisstof 4 Gezonde voeding
- Je kunt met de schrijf van vijf adviezen voor een gezonde voeding geven 
- Je weet wat een gezond gewicht is en hoe je dit kan bereiken
- Je kunt mogelijke oorzaken en gevolgen van eetstoornissen noemen en enkele voorbeelden geven

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

De schijf van vijf
1. groente en fruit
2.brood, granen & aardappelen
3.zuivel, noten, vis, vlees en ei
4. olie en vetten
5. dranken (water)

(eet vooral van de grootste 2 schijven!)

Slide 6 - Slide

Voordelen van de schijf van 5

- de kans op hart- en vaatziekten en kanker wordt verkleint

- je krijgt voldoende mineralen, vitamines, eiwitten, koolhydraten, vetten en vezels binnen (alle voedingsstoffen)

- je blijft gemakkelijker op gewicht en vergroot de kans op een gezonde oude dag

Slide 7 - Slide

Brood- en graanproducten

Vooral koolhydraten:


Volkorenbrood en volkoren bolletjes
  Bruinbrooden bruine bolletjes  
Volkoren krentenbrood en volkoren mueslibrood 
Roggebrood
Zilvervliesrijst
Aardappel

Macaroni
Volkoren bulgur








 

  

  

 

 

  

  




Slide 8 - Slide

Groente en fruit
Vooral vitaminen:

- Verse groente / fruit
- Diepsvries groente / fruit zonder toegevoegd suiker en zout
- Groente in blik zonder toegevoegd suiker en zout
- Gepureerde groente / fruit
- Gedroogd fruit

Slide 9 - Slide

Vis, peulvruchten, vlees, ei, noten en zuivel

Vooral eiwitten:


- Vis (vooral vette vis)
- Schaal- en schelp dieren
- Peulvruchten, zoals linzen en bruine bonen 
- Onbewerkt vlees, zoals kipfilet, kipdrumstick, kalkoenfilet, (extra) mager gehakt, biefstuk, magere runderlappen, sukadelap, varkenshaas
- eieren

Slide 10 - Slide

Dranken


Vooral water:

- water (met smaakje)

- groene thee

- koffie


Slide 11 - Slide

Smeer- en bereidingsvetten


Vooral vetten:


- Zachte margarine of halvarine voor op brood            
- Vloeibare margarine en vloeibaar bak-en-braadvet
- De meeste plantaardige oliën, zoals olijfolie en zonnebloemolie 

Slide 12 - Slide

Gewicht en erfelijke eigenschappen
Energiebehoefte afhankelijk van geslacht, leeftijd, lichaamsgrootte, lichamelijke inspanning, klimaat en seizoen.

Erfelijk:
De een heeft een zwaardere bouw dan de ander. 
De stofwisseling kan verschillen.
De dikte van de onderhuidse vetlaag bij ieder mens verschillend.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Berekenen Energie
Je lichaam gebruikt voeding als brandstof. 
De verbranding levert energie.. maar hoeveel?

1 kcal = 4,2 kJ

Slide 15 - Slide

Berekenen BMI
Volgens boek kun je met BMI 'gezond' gewicht berekenen.
Alleen dat zegt niet of je gezond bent. 


Slide 16 - Slide

Berekenen BMI
Volgens boek kun je met BMI 'gezond' gewicht berekenen.
Alleen dat zegt niet of je gezond bent. 




Stel, meisje van 14 is 1,50m lang en weegt 50kg. 

Slide 17 - Slide

Oefenen
  • Sam is een jongen van 13 jaar. Hij weegt 50 kg en is 1,58m lang.
  • Lengte x lengte = 2,5.     Gewicht/2,5= 20.     BMI= 20
  • Lotte is een meisje van 14 jaar. Ze weegt 52 kg en is 1,69m lang. 
  • Lengte x lengte = 2,85. Gewicht/2,85= 20. BMI= 18,2
  • Cas is een jongen van 12 jaar. Hij weegt 64 kg en is 1,55 m lang.
  • Lengte x lengte = 2,4. Gewicht/2,4= 27.  BMI= 27

Slide 18 - Slide

Overgewicht en ondergewicht
Gevolgen overgewicht (teveel voedingsstoffen):
– grotere kans op hart- en vaatziekten en suikerziekte;
– sneller klachten aan rug, nek, knieën, enkels en voeten.

Gevolgen ondergewicht (te weinig voedingsstoffen):
– snel ziek;
– bloedarmoede.



Slide 19 - Slide

Eetstoornissen
  • anorexia nervosa -> is niet te dik maar voelt zich wel zo. Te weinig eten. Geen energie hebben, vatbaar voor ziekten, problemen met maag en gebit.
  • boulimia nervosa -> hetzelfde als anorexia maar dan met eetbuien en braken en laxeermiddelen.
  • eetbuistoornis -> eet veel en braakt het niet uit dus komt veel aan (obesitas)

Slide 20 - Slide

Aan de slag 
Maken: opdrachten van 2.4










Slide 21 - Slide