What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Bijwoordelijke bepaling 2A
Bijwoordelijke bepaling
We noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de ‘
prullenbak
’. Alles wat je overhoudt, noem je bijwoordelijke bepaling.
1 / 40
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
This lesson contains
40 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Bijwoordelijke bepaling
We noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de ‘
prullenbak
’. Alles wat je overhoudt, noem je bijwoordelijke bepaling.
Slide 1 - Slide
Bijwoordelijke bepaling
Doel:
Na deze les weet ik wat de bijwoordelijke bepaling is
Ik kan de bijwoordelijke bepaling aanwijzen in de zin
Slide 2 - Slide
Vandaag leer je...
-Wat een bijwoordelijke bepaling is.
-Hoe je een bijwoordelijke bepaling kan vinden.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Welke vraag(en) stel je ook alweer om de bijwoordelijke bepaling te bepalen?
waar= bijwoordelijke bepaling van plaats
wanneer= bijwoordelijke bepaling van tijd
hoe = bijwoordelijke bepaling van reden
Slide 5 - Slide
Bijwoordelijke bepaling
A
geeft o.a. antwoord op vragen: waar en wanneer
B
Is een prullenbak!
C
Alles wat overbljft
Slide 6 - Quiz
Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Gisteren hebben we de bijwoordelijke bepaling behandeld.
A
we
B
hebben behandeld
C
de bijwoordelijke bepaling
D
gisteren
Slide 7 - Quiz
bijwoordelijke bepaling
Mijn iPad
heb
ik
het tweede uur
aan Joey
uitgeleend.
Slide 8 - Drag question
Bijwoordelijke bepaling(en)
Ik
nooit
heb
gewonnen.
met de andere quizzen
Slide 9 - Drag question
Bijwoordelijke bepaling(en)
Ik
mijn huiswerk
heb
af.
bijna altijd
Slide 10 - Drag question
Sleep de zinsdelen die een bijwoordelijke bepaling zijn naar de box.
Vanmorgen
ging
de buurman
over straat
Slide 11 - Drag question
lijdend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
onderwerp
bijwoordelijke bepaling
werkwoordelijk gezegde
Hij
viert
zijn verjaardag
dit weekend.
inderdaad
Slide 12 - Drag question
In een zin kunnen meerdere bijwoordelijke bepalingen staan, maar het kan ook zo zijn dat er geen bijwoordelijke bepaling in de zin staat.
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quiz
Rico : Een zin kan meer dan een bijwoordelijke bepaling
hebben.
Raya : Het woord 'niet' is in een zin altijd een bijwoordelijke
bepaling.
A
Rico en Raya hebben beide gelijk.
B
Rico en Raya hebben beide ongelijk.
C
Rico heeft gelijk; Raya niet.
D
Raya heeft gelijk; Rico niet.
Slide 14 - Quiz
Heeft een zin altijd een bijwoordelijke bepaling?
A
ja
B
nee
Slide 15 - Quiz
Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Vandaag hebben we de bijwoordelijke bepaling behandeld.
A
Vandaag
B
we
C
de bijwoordelijke bepaling
D
hebben behandeld
Slide 16 - Quiz
Een bijwoordelijke bepaling..
A
zijn overgebleven zinsdelen
B
staan meestal niet in de zin
C
kun je vinden als je het gezegde hebt
D
valt niet onder zinsdelen
Slide 17 - Quiz
Je vindt bijwoordelijke bepalingen door vraagwoorden te gebruiken, zoals:
A
de, het, een
B
waar, wanneer, hoe, waarom, waarmee
C
ik, jij, zij, hem
D
wie, wat
Slide 18 - Quiz
Het tweede beeldscherm
is
aangekomen.
eindelijk
bijwoordelijke bepaling
Slide 19 - Drag question
De docent wiskunde
heeft
Amber
uitleg
gegeven.
na het laatste lesuur
bijwoordelijke bepaling
Slide 20 - Drag question
Je
moet
Diana
beloven.
niets
bijwoordelijke bepaling
Slide 21 - Drag question
bijwoordelijke bepaling
Mijn iPad
heb
ik
het tweede uur
aan Joey
uitgeleend.
Slide 22 - Drag question
Sleep de zinsdelen die een bijwoordelijke bepaling zijn naar de box.
Vanmorgen
ging
de buurman
over straat
Slide 23 - Drag question
lijdend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
onderwerp
bijwoordelijke bepaling
werkwoordelijk gezegde
Hij
viert
zijn verjaardag
dit weekend.
inderdaad
Slide 24 - Drag question
Het meewerkend voorwerp
Het meewerkend voorwerp is vaak de andere persoon in de zin.
Je kan voor het meewerkend voorwerp 'aan' of 'voor' zetten.
Slide 25 - Slide
Wat is het meewerkend voorwerp?
Een meewerkend voorwerp is degene die iets ontvangt, verneemt of van wie iets wordt afgenomen.
In een zin kan maar één meewerkend voorwerp staan.
niet in iedere zin zit een meewerkend voorwerp.
Slide 26 - Slide
Meewerkend voorwerp
Het meewerkend voorwerp geeft aan
voor wie iets bestemd is
.
Niet in elke zin staat een meewerkend voorwerp.
Slide 27 - Slide
LET DUS OP!
Als er 'aan' of 'voor' bij het meewerkend voorwerp staat, dan hoort dat altijd bij het meewerkend voorwerp!
Slide 28 - Slide
Meewerkend voorwerp
Hoe haal je het meewerkend voorwerp uit de zin?
Slide 29 - Slide
Een meewerkend voorwerp...
A
… begint altijd met een voorzetsel.
B
… begint nooit met een voorzetsel.
C
… kan met een voorzetsel beginnen, maar dat hoeft niet.
D
… geen idee wat dat is.
Slide 30 - Quiz
Het meewerkend voorwerp is altijd een 'wie'.
A
ja
B
nee
Slide 31 - Quiz
Wat is het meewerkend voorwerp?
Zij heeft het ons toch verteld.
A
zij
B
heeft
C
ons
D
toch
Slide 32 - Quiz
Het meewerkend voorwerp...
A
aan wie of voor wie
B
wie + gezegde + onderwerp
C
wat + gezegde + onderwerp
D
is altijd een voorwerp
Slide 33 - Quiz
Is dit een meewerkend voorwerp?
'Wil hij een ijsje
van mij
hebben?'
A
ja
B
nee
Slide 34 - Quiz
meewerkend voorwerp
Haar moeder
een lange preek.
gaf
haar
Slide 35 - Drag question
meewerkend voorwerp
Klas 2D
chocola.
geeft
mevrouw Rosink
Slide 36 - Drag question
meewerkend voorwerp
Het meisje
al
had
de uitnodigingen voor het feest
aan de hele klas
gegeven.
Slide 37 - Drag question
meewerkend voorwerp
Het meisje
elke dag
brengt
haar paard
hooi.
Slide 38 - Drag question
meewerkend voorwerp
Mijn iPad
heb
ik
het tweede uur
aan Joey
uitgeleend.
Slide 39 - Drag question
meewerkend voorwerp
Mijn airpods
heb
ik
het tweede uur
aan Joey
uitgeleend.
Slide 40 - Drag question
More lessons like this
Bijwoordelijke bepaling
March 2024
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
5.7 Bijwoordelijke bepaling
May 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
8. Bijwoordelijke bepaling
September 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Bijwoordelijke bepaling
September 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Blok 5 grammatica klas 2 kgt
May 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Bijwoordelijke bepaling
June 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Bijwoordelijke bepaling
15 days ago
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Bijwoordelijke bepaling 2A
February 2024
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2