T2B 28/1 GR zd wwg en lv hfst 3 herhaling

Lesdoel: herhaling grammatica (pv wwg ow lv)
Je weet hoe je de verschillende zinsdelen vinden kunt.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lesdoel: herhaling grammatica (pv wwg ow lv)
Je weet hoe je de verschillende zinsdelen vinden kunt.

Slide 1 - Slide

De persoonsvorm hoort altijd bij het werkwoordelijk gezegde.
A
goed
B
fout

Slide 2 - Quiz

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
Alle werkwoorden in een zin met uitzondering van de persoonsvorm
B
De persoonsvorm en alle zelfstandig naamwoorden in een zin
C
Alle werkwoorden in een zin inclusief de persoonsvorm
D
Het werkwoordelijk gezegde is een andere naam voor de persoonsvorm

Slide 3 - Quiz

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin?
Klaas zag ik gisteren op de hoek van de Satijnstraat.
A
Zag ik
B
Op de hoek van de Satijnstraat
C
Zag
D
Gisteren

Slide 4 - Quiz

Met welk vraag vind je het onderwerp in een zin?
A
Wie/wat + onderwerp?
B
Wie/wat + pv/wwg?
C
Waar/wie + pv/wg?
D
Waarom/wat + pv/wwg?

Slide 5 - Quiz

Wat is het onderwerp uit de volgende zin:
De zussen van Irma hebben gisteravond pannenkoeken gebakken.
A
De zussen
B
pannenkoeken
C
De zussen van Irma
D
hebben gebakken

Slide 6 - Quiz

Hoe vind je het lijdend voorwerp?

Slide 7 - Open question

Goed om te weten
1. Er staat altijd maar één lijdend voorwerp in een zin
.

2. Een lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel.


Slide 8 - Slide

Wat is het lv? Gelukkig heeft de loodgieter het lek in ons dak snel kunnen repareren.

Slide 9 - Open question

Bedenk zelf een zin met een lijdend voorwerp. Geef aan welk deel het lv is.

Slide 10 - Open question

Wat wist je al?

Slide 11 - Open question

Wat heb je geleerd?

Slide 12 - Open question

Is er iets wat je nog niet zo goed snapt?
Zo ja, schrijf dit op.

Slide 13 - Open question

Hoe vond je deze oefening?

Slide 14 - Open question