Het oplevende nationalisme
vooral in Oost-Europa leefde het nationalisme op. In de Sovjet-Unie was nationalisme van de niet Russische volkeren altijd onderdrukt. Toen Gorbatsjov vrije verkiezingen toestond, kwamen overal nationalisten aan de macht. Binnen de korste keren verklaarden Estland, Letland, Litouwen en Georgië zich onafhankelijk. De anticommunistische Boris Jeltsin werd president. Oude communisten probeerden de Sovjet-Unie nog te redden door een staatsgreep te plegen dit mislukte . UIteindelijk hief Jeltin de Sovjet-Unie nog hetzelfde jaar op. In plaats van deze superstaat kwamen er vijftien onafhankelijke staten.