H2.6

Hoofdstuk 2.6
1 / 35
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 2.6

Slide 1 - Slide

Vandaag
- Inchecken
- Herhaling + huiswerk §2.5 bespreken
- Uitleg §2.6
- Morgen afhebben: §2.6. Opdr. 2+3 

Slide 2 - Slide

Noem de 8 geofactoren.

Slide 3 - Open question

Wat betekent dynamisch?
(als we spreken over een dynamisch landschap)

Slide 4 - Open question

Verklaar het kleurverschil tussen de bodems in het tropisch regenwoud en de bodems in de gematigde zone.

Slide 5 - Open question

Huiswerk: opgave 4a
De invloed  welke klimaatfactor zie je in deze bron?

Klimaat 

Slide 6 - Slide

Hoe hoger de breedteligging, des te minder bos er op aarde voorkomt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Hoe lager de breedteligging, des te meer humus de bodem bevat
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Bij de overgang van naaldwoud naar toendra wordt het bos geleidelijk steeds opener
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Op de steppen groeien wel bomen, op de savanne niet
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Opdracht 4b (overige beweringen)
C: Droge gebieden kennen ophopingen van kalk in de bodem - juist
D: De meest humusrijke bodems vinden we op de relatief warme steppes - onjuist
F: Door de warmte en vochtigheid van het klimaat in de tropen is de bodem tot grote diepte ontwikkeld - juist

Slide 11 - Slide

Opdracht 4c
De steppes worden tegenwoordig gebruikt om graan te verbouwen

Slide 12 - Slide

Opdracht 5
Op de toendra vind je veenvorming, omdat de ondergrond bevroren is. De toplaag ontdooit, waardoor er moerassen ontstaan, waar plantenresten zich ophopen.
Door het ontdooien komt methaangas (CH4) vrij, waardoor het broeikaseffect verder versterkt wordt. 

Slide 13 - Slide

Opdracht 6
a. Gebieden die het snelst opwarmen liggen rond de Noordelijke IJszee
b. India, Indonesië, Midden-Amerika
c. de kaartenmakers denken dat die landen maar een beperkt vermogen hebben zich aan te passen aan de veranderende omstandigheden.

d. Bijv. het zijn speciaal gekweekte druivenrassen die tegen ons klimaat kunnen (ook in de Moezel al lange tijd wijnbouw)
Wij houden het hele jaar door neerslag; temperatuur blijft ook in de marges van het C-klimaat

Slide 14 - Slide

§2.6: mens en landschap 2




  • Door welke menselijke ingrijpen ontstaat landdegradatie?

  • Waarom vindt er versnelde bodemerosie plaats als gevolg van ontbossing?

  • Op welke manier kan je landdegradatie tegengaan?




Slide 15 - Slide

Kwetsbare landschapzones

Slide 16 - Slide

Kwetsbaar vooral bij:
  • lange droge periodes
  • veel reliëf
  • groot neerslagoverschot

Slide 17 - Slide

Landdegradatie

Slide 18 - Slide

Landdegradatie =
Afname van de kwaliteit van de bodem of ondergrond door processen als versnelde bodemerosie en verzilting.
 


Landbouwgrond is niet meer geschikt voor het verbouwen van gewassen

Slide 19 - Slide

Landdegradatie
Dit kan ontstaan door overbeweiding, waardoor uiteindelijk verwoestijning kan ontstaan. 

Slide 20 - Slide

Oorzaak?
natuur of mens

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Versnelde bodemerosie
Wegspoelen of -waaien van bodemdeeltjes als gevolg van:
  • Ontbossing/cultivering 
  • Overbeweiding

Vegetatie houdt bodem bij elkaar, remt water en breekt de wind. 

> oplossing?

Slide 23 - Slide

Geef een oplossing om versnelde bodemerosie tegen te gaan

Slide 24 - Open question

Verwoestijning
door:
Ontbossing/overbeweiding -> minder vegetatie --> wind krijgt vrij spel -> verwoestijning

(N.B. NIET door klimaatverandering!)Gevolgen: 
Steeds minder plantenmassa 
Wind krijgt vrij spel  zand verplaatst zich
 
> oplossing?

Slide 25 - Slide

Verklaar hoe het kan dat er meer verwoestijning zal ontstaan wanneer de bevolkingsdruk toeneemt.

Slide 26 - Open question

Bevolkingsdruk
3 gevolgen: 
- Meer vee nodig --> overbeweiding. 
- Minder tijd voor de akkers om braak te liggen. 
- Gebruik van hout zorgt voor bodemerosie. 

Slide 27 - Slide

Verzilting
Zouter worden van de bodem door verkeerde irrigatiemethodes.

-> Water verdampt, zout blijft achter in de poriën. 

> oplossing?  

Slide 28 - Slide

Geef een oplossing om verzilting tegen te gaan

Slide 29 - Open question

Soorten irrigatie

Slide 30 - Slide

Duurzaam landgebruik
Het land zo gebruiken dat deze voor toekomstige generaties ook nog bruikbaar is.

Denk aan:
  • bedekt houden met vegetatie
  • verschillende gewassen i.p.v. monocultuur
  • aanleg van terrassen
  • drainage of druppelirrigatie

Slide 31 - Slide

Klimaatverandering
  • aride zone: kwetsbare vegetatie, gevoelig voor landdegradatie
  • vochtige zones: gevoelig voor versnelde bodemerosie
  • polaire zone: smelten landijs en permafrost -> methaan -> versterking broeikaseffect

Oplossing: duurzame energiebronnen

Slide 32 - Slide

Welke 3 dingen heb je geleerd?

Slide 33 - Open question

Over welke 2 dingen heb je je verwonderd?

Slide 34 - Open question

Welke vraag wil je nog stellen?

Slide 35 - Open question