5H 13.1&13.2 Ademen en Gaswisseling

1 / 42
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Sleep de organen naar het juiste orgaanstelsel
Ademhalingsstelsel
Verteringsstelsel
Bloedvatenstelsel
Hart 
Bloedvaten
Neus
Lever
Maag
Longen
Darmen

Slide 2 - Drag question

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Sleep de namen naar het juiste onderdeel van het adem-
halingsstelsel.

Let op:
1 woord kan je niet gebruiken en 1 legenda item kan je niet invullen
Luchtpijp
Hoofd-bronchiën
Luchtpijptakje
Longblaasje
Rechterlong
Linkerlong

Slide 10 - Drag question

Welke weg legt de ingeademde lucht achtereenvolgens af in je ademhalingsstelsel?
Sleep de onderdelen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6
strottenhoofd
longblaasjes
keelholte
bronchiën
neusholte
luchtpijp

Slide 11 - Drag question

Welke spieren trekken samen bij een normale uitademing?
A
Tussenribspieren
B
Middenrif
C
Tussenribspieren en middenrif
D
Geen

Slide 12 - Quiz

Hoe beweegt het middenrif bij een inademing?
A
Richting buik; wordt korter en platter
B
Richting buik; wordt langer en boller
C
Richting borst; wordt langer en platter
D
Richting borst; wordt korter en boller

Slide 13 - Quiz

Welke spieren trekken extra (hard) samen bij hard uitademen / schreeuwen?
A
Middenrif
B
Tussenribspieren
C
Buikspieren
D
Tussenribspieren en buikspieren

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

De vitale capaciteit is de hoeveelheid lucht die je ...
A
ververst in rust
B
extra kan inademen
C
extra kan uitademen
D
extra kan in- en uitademen + je normale ademvolume

Slide 22 - Quiz

Wat is de dode ruimte?
A
Longblaasjes die stuk zijn
B
De lucht in je bronchiolen
C
De oude lucht in luchtpijp en hoofdbronchiën
D
De pauze tussen in- en uitademen

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Wat is gezonder?
A
Ademhalen door de mond
B
Ademhalen door de neus

Slide 25 - Quiz

Waarom is ademen door je neus 'gezonder' dan ademen door je mond?
A
De lucht wordt verwarmd
B
De lucht wordt gefilterd
C
De lucht wordt vochtig gemaakt
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Het transport van zuurstof naar het bloed gaat sneller als het oppervlak voor gaswisseling...
A
Toeneemt
B
Afneemt

Slide 31 - Quiz

Het transport van zuurstof naar het bloed gaat sneller als de afstand tussen de lucht in de longblaasjes en het bloed...
A
Toeneemt
B
Afneemt

Slide 32 - Quiz

Het transport van zuurstof naar het bloed gaat sneller als het bloed
A
veel hemoglobine bevat
B
weinig hemoglobine bevat

Slide 33 - Quiz

Zuurstof bindt makkelijker aan hemoglobine in een ...
A
Licht zuur milieu
B
Licht basisch milieu

Slide 34 - Quiz

Zuurstof bindt makkelijker aan hemoglobine in een ...
A
Relatief warm milieu : > 36 graden C
B
Relatief koel milieu : < 36 graden C

Slide 35 - Quiz

In organen en weefsels waar veel verbranding plaats vindt ...
A
Is veel CO2, dus is het daar relatief zuur
B
Is veel O2, dus is het daar relatief zuur
C
Is veel CO2, dus is het daar relatief basisch
D
Is veel O2, dus is het daar relatief basisch

Slide 36 - Quiz

Organen en weefsels waar veel verbranding plaats vindt zijn relatief warm en licht zuur, dus...
A
Daar wordt makkelijk O2 opgenomen uit het bloed
B
Daar wordt makkelijk CO2 opgenomen uit het bloed
C
Daar wordt makkelijk O2 afgegeven aan het bloed
D
Daar wordt makkelijk CO2 afgegeven aan het bloed

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Vissen hebben een
A
Enkelvoudige gesloten bloedsomloop
B
Enkelvoudige open bloedsomloop
C
Dubbele gesloten bloedsomloop
D
Dubbele open bloedsomloop

Slide 41 - Quiz

Zet de gebeurtenissen bij de ademhaling en bloedsomloop van vissen in de juiste volgorde
1
Zuurstofrijk water stroomt langs de kieuwen
2
3
4
5
Zuurstof lost op in het bloed en CO2 lost op in het water
Zuurstofrijk bloed stroomt naar de weefsels
Het hart pompt het zuurstofarme bloed naar de kieuwen
Zuurstofarm bloed stroomt naar het hart

Slide 42 - Drag question