Klas 3 Zintuigen

Zintuigen
Zintuig = een orgaan dat reageert op prikkels uit je omgeving





Alle zintuigen samen noem je het zintuigenstelsel.
Gehoorzinguigen
Evenwichtzintuigen
Reukzintuigen
Smaakzintuigen
Gezichtszintuigen
Zintuigen waarmee je kunt voelen

1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Zintuigen
Zintuig = een orgaan dat reageert op prikkels uit je omgeving





Alle zintuigen samen noem je het zintuigenstelsel.
Gehoorzinguigen
Evenwichtzintuigen
Reukzintuigen
Smaakzintuigen
Gezichtszintuigen
Zintuigen waarmee je kunt voelen

Slide 1 - Slide

Bewustwording van prikkels gebeurt in de ..................
A
zintuigen
B
hersenen
C
zenuwcellen
D
reflexboog

Slide 2 - Quiz

Hoe worden prikkels waargenomen?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Wat is een Adequate Prikkel?
A
zintuigcel gevoelig voor alle prikkels om je heen
B
zintuigcel is gevoelloos voor prikkels
C
zintuigcel gevoelig voor één bepaalde prikkel
D
zintuigcel verwerkt zeer sterke prikkels

Slide 6 - Quiz

Wat heeft GEWENNING met het Zintuigenstelsel te maken?
A
Zintuigen worden gevoelloos voor een prikkel
B
Zintuigen ontvangen lange tijd zelfde prikkels
C
Zintuigen ontvangen lange tijd geen prikkels
D
Zintuigen ontvangen verkeerde prikkels

Slide 7 - Quiz

Gevoeligheid zintuigcel
Elk type zintuigcel is speciaal gevoelig voor één bepaalde prikkel 
= de adequate prikkel.

Bijvoorbeeld: Geluid is een adequate prikkel voor de zintuigcellen in je oor.

Slide 8 - Slide

Waarneming
De drempelwaarde is niet altijd even hoog.

Langere tijd dezelfde prikkel --> Gewenning = er ontstaan minder impulsen in de zintuigcellen


Slide 9 - Slide

Welke zintuigcel is het gevoeligst voor een bepaalde prikkel?
A
Een Zintuig met een LAGE drempelwaarde
B
Een Zintuig met een HOGE drempelwaarde

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Video

Slide 12 - Link

Welke stelling is juist?
A
Traanvocht wordt geproduceerd door deel 1.
B
Traanvocht wordt verspreid over het oog door deel 2.
C
Traanvocht beschermt deel 3 tegen uitdroging.
D
Traanvocht wordt afgevoerd door deel 8.

Slide 13 - Quiz

Welk genummerde
deel laat licht door?
A
deel 4
B
deel 5
C
deel 6
D
deel 5 en deel 6

Slide 14 - Quiz

Welk onderdeel beschermt de binnenkant van het oog?
A
Netvlies
B
Oogkas
C
Iris
D
Harde oogvlies

Slide 15 - Quiz

Je zit buiten in de zon en leest in een tijdschrift.

Je pupil is dan ...
Je lens is dan...
A
Klein en bol
B
Groot en bol
C
Klein en plat
D
Groot en plat

Slide 16 - Quiz

Smaak-
zintuig
Smaken die je tong kan proeven:
Bitter - zout - zoet - umami - zuur

Slide 17 - Slide

Neus
Reukzintuig  = zintuigcellen
Ruiken met neus + mond

De geurstoffen van het eten gaan naar je reukzintuig. De combinatie van smaak en geur bepaalt dat je weet wat je eet

Slide 18 - Slide

Met welke delen van het lichaam neem je pijn waar?
A
Drukzintuigen
B
Gevoelzintuigen
C
Pijnpunten
D
Tastzintuigen

Slide 19 - Quiz

Een vlieg loopt over je wang
In de winter krijg je koude handen op de fiets
Je staat onder de warme douche
Je voelt dat je schoenen knellen
Tast zintuig
Koudezintuig
warmte zintuigen
Druk zintuigen

Slide 20 - Drag question

Waar bevinden zich de reukzintuigcellen?
A
bij Q
B
bij R
C
bij P
D
bij S

Slide 21 - Quiz

Als je verkouden bent kunt je minder goed proeven.
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quiz

het reuk zintuig is deel van het...
A
reukslijmvlies
B
neusslijmvlies
C
geurstofslijmvlies
D
smaak/reukslijmvlies

Slide 23 - Quiz

Waar liggen je zintuigen in de huid?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Lederhuid
D
Onderhuids bindweefsel

Slide 24 - Quiz

Welk zintuig hoort niet bij je orgaan huid ?
A
pijnzintuig
B
tastzintuig
C
smaakzintuig
D
warmtezintuig

Slide 25 - Quiz

welke zintuigen worden geprikkeld als je een cactus vastpakt
A
tastzintuig reukzintuig
B
tastzintuig pijnzintuig
C
smaakzintuig gehoorzintuig
D
pijnzintuig reukzintuig

Slide 26 - Quiz