1.6 spieren en beweging

TO DO - deze week
les 1       * bespreken 1.5 impulsgeleiding en impulsoverdracht
                * afmaken opdrachten 1.5
  
les 2       * bespreken 1.6 spieren en beweging
                 * afmaken opdrachten 1.6

les 3        * les over BS 3 voedselproductie deel I



1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

TO DO - deze week
les 1       * bespreken 1.5 impulsgeleiding en impulsoverdracht
                * afmaken opdrachten 1.5
  
les 2       * bespreken 1.6 spieren en beweging
                 * afmaken opdrachten 1.6

les 3        * les over BS 3 voedselproductie deel I



Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welk woord hoort het meest bij impulsgeleiding?
A
actiepotentiaal
B
acetylcholine
C
neurotransmitter
D
postsynaptisch membraan

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord hoort het meest bij impulsoverdracht?
A
actiepotentiaal
B
Na-K-pomp
C
axon
D
synaps

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

spieren en beweging
even armpje drukken :)
wie durft tegen wie? 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

spieren en beweging
wat gebeurt er op het niveau van..
organen
weefsel
cel

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

LEERDOELEN
1.6 spieren en beweging
* je kunt de bouw en werking van spieren beschrijven 
                       * drie typen weefsel
                       * bouw spier
                       * samentrekking spier
* je kunt de effecten van doping en training beschrijven
* je kunt de uitvoering van een onderzoek en conclusies evalueren


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

spierweefsel
dwarsgestreept spierweefsel
* bewust te besturen
- skeletspieren, huidspieren

glad spierweefsel
* langwerpige cellen, actine en myosine niet gerangschikt

hartspierweefsel
fibrillen liggen niet naast elkaar in vezel

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

Deze spieren dienen voor beweging. Je kan deze spieren bewust laten bewegen.
1. Met pezen zitten spieren vast aan botten.
2. Een spier bestaat uit spierbundels en bindweefsel.
3. De spierbundel is opgebouwd uit vezels.
4. Impulsen van buitenaf komen via axon naar de spiervezels. Hierbij komen stoffen vrij.

Slide 9 - Slide

De myofibrillen bestaan uit sarcomeren, die zijn opgebouwd uit twee typen eiwitten: actine en myosine. Actine en myosine zijn de 2 belangrijkste spiereiwitten die er voor zorgen dat de spieren kracht kunnen leveren. Actine en myosine kunnen verbinding maken met elkaar. 
groen: actine
paars: myosine

Waar in de BINAS kan je hier iets over vinden?

Slide 10 - Slide

De beweging die myosine maakt is te vergelijken met de beweging van roeiers in een roeiboot (zie ook 90C in Binas). Het in elkaar schuiven van de actine en myosine heeft als gevolg dat de hele myofibril verkort. Een spiervezel verkort wanneer alle myofibrillen tegelijk verkorten. Een spierbundel trekt samen als meerdere spiervezels samentrekken. Op deze manier kan jij je spieren gebruiken.
Wat zijn myosine en actie voor biomoleculen?
A
koolhydraten
B
vetten
C
vitaminen
D
eiwitten

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

actine 
myosine 
tropomyosine 
troponine 

Slide 12 - Slide

Deze verbinding komt tot stand wanneer er calcium vrijkomt in de myofibril. Rond de myofibrillen bevindt zich een specifiek soort endoplasmatisch reticulum, dat voorziet in het benodigde calcium. Calcium komt het lichaam binnen via voedsel. Het opnemen van calcium is een actief proces. Het afgeven van calcium is nodig om de samentrekking van spieren mogelijk te maken. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions