TH4 - 2HV - B2E - herhalen + paragraaf 5 + bacteriën bekijken

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Het rijk van dieren - B2E

Programma 

• Toets een week verplaatst 
• Huiswerkcontrole
• Quiz herhaling stof tot nu toe 
• Uitleg paragraaf 5
• Zelfstandig werken 
• Bekijken bacteriën  

Huiswerkcontrole 

Opdrachten van paragraaf 3 en 4 in Learnbeat + samenvatting paragraaf 4

Bij een bepaald rijk hebben de organismen de volgende kenmerken:
- om de cellen bevinden zich celwanden
- in elke cel bevindt zich een kern
- in de cellen komen geen bladgroenkorrels voor.
Bij welk rijk hebben de organismen deze kenmerken?

1. Bacteriën
2. Schimmels
3. Planten
4. Dieren

Bij alle drie de rijken hebben de cellen van de organismen een celkern en een celwand.

1. Juist
2. Onjuist

Wat is de functie van schimmels en bacteriën in de natuur?

Bij de bereiding van welke voedingsmiddelen gebruiken wij gisten?

Welke drie stammen zijn er in het rijk van de planten?

Welk stam heeft als kenmerk wel wortels, stengels en bladeren. Maar geen bloemen?

1. Wieren (algen)
2. Sporenplanten
3. Zaadplanten

Welke eigenschap heeft een eukaryote cel wel die een prokaryote cel niet heeft?

1. Celwand
2. Celmembraan
3. Celkern
4. Bladgroenkorrels

Basisstof 5: Het rijk van de dieren

Twee kenmerken belangrijk bij de indeling:

• Symmetrie
• Skelet 

Symmetrie 

• Symmetrisch: twee helften zijn elkaars = spiegelbeeld 
  
• Tweezijdig symmetrisch: slechts op 1 manier in twee helften te verdelen
  
• Veelzijdig symmetrisch: op meerdere manieren in twee gelijke helften te verdelen
  
• Niet-symmetrisch: niet in twee helften te verdelen
  

Skelet

• Skelet: de stevige delen van een dier
  
• Uitwendig skelet: het skelet zit aan de buitenkant. Bijvoorbeeld bij een mossel (schelp), slak (huisje) of lieveheersbeestje (pantser).
  
• Inwendig skelet: Skelet binnen in het lichaam. Bijvoorbeeld bij spons (stevige vezels van hoornstof), zeekat (inwendige schelp) en mens (botten)
  

Zeven belangrijke stammen

• Sponzen 
• Neteldieren
• Wormen
• Weekdieren
• Geleedpotigen
• Stekelhuidigen
• Gewervelden 

Deze zeester is:

1. Niet-symmetrisch
2. Tweezijdig symmetrisch
3. Veelzijdig symmetrisch

De schildpad heeft:

1. Geen skelet
2. Een inwendig skelet
3. Een uitwendig skelet

Een worm heeft

1. Geen skelet
2. Een inwendig skelet
3. Een uitwendig skelet

Zelfstandig werken 

• Kijk de opdrachten van paragraaf 3 en paragraaf 4. 
• Maak opdracht 1 t/m 4 van paragraaf 2.5 en opdracht 1 t/m 5 van paragraaf 2.6
• Je werkt voor jezelf, maar mag zachtjes overleggen 
• Klaar? Maak de zelftoets (paragraaf 2.10 in Learnbeat) 

Huiswerk 26 november

• Paragraaf 2.5: opdracht 1 t/m 4
• Paragraaf 2.6: opdracht  1 t/m 5

Bacteriën bekijken

• Maak de opdracht in Learnbeat (bacteriën bekijken) (paragraaf 2.11)
• !!!!!!        Alle platen blijven dicht       !!!!!!!
• Bekijk de plaat; klopt jullie voorspelling (hypothese) waar de meeste bacteriën op zitten?