Les 1 en 2 en 3

Evolutie

Doelstelling:

Basiskennis van de hoofdbegrippen in deze hoofdstukken en belangrijke basisprocessen begrijpen.

Afsluiting

Een repetitie (20x) het hele boekje (en evt stencil extra)


1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Evolutie

Doelstelling:

Basiskennis van de hoofdbegrippen in deze hoofdstukken en belangrijke basisprocessen begrijpen.

Afsluiting

Een repetitie (20x) het hele boekje (en evt stencil extra)


Slide 1 - Slide

Planning

Uitleg evolutie

Uitleg natuurlijke selectie

Uitleg soortvorming

Aan de slag

Slide 2 - Slide

Darwin 1809 - 1882

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

2 Soorten

Micro evolutie:

Het veranderen van de soorten op aarde.

Macro evolutie:

Het ontstaan van de aarde en het ontstaan van nieuwe levensvormen.

Slide 5 - Slide

Evolutietheorie
Evolutie is de ontwikkeling van het leven op aarde.
Tijdens de evolutie ontstaan, veranderen en/of verdwijnen soorten.

De evolutietheorie gaat uit van:
1 variatie in genotypen : Mutaties en geslachtelijke voortplanting
2 natuurlijke selectie (overlevingskans en kans op nakomelingen)
3 het ontstaan van nieuwe soorten (isolatie en geen vruchtbare nakomelingen)

Leren

Slide 6 - Slide

1. Verandering in genotypen
Verandering in genotypen kan op 2 manieren plaatsvinden. 

- Geslachtelijke voortplanting
- Mutaties 

Maken opdracht 1 en 2 blz 5 boekje.

Slide 7 - Slide

Les 2 

Planning

Herhalen

Uitleg

Aan de slag met opdrachten

Slide 8 - Slide

2. Stappenplan natuurlijke selectie 
1. Niet alle individuen van dezelfde soort zijn gelijk (kijk naar mens).
2. Die het beste passen in de omstandigheden en in het gebied hebben op dat moment meer overlevingskans.
3. Ook meer kans op voortplanting, dus om dit door te geven aan nakomelingen.
4. Na vele jaren zie je (bij ongeveer gelijkblijvende omstandigheden) deze variant van de soort (bijna) alleen nog maar en zijn andere varianten (bijna) verdwenen).

Slide 9 - Slide

2 x let op bij dit stappenplan
1. Omgeving kan veranderen. Je bent (survival of the fittest) niet de beste, maar de beste in deze omstandigheden.

2.  Individu kan zijn genotype niet aanpassen, aanpassing gebeurt door generaties heen door proces natuurlijke selectie.


Slide 10 - Slide

Natuurlijke selectie

Slide 11 - Slide

De grondlegger van de evolutietheorie
A
Lamarck
B
De Vink
C
Darwin
D
Beethoven

Slide 12 - Quiz

Natuurlijke selectie
A
individuen met een betere aanpassing aan het milieu hebben een grotere overlevingskans en een grotere kans op nakomelingen
B
Twee soorten worden raken eerst geisoleerd van elkaar en komen daarna weer samen.
C
Je hebt altijd 1 succesvol type van elke soort, die wint het altijd van alle andere.
D
Een dier past zich aan aan de beste omstandigheden.

Slide 13 - Quiz

Variatie in genotypen
Wat is waar?
A
Ontstaan door verandering in het fenotype
B
Ontstaan in de nakomelingen door geslachtelijke voortplanting

Slide 14 - Quiz

Evolutietheorie
A
De theorie die uitgaat van dezelfde genotypen, natuurlijke selectie en het ontstaan van nieuwe soorten
B
Theorie die uitgaat van variaties in genotypen, natuurlijke selectie en het ontstaan van nieuwe soorten

Slide 15 - Quiz

Bij een diersoort komen veel variaties in genotypen voor. Wat is waar?
A
Dat soort heeft een grotere overlevingskans
B
Dit is een probleem bij verandering in de milieuomstandigheden

Slide 16 - Quiz

Als bij een soort veel verschillende genotypen voorkomen, heeft deze soort een ... (vul in) ... overlevingskans.
A
kleinere
B
grotere

Slide 17 - Quiz

Door veel variatie in genotypen zijn er ook meer verschillende fenotypen.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Waarbij behoren organismen die samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen?
A
dezelfde soort
B
dezelfde stam
C
alleen hetzelfde ras
D
Hetzelfde rijk

Slide 19 - Quiz

Afmaken:
Alle opdrachten t/m blz. 8

Slide 20 - Slide

Les 3 

Planning

Herhalen

Uitleg

Aan de slag met opdrachten

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Even terug naar vorig les

Evolutie is......

3 hoofdpunten van evolutie waren ...

Leg nummer 1 en 2 verder uit...


Zoek de antwoorden op.. klaar? Schrijf op 



Slide 23 - Slide

Isolatie
Als verschillende vormen van een soort van elkaar gescheiden raken noem je dat isolatie. Dit kan bijvoorbeeld komen door een rivier, een zee, ijs, bergen of een woestijn. 

De vormen zullen dat steeds meer van elkaar verschillen omdat ze zich gedurende lange tijd aanpassen aan de omgeving.

Zo ontstaan er twee verschillende soorten. Deze kunnen geen vruchtbare nakomelingen voortbrengen.                

Slide 24 - Slide

Isolatie
A
groepen organismen van dezelfde soort leven samen
B
groepen organismen van verschillende soorten leven samen
C
groepen organismen van dezelfde soort trekken naar elkaar toe
D
groepen organismen van dezelfde soort raken van elkaar gescheiden

Slide 25 - Quiz

Twee uitspraken over ontstaan van nieuwe soorten:
Katrien zegt: Er is sprake van twee nieuwe soorten als 2 groepen niet meer in staat zijn onderling voort te planten met vruchtbare nakomelingen.
Marion zegt: Bij het ontstaan van nieuwe soorten is het belangrijk dat een groep organismen geïsoleerd raakt van een andere groep soortgenoten.
A
Beide gelijk
B
Katrien heeft gelijk
C
Marion heeft gelijk
D
Beide ongelijk

Slide 26 - Quiz

Oefen toetsvraag
Sommige berkenbossen staan aan de rand van een industriegebied. Hierdoor vormt zich een bruine neerslag op de bast van een berkenboom (normaal is de bast wit/grijs). In deze bossen heeft de berkenspanner (vlinder) een ander uiterlijk. (normaal is de berkenspanner een witte vlinder die leeft op deze bomen).
Vertel stapsgewijs hoe natuurlijke selectie heeft gezorgd voor de aanpassing van de berkenspanner aan de bruine neerslag op de bast van de berkenboom?

Slide 27 - Slide

Aan de slag
Maken 6.4 alle opdrachten.

Nakijken 6.4

timer
10:00

Slide 28 - Slide