hoofdstuk 7

Nederland heeft in een bepaalde jaar een importwaarde van €442 miljard en een exportwaarde van €540 miljard.

Van wat voor soort betalingsbalans is er hier sprake?
A
Positieve betalingsbalans
B
Structurele betalingsbalans
C
Negatieve betalingsbalans
D
Gebalanceerde betalingsbalans
1 / 11
next
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Nederland heeft in een bepaalde jaar een importwaarde van €442 miljard en een exportwaarde van €540 miljard.

Van wat voor soort betalingsbalans is er hier sprake?
A
Positieve betalingsbalans
B
Structurele betalingsbalans
C
Negatieve betalingsbalans
D
Gebalanceerde betalingsbalans

Slide 1 - Quiz

Nederland heeft al jaren een overschot op de betalingsbalans.

Nu komen er meer meer Chinese en Japanse toeristen dan de jaren ervoor. Welke gevolgen heeft dit voor de Nederlandse betalingsbalans?
A
Toename van betalingsbalans
B
Evenwicht van betalingsbalans
C
Geen gevolgen op betalingsbalans
D
Afname van betalingsbalans

Slide 2 - Quiz

Wat is het verschil tussen de
Europese Unie en de Eurozone?
A
EU-landen hebben dezelfde munt en Eurozone NIET
B
Eurozone iedereen dezelfde munt en bij EU niet
C
EU-landen hebben een samenwerking en Eurozone niet
D
Eurozone zijn de rijke EU landen en EU niet

Slide 3 - Quiz

Welke stelling is waar?

Nederland heeft een..............met.....
A
Gesloten economie, veel export en weinig import
B
Gesloten economie, weinig export en weinig import
C
Open economie, veel export en veel import
D
Open economie, weinig export en veel impoty

Slide 4 - Quiz

Welke drie maatregelen kan een land nemen om de eigen economie te beschermen
A
Invoerverbod, Paspoortcontrole & Wederuitvoer
B
vrije handel, Globalisering & Arbeidsverderling
C
Vrije verkeer van goederen, personen & kapitaal
D
Invoerverbod, Contigentering & invoerheffing

Slide 5 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met de uitspraak:

Ontwikkelingslanden worden benadeeld in de handel doordat export naar rijke landen lastig is door hoge invoerheffingen.
A
De rijke landen betalen de ontwikkelingslanden een te lage prijs
B
De ontwikkelingslanden hoge belastingen heffen voor hun export
C
Rijke landen hoge belastingen heffen bij invoer van deze landen
D
De ontwikkelingslanden weinig wil exporteren

Slide 6 - Quiz

Italie voerde voor in 2019 voor 90 miljard aan producten uit en voor 120 miljard aan producten in. Hun Nationaal inkomen bedroeg € 1.567.000.000.000

Berekend de importquote & exportquote.
A
Importquote 2% Exportquote 6%
B
Importquote 7,7% Exportquote 5,7%
C
Importquote 7,4% Exportquote 5,2%
D
Importquote 2,5% Exportquote 4%

Slide 7 - Quiz

Nederland importeert jaarlijks 250.000 scooters uit Italie. Deze kosten gemiddeld €2500 per stuk.

Wat is de importwaarde van de scooters uit Italie?
A
€ 625.000.000.000
B
€ 625.000.000
C
1%
D
Index 100

Slide 8 - Quiz


s
Bereken het aandeel van de VS & EU samen in procenten van de wereldeconomie.
A
0,45%
B
0,22%
C
45%
D
23%

Slide 9 - Quiz



Hieronder staan 3 verschijnselen waardoor de gemiddelde inkomen van burgers in EU kunnen toenemen bij een handelsakkoord . 
Wat is de juiste volgorde?
A
1-2-3
B
3-2-1
C
1-3-2
D
2-1-3

Slide 10 - Quiz

Bij een handelsakkoord tussen India, VS en EU is de afspraak gemaakt dat de VS en de EU dezelfde kwaliteitseisen stellen.

Hoe kan een bedrijf uit India een voordeel hebben door deze afspraak?
A
Kan meer investeren nu er meer handel is
B
Heeft geen transportkosten meer
C
Bespaart kosten. Hoeft niet voor elk land apart te produceren.
D
Heeft minder concurrentie

Slide 11 - Quiz