Sk H1

Staat geen plaatje van bij
statief
gaasje
kroezentang
reageerbuisknijper
reageerbuisborstel
schaar
driepoot
1 / 44
next
Slide 1: Drag question
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Staat geen plaatje van bij
statief
gaasje
kroezentang
reageerbuisknijper
reageerbuisborstel
schaar
driepoot

Slide 1 - Drag question

Wat zit er in een spuitfles?
A
Schoon water
B
Gedesinfecteerd water
C
Gedestilleerd water
D
Gedemineraliseerd water

Slide 2 - Quiz

Wanneer je de brander niet gebruikt om iets te verhitten staat deze op de
A
pauze vlam
B
kleurloze vlam
C
blauw ruisende vlam
D
veilige vlam

Slide 3 - Quiz

De 'kleurloze' vlam gebruik je om...
A
Iets sterk te verhitten
B
Iets rustig te verwarmen
C
Aan te geven dat de brander het doet
D
Te laten zien dat de brander aan staat

Slide 4 - Quiz

Milieu-gevaarlijk
ontvlam-baar
Giftig
Schade-lijk
Bijtend (corrosief)

Slide 5 - Drag question

Een eenheid van dichtheid is...
A
g/cm3
B
cm3/g
C
kg
D
dm3

Slide 6 - Quiz

Omrekenen:

1000dm3staatgelijkaan....
A
1L
B
1m3
C
1000cL
D
100L

Slide 7 - Quiz

Omrekenen
4dm3staatgelijkaan....m3
A
40
B
0,4
C
0,04
D
0,004

Slide 8 - Quiz

Omrekenen
70mLstaatgelijkaan....dm3
A
7
B
0,7
C
0,07
D
0,007

Slide 9 - Quiz

Volgorde brander uitzetten
1                        2                  3                             
gaskraan dicht
luchtregel-ring dicht
gasregel-knop open
gaskraan open
gasregel-knop dicht

Slide 10 - Drag question

Volgorde brander aanzetten
1                        2                  3                 4                      5
lucifer aan en boven schoorsteen
luchtregelring dicht
gasregel-knop open
gaskraan open
gasregel-knop dicht

Slide 11 - Drag question

Hoe ga je van pauzevlam naar stille blauwe vlam?
A
Luchtregelring ietsjes open draaien.
B
Luchtregelring ietsjes dicht draaien.
C
Gasregelknop ietsjes open draaien.
D
Gasregelknop ietsjes dicht draaien.

Slide 12 - Quiz

Hoe ga je van ruisende blauwe vlam naar pauzevlam?
A
Luchtregelring open draaien.
B
Luchtregelring dicht draaien.
C
Gasregelknop open draaien.
D
Gasregelknop dicht draaien.

Slide 13 - Quiz

Vaste fase
Vloeibare fase
Gasfase 

Slide 14 - Drag question

(s) solid
(g) gaseous
(l) liquid

Slide 15 - Drag question

Geef de namen van de faseovergangen 1 en 4.
Nummer 1
Nummer 4
Smelten
Stollen
Rijpen
Verdampen
Condenseren
Sublimeren

Slide 16 - Drag question

Geef de namen van de faseovergangen 2 en 5.
Nummer 2
Nummer 5
Smelten
Stollen
Rijpen
Verdampen
Condenseren
Sublimeren

Slide 17 - Drag question

Noteer onder de verschillende delen van de grafiek de juiste fase, kies uit vaste stof, vloeistof, gas.
Het kook en smeltpunt van water 
vast
vloeibaar
gas 
vast/vloeibaar
vloeibaar/gas

Slide 18 - Drag question

water (s) betekent
A
water vaste fase
B
water vloeibare fase
C
water gasfase
D
weet ik niet

Slide 19 - Quiz

zuurstof (g) betekent
A
zuurstof vaste fase
B
zuurstof vloeibare fase
C
zuurstof gasfase
D
weet ik niet

Slide 20 - Quiz

(aq) betekent opgelost in water.
suiker (s) --> suiker (aq) betekent
A
suiker smelt
B
suiker wordt opgelost in water
C
suiker verbrandt
D
suiker wordt klontjes

Slide 21 - Quiz

(aq) betekent opgelost in water.
water (g) --> water (l) betekent
A
verdampen
B
verbranden
C
smelten
D
condenseren

Slide 22 - Quiz

(s) komt van solid en betekent vast.
water (s) --> water (l) betekent
A
verdampen
B
verbranden
C
smelten
D
condenseren

Slide 23 - Quiz

1.3 Faseveranderingen

Slide 24 - Slide

0 graden Celsius = 273 kelvin. Hoeveel °C is 0 K? (Vul getal in)

Slide 25 - Open question

0 graden Celsius = 273 kelvin. Hoeveel K is 100 °C? (Vul getal in)

Slide 26 - Open question

0 graden Celsius = 273 kelvin. Hoeveel K is 78 °C? (Vul getal in)

Slide 27 - Open question

Een zuivere stof is
A
Een stof die uit 1 soort molecuul bestaat
B
Een stof die uit meerdere soorten moleculen bestaat

Slide 28 - Quiz

Een mengsel is
A
Een stof die uit 1 soort molecuul bestaat
B
Een stof die uit meerdere soorten moleculen bestaat

Slide 29 - Quiz

Een smelttraject hoort bij een...
A
zuivere stof
B
mengsel

Slide 30 - Quiz

Dit is een
A
smeltpunt
B
smelttraject

Slide 31 - Quiz

Wat is een smelttraject?
A
Een temperatuurpunt waarin een stof smelt bij een vast punt (bv. 3 graden Celcius).
B
Een temperatuurgebied waarin een stof smelt (bv. tussen de 0 en 5 graden Celsius.

Slide 32 - Quiz

Hoe wordt dit stuk in
de grafiek genoemd?
A
Kookpunt
B
Smeltpunt
C
Kooktraject
D
Smelttraject

Slide 33 - Quiz

De grafiek hiernaast is van ........?
A
Zuivere stof met smeltpunt
B
Mengsel met smeltpunt
C
Zuivere stof met smelttraject
D
Mengsel met smelttraject

Slide 34 - Quiz

Een zuivere stof heeft een smelttraject
A
Nee
B
Ja
C
Soms
D
Geen idee

Slide 35 - Quiz

Wat voor mensel is dit?
A
Emulsie
B
Oplossing
C
Suspensie
D
Legering

Slide 36 - Quiz

Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een
soort mengsel?
A
Zuivere stof
B
Oplossing
C
Mengsel
D
Suspensie

Slide 37 - Quiz

Dit is een emulsie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 38 - Quiz

Rook is een mengsel.
Waaruit bestaat rook?
A
vaste deeltjes, fijn verdeeld in een gas
B
vaste deeltjes, fijn verdeeld in een vloeistof
C
vloeistofdruppeltjes, fijn verdeeld in een gas
D
vloeistofdruppeltjes, fijn verdeeld in een vloeistof

Slide 39 - Quiz

Schuim is een mengsel van een ..(1).. in een
..(2)..
A
(1) Vloeistof (2) Gas
B
(1) Gas (2) Vloeistof
C
(1) Vaste Stof (2) Vloeistof
D
(1) Vaste stof (2) Gas

Slide 40 - Quiz

Mist is een mengsel, hoe noemen we zo'n mengsel?
A
Nevel
B
rook
C
legering
D
schuim

Slide 41 - Quiz

Een mengsel heeft...
A
een kookpunt
B
een kooktraject
C
een smeltpunt
D
een smelttraject

Slide 42 - Quiz

Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een
soort mengsel?
A
Zuivere stof
B
Oplossing
C
Mengsel
D
Suspensie

Slide 43 - Quiz

vast
vloeistof
gas
vast
vloeistof
gas
Hoofd bestand-deel
onderdeel van
Waar horen deze TROEBELE MENGSELS?
Suspensie
Rook
Nevel
Emulsie
Schuim

Slide 44 - Drag question