luister oefentoets en oefening over alle tenses

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welcome! 

- Jas uit en telefoons in de tas

-Today's lesson

1. Luister oefentoets 

2. recap alle tenses

3. Oefening maken alle tenses 

4. Afsluiten

Luister oefentoets

• Zet je tafels uit elkaar en pak een pen.
  
• Je krijgt zo een handout met alle vragen erop.
  
• We beginnen eerst met het bekijken en luisteren van een filmpje en vervolgens luister je naar twee andere audio's.
  
• Aan het eind kijken we alles na en kan je je punten optellen en kijken wat jouw cijfer is. 
  
•  Tijdens de oefentoets ben je stil

Nakijken 

1.  Pak een ander kleur pen (als je die hebt) 
2. Ik geef de beurt aan iemand en dan mag diegene oplezen welk antwoord zij gekozen hebben.
3. Dan zal ik het goede antwoord op het bord laten zien en kijk jij of je het goed hebt.
4. In totaal kan je 18 punten halen. Tel aan het eind hoeveel jij er hebt. 

Nakijken

1.  B
2. C
3. B
4. A
5. B
6. B
7. A

8. c

9. a

10. a 

11. b 

12. c 

13. b

14. c

15. b

16. a

17. c

18. c

19. a

Per goed antwoord = 1 punt. Tel al je punten bij elkaar op om zo je cijfer te zien.

Grammar alle tijden 

We gaan nu verder met het grammatica van gisteren.  Daarna ga je zelfstandig aan de slag met een oefening. 

Checking: 

1. Look! That man .... (try) to open the door of your car. 

2. After we ...(take) some pictures of the gifts, we ... (open) them. 

3. My mom usually ... (bring) me to school. 

Nakijken: task 2

8. C

9. A

10. A

11. B

12. C

13. B

Nakijken: task 3 

1.  C
2. B
3. A
4. C
5. C
6. A

present simple

• Gewoonte/feit
  
•  hele werkwoord

      He/ she / it + s 

- I work on Mondays. 

- She sings like a professional.

Past simple

- I worked yesterday.

- The bus left an

 hour ago. 

present continuous 

• Gebeurt op dit moment
  
• is/are/am + werkwoord-ing

- I am playing football.

- She is listening to the radio.

Past continuous

duurt het langst (was + ww-ing) gebeurt  tussendoor (past simple)

- I was walking to school when

 I saw my friend. 

- She got a phone call when she was doing the dishes. 

present perfect

• Begonnen in het verleden en is nu nog steeds aan de gang. / Iets wat vaker in het verleden is gebeurd. 
  
• have/has + ww-ed 

- He has never shown any interest.

- She has started using Twitter.

Past perfect

wat eerst gebeurt: had ww

wat daarna gebeurt: past simple 

- She had washed her hands before she cooked dinner

Do the activity (15 min)

• Bij de eerste opdracht gebruik je alleen de tegenwoordige tijd 
• Present simple / present continuous / present perfect

• Bij oefening twee gebruik je alleen de verleden tijd
• Past simple / past continuous / past perfect 

• Bij de laatste moet je kiezen tussen alle tijden. 
• Lees de zinnen goed! en bedenk welke vorm je moet gebruiken. 

Nakijken 

Check je antwoorden. Als je een antwoord fout hebt, denk na waarom het dus anders moet/vraag het aan mij. 

1. Sue climbed up the ladder ...... (careful).

2. He's an ..... (excellent) actor. 

3. Why do you always behave so .... (bad).

4. He sings ..... (good).

5. The soup tastes ..... (wonderful).

Afsluiten 

Waar zegt het woord iets over? ( zelfstandig naamwoord / een werkwoord)