2B - 2.3

Vandaag:
- Korte herhaling 2.1 en 2.2
- Uitleg 2.3
- Aan de slag met de opdrachten van 2.3
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

Vandaag:
- Korte herhaling 2.1 en 2.2
- Uitleg 2.3
- Aan de slag met de opdrachten van 2.3

Slide 1 - Slide

2.1 Geen muziek zonder productie
Behoefte = het gemis van iets dat je graag wil hebben of doen.


blz: 32

Slide 2 - Slide

2.1 Geen muziek zonder productie
Behoefte = het gemis van iets dat je graag wil hebben of doen.

Produceren = iets doen of maken om behoeften te vervullen (onbetaald of betaald)


Slide 3 - Slide

2.1 Geen muziek zonder productie
Behoefte = het gemis van iets dat je graag wil hebben of doen.

Produceren = iets doen of maken om behoeften te vervullen (onbetaald of betaald)

Consumeren = behoeften vervullen. Consumeren wordt beperkt door gebrek aan geld en gebrek aan tijd.


Slide 4 - Slide

2.1 Geen muziek zonder productie
Behoefte = het gemis van iets dat je graag wil hebben of doen.

Produceren = iets doen of maken om behoeften te vervullen (onbetaald of betaald)

Consumeren = behoeften vervullen. Consumeren wordt beperkt door gebrek aan geld en gebrek aan tijd.

Prioriteit = jouw belangrijkste behoefte

Slide 5 - Slide

2.2 Productie thuis
Waarom produceren mensen thuis?


Slide 6 - Slide

2.2 Productie thuis
Waarom produceren mensen thuis?

Wat heb je nodig om thuis te produceren?


Slide 7 - Slide

2.2 Productie thuis
Waarom produceren mensen thuis?

Wat heb je nodig om thuis te produceren?

Productie thuis kun je uitbesteden aan bedrijven. Wat zijn hier voor- en nadelen van?

Slide 8 - Slide

Hoofdstuk 2: Thuis en buitenshuis
Paragraaf 3: Productie in bedrijven

Slide 9 - Slide

Leerdoelen
- Je kunt benoemen wat er nodig is bij de productie in bedrijven.

Slide 10 - Slide

Productiefactoren
Er zijn drie productiefactoren:
  1. Kapitaal
  2. Arbeid
  3. Natuur

Slide 11 - Slide

Productiefactoren
Productiefactoren = alles wat je nodig hebt om te produceren.
  1. Kapitaalgoederen
  2. Arbeid
  3. Natuur

Slide 12 - Slide

1. Kapitaalgoederen
Hulpmiddelen bij de productie in bedrijven.

Slide 13 - Slide

2. Arbeid
Het werk dat mensen doen.

Slide 14 - Slide

3. Natuur
Alles dat niet door mensen is gemaakt maar uit de natuur komt. 

Slide 15 - Slide

Productiefactoren
Productiefactoren = alles wat je nodig hebt om te produceren.
  1. Kapitaalgoederen
  2. Arbeid
  3. Natuur

Slide 16 - Slide

Aan de slag!
- Maak de opdrachten van 2.3 (blz 40-42)
- Maak de rekentrainer van paragraaf 3 (blz 53)

Klaar? Dan kun je alles nakijken. 

Slide 17 - Slide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 18 - Slide