H2 Aantekeningen maken

Nederlands 17-3
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons in de tas
  2. Theorie H2: Aantekeningen maken
  3. Startopdracht
  4. Klassikaal opdrachten maken
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands 17-3
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons in de tas
  2. Theorie H2: Aantekeningen maken
  3. Startopdracht
  4. Klassikaal opdrachten maken

Slide 1 - Slide

Doel: 

Ik weet hoe ik perfecte aantekeningen moet maken.




Slide 2 - Slide

Wanneer maak je
aantekeningen?

Slide 3 - Mind map

Aantekeningen 

Aantekeningen maak je om dingen te onthouden. Je hebt een snel overzicht. 

Je maakt van de aantekeningen een korte tekst. 

Slide 4 - Slide

Zijn de aantekeningen voor jezelf hetzelfde als voor iemand anders?
A
Nee
B
Ja

Slide 5 - Quiz



Hoe maak je dan goede aantekeningen als je kijkt en luistert? 

Slide 6 - Slide

Aantekeningen kun je dan in steekwoorden opschrijven. 

Je noteert dan alleen de belangrijkste informatie.

Niet te veel opschrijven! 

Slide 7 - Slide

Hoofdzaken 

In je aantekeningen komen de hoofdzaken te staan 
Hoe?  

  •  onderwerp en deelonderwerpen
  • omschrijvingen
  • verbanden tussen zinnen. 
  • Afkortingen, getallen, streepjes 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Na je aantekeningen maak je een tekst. 

  • alleen belangrijke info
  • kort maar krachtige zinnen 
  • iemand die het onderwerp niet kent, moet het begrijpen! 

Slide 10 - Slide

Wat zet je niet in je
aantekeningen?

Slide 11 - Mind map

Tips: 
  • Zet een uitroepteken als iets heel belangrijk is. 
  • laat ruimte tussen notities. 
  • denk na over de 5 w's en de h! Zo vergeet je niets
  • Probeer je eigen woorden te gebruiken
  • Gebruik afkortingen die je kent. 
  • trek pijlen als dingen met elkaar te maken hebben. 
  • noteer actiepunten. 
  • gebruik je eigen tekens voor afkortingen. 

Slide 12 - Slide


Weet je van te voren dat je vragen krijgt over een kijk-/luisterfragment?

 Stappenplan:
1 Lees eerst de vragen
2 Noteer tijdens het luisteren het antwoord in steekwoorden. Werk de antwoorden daarna uit als dat nodig is
3 Als je niet alles kunt volgen, blijf dan rustig. Belangrijke zaken worden vaak herhaald en tot slot nog eens samengevat. 

Slide 13 - Slide

Verschillen? 

Slide 14 - Slide

Welke is beter?
A
Links
B
Rechts

Slide 15 - Quiz

BELANGRIJK! 

Door aantekeningen leer je sneller! 


Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

Startopdracht
Je krijgt zo een fragment te horen waarin een man een verhaal vertelt. 
  1. Maak tweetallen en verdeel de rollen:
  • A: je telt hoe vaak het woord 'een' voorkomt
  • B: je let op de namen van de personages en de plaatsen

Slide 18 - Slide

Startopdracht
Je hebt naar het fragment geluisterd. 

  1. Vertel elkaar in drie zinnen waarover het verhaal gaat. Klasgenoot A begint
  2. Wie van jullie wist het verhaal beter na te vertellen? Waar kwam dat door?

Slide 19 - Slide

Klassikaal opdrachten maken
Opdracht 1 en 2 op blz. 48-49

Slide 20 - Slide