Flexles toets h4.3 en 5.3 lezen

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je iPad (log alvast in bij LessonUp)


1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je iPad (log alvast in bij LessonUp)


Slide 1 - Slide

Planning
  • wat weet je van vorige hoofdstukken en activerende teksten
  • oefenen met extra tekst
  • afsluiten van de les

Slide 2 - Slide

Welke functies van
de inleiding ken je?

Slide 3 - Mind map

Functies inleiding
• de aandacht trekken;
• het onderwerp noemen of beschrijven;
• de aanleiding noemen; waarom de tekst is geschreven;
• de centrale vraag stellen; die wordt later beantwoord;
• de mening van de schrijver geven;
• een samenvatting van de inhoud geven.

Slide 4 - Slide

Welk functies van
het slot ken je?

Slide 5 - Mind map

Functies slot
• een conclusie geven. Je herkent een conclusie vaak aan signaalwoorden als: dus, daarom, dan ook;
• een samenvatting geven van het belangrijkste uit de tekst. Je herkent een samenvatting vaak aan signaalwoorden als: kortom, samenvattend;
• een advies geven. Je herkent een advies bijvoorbeeld aan zinnetjes als: het is raadzaam, het is beter, het is aan te raden.

Slide 6 - Slide

Vakantie is leuk. Bovendien heb je dan heel veel vrije tijd.
A
voorwaardelijk
B
redengevend
C
opsommend
D
tijdsvolgorde

Slide 7 - Quiz

Je kunt dan bijvoorbeeld gaan fietsen, zwemmen of luieren.
A
concluderend
B
tegenstellend
C
oorzaak en gevolg
D
uitleggend

Slide 8 - Quiz

De slotsom is dat je je eigen
tijd kunt indelen.
A
vergelijkend
B
redengevend
C
middel en doel
D
samenvattend

Slide 9 - Quiz

Met een reclametekst wil
de schrijver je (tekstdoel):
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 10 - Quiz

Een klachtenbrief hoort
tot de volgende tekstsoort.
A
informatieve tekst
B
betogende tekst
C
activerende tekst
D
amuserende tekst

Slide 11 - Quiz

De functie van beeld in een activerende tekst is:
A
aandacht trekken
B
voorbeeld zijn
C
informatie toevoegen die niet in de tekst staat
D
illustratie zijn

Slide 12 - Quiz

Wat hoort NIET bij de opmaak
van een tekst?
A
verdeling tekst over de bladzijde
B
soort en grootte van het lettertype
C
gebruik van kleur
D
bron van de tekst noemen

Slide 13 - Quiz

Werkmoment
  • Maak de extra tekst: kies h4 of h5.
  • Van extra tekst h4 niet opdracht: 4 en 7.
  • Van extra tekst h5 niet opdracht: 5 tot en met 7.
  • Leer de overzichten achter in je boek pagina 156 en 157
  • Stel je vragen
maandag 23 mei toets

Slide 14 - Slide

Ik ken de vier tekstsoorten en tekstdoelen.
ja
nee

Slide 15 - Poll

Ik weet wat de functie van beeld en opmaak is in een activerende tekst.
ja
nee

Slide 16 - Poll

Ik ken de 11 tekstverbanden en de bijbehorende signaalwoorden.
ja
nee

Slide 17 - Poll

Ik ken de twee soorten samenvattingen en weet hun kenmerken.
ja
nee

Slide 18 - Poll

Ik ken de vier tekststructuren en kan ze herkennen in een tekst.
ja
nee

Slide 19 - Poll