This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Orgaan-
transplantatie
Catelijne Landman
Slide 1 - Slide
Leerdoelen:
Na deze les kan je globaal vertellen hoe een donorprocedure verloopt in Nederland.
Na deze les weet je welke organen getransplanteerd kunnen worden en wat de aandachtspunten hierbij zijn.
Slide 2 - Slide
Orgaantransplantatie
Verplaatsen van een orgaan van de ene mens naar de andere.
Donor: iemand die net is overleden, of een levende donor.
Ontvanger: iemand die ziek is en een orgaan nodig heeft om te kunnen overleven
Slide 3 - Slide
Welke organen worden er in Nederland getransplanteerd?
Slide 4 - Mind map
Wat zijn de verschillen tussen weefsel transplantatie en orgaan transplantatie?
Slide 5 - Mind map
Hoe verloopt een donor procedure?
Slide 6 - Mind map
www.transplantatiestichting.nl
Slide 7 - Link
Slide 8 - Slide
Nieuwe donorwet in Nederland
In 2020 is de nieuwe donorwet in Nederland ingevoerd, waarbij iedereen vanaf 18 jaar automatisch geregistreerd staat in het donorregister, tenzij anders aangegeven.
Slide 9 - Slide
Wachtlijsten voor orgaantransplantatie
transplantatie coördinator
verschillende bloedgroepen (O,A,B,AB)
HU (hoog urgent)
Kinderen
MELD score (lever transplantatie)
lengte en gewicht
geslacht, ras etc maakt niet uit
Slide 10 - Slide
Niertransplantatie
Niertransplantatie kan nodig zijn bij nierfalen door diabetes, hoge bloeddruk of auto immuun nieraandoeningen. Patiënten moeten aan specifieke gezondheidsvoorwaarden voldoen.
Leeftijd
therapietrouw
Geen maligne aandoening (mits primaire tumor)
als terugkeer ziekte te groot lijkt.
Slide 11 - Slide
Levertransplantatie
Levertransplantatie kan nodig zijn bij leverfalen door cirrose, auto immuun hepatitis of leverkanker (zonder metastasen). Ook hier gelden specifieke gezondheidsvoorwaarden voor patiënten.
Slide 12 - Slide
Longtransplantatie
Longtransplantatie wordt vaak uitgevoerd bij ernstige longziekten zoals COPD of longfibrose. Wederom zijn specifieke gezondheidsvoorwaarden van toepassing.
Screening, wel ziek genoeg maar niet te ziek.
conditie
(biologische) leeftijd
mentaal sterk
Slide 13 - Slide
Donatie bij leven
Bij donatie bij leven doneert een gezond persoon een orgaan of een deel van een orgaan aan iemand anders die dit orgaan nodig heeft. Voorwaarden:
leeftijd
(psychische) gezondheid
postuur
kwaliteit organen
vrijwillig
GEEN financiële vergoeding
moet passen (evt cross over programma)
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Medicatie en leefregels na transplantatie
Na een orgaantransplantatie moeten patiënten levenslang medicatie nemen om afstoting te voorkomen en bepaalde leefregels volgen. De transplantatie verpleegkundige ondersteunt de ontvanger hierbij.
immuun supressiva (veel bijwerkingen)
dieet
levenslange na controle
Slide 16 - Slide
Waarop moet je letten bij orgaantransplantatie?
A
Dat de antigenen van de donor en de ontvanger zoveel mogelijk op elkaar lijken
B
Dat de antistoffen van de donor en de ontvanger zoveel mogelijk op elkaar lijken
C
Dat de antigenen van de donor en de ontvanger zoveel mogelijk van elkaar verschillen
D
Dat de antistoffen van de donor en de ontvanger zoveel mogelijk van elkaar verschillen
Slide 17 - Quiz
Afstotingsreactie
Afweersysteem van ontvanger valt cellen getransplanteerd orgaan acuut aan
Met T-lymfocyten
Met B-lymfocyten
ACUTE AFSTOTING
Slide 18 - Slide
Van wie kun je het best een orgaan ontvangen? Zet ze op de goede volgorde.
1=beste kans op geslaagde transplantatie
1-eiige
2-lingzus
Oma
Moeder
Nicht
Vriendin
Zus
Slide 19 - Drag question
Wat doen de T-lymfocyten met de cellen van het vreemde orgaan?
A
Ze maken de cellen dood
B
Ze vreten de cellen op
C
Ze produceren antistoffen die de cellen aanvallen
Slide 20 - Quiz
Wat doen de B-lymfocyten met de cellen van het vreemde orgaan?
A
Ze maken de cellen dood
B
Ze vreten de cellen op
C
Ze produceren antistoffen die de cellen aanvallen
Slide 21 - Quiz
Human Leukocyte Antigen
HLA
(Major Histocompatability Complex)
Set antigenen die een probleem vormen bij transplantatie
Op alle cellen behalve rode bloedcellen
Genen voor deze antigenen zitten allemaal op chromosoom 6
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Wat is de kans dat een gewone broer of zus dezelfde HLA typering heeft als jij?
A
1
B
1/2
C
1/4
D
0
Slide 24 - Quiz
Wat bepaalt wie het orgaan krijgt?
A
overeenkomst in HLA-type tussen donor en ontvanger
B
reistijd tussen de ziekenhuizen donor en ontvanger
C
tijd ontvanger op de transplantatielijst
D
gewoontes van de ontvanger zoals roken
Slide 25 - Quiz
Mag iemand die geen geregistreerd donor is zelf wel een orgaan ontvangen?
ja
nee
Slide 26 - Poll
Mag iemand die rookt donorlongen krijgen? Mag iemand die alcohol drinkt een donor lever krijgen?
ja
nee
Slide 27 - Poll
Mag er een orgaan van iemand met HIV en/of Hepatitis B getransplanteerd worden?