Present simple / plurals / Questions - denials

              Questions & Negations / Denials
1 / 37
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

              Questions & Negations / Denials

Slide 1 - Slide

Vragen in het Engels!

Slide 2 - Slide

Ontkenningen in het Engels!
NOT

Slide 3 - Slide

Today's goals
At the end of the lesson you can:
  • tell what a hulpwerkwoord is
  • Make a sentence into a question
  • Make a denial / negation (use not)

Slide 4 - Slide

Nu jullie: maak hier een vraag van:
He wears a shirt.

Slide 5 - Open question

I thought that was easy:
Yes
No

Slide 6 - Poll

Present Simple (t.t.) & Questions
Om een vraag te maken heb je in het Engels een hulpwerkwoord nodig.
  • Bij vragen zet je het Hulpww vooraan
  • Bij ontkenningen plak je "not" of "n't" achter het hulpww
  • Als een zin geen hulpww heeft, voeg je "do" of "does" to
  • Het hoofdww staat in een vraag/ontekkingen in de ik-vorm

Slide 7 - Slide

Hulpwerkwoorden:
Nu jullie!
Which ones of the following words do you think is a hulpwerkwoord and which ones is a hoofdwerkwoord

Slide 8 - Slide

Can
Will
Drink
Hulpwerkwoord
Hoofdwerkwoord
Are
Sing
Write
Do
Build
Ride
Could

Slide 9 - Slide

Hulpwerkwoorden
  • Have/has
  • Are / Is
  • Can
  • Could
  • Will / Would
  • Do

Slide 10 - Slide

Making questions!  CHECKLIST!
1: Staat er een hulpwerkwoord in de zin? Nee?
   Voeg do/does toe.
 
2: Zet hulpwerkwoord (of do/does) aan 
    het begin van de zin

3: Maak van het hoofdwerkwoord de ik-vorm.
    (I eat, I sleep, I game), 
    tenzij je hoofdwerkwoord to be is

Making questions: CHECKLIST
Teks

Slide 11 - Slide

The cow eats grass.
  • is er een hulpwerkwoord? Nee? Voeg do/does toe. 
  • Hier does want the cow = it.
  • Does the cow eats grass? Nog niet helemaal goed
  • Let op, eats word de ik-vorm, dus eat.


Slide 12 - Slide

The cow eats grass.
  • is er een hulpwerkwoord? Nee? Voeg do/does toe. 
  • Hier does want the cow = it.
  • Does the cow eats grass? Nog niet helemaal goed
  • Let op, eats word de ik-vorm, dus eat.

Slide 13 - Slide


Does the cow eat grass?

Slide 14 - Slide

You sleep in a bed
A
Sleep you in a bed?
B
Do you sleep in a bed?
C
You sleep in a bed?
D
You do sleep in a bed?

Slide 15 - Quiz

He eats an orange.
A
Do he eats an orange?
B
Does he eats an orange?
C
Does he eat an orange?
D
Do he eat an orange?

Slide 16 - Quiz

They sing in the band
A
Do they sing in the band?
B
Sing they in the band?
C
Does they sing in the band?
D
Do they sings in the band?

Slide 17 - Quiz

She is a pirate.
A
Does she is a pirate?
B
Does she to be a pirate?
C
She is a pirate?
D
Is she a pirate?

Slide 18 - Quiz

Ontkennen
  • Voor ontkenningen: plak   not/n't achter het hulpww.
  • Geen hulpww?      
       Voeg do/does toe.
Voorbeeld:
I like apples
I do not like appels.

    

Slide 19 - Slide

I sleep 6 hours a night
A
I sleep not 6 hours a night
B
I do not sleep 6 hours a night
C
I not do sleep 6 hours a night
D
I don't sleep 6 hours a night

Slide 20 - Quiz

I love tomatoes.
A
I love'nt tomatoes
B
I don't eat tomatoes
C
I don't love tomatoes
D
Don't I love tomatoes

Slide 21 - Quiz

They can play the flute
A
They don't can play the flute
B
They can not play the flute
C
They can't play the flute
D
They can not do play the flute

Slide 22 - Quiz

He sits on a chair
A
He doesn't sit on a chair
B
He don't sit on a chair
C
He doesn't sits on a chair
D
He does sit not on a chair

Slide 23 - Quiz

Present Simple & Questions
So we have seen so far:
  • Bij vragen zet je het hulpww vooraan
  • Bij ontkenningen plak je "not" of "n't" achter het hulpww
  • Als een zin geen hulpww heeft, voeg je "do" of "does" to
  • Het hoofdww staat in een vraag/ontekkingen in de ik-vorm

Slide 24 - Slide

Now write full sentences.

Slide 25 - Slide

Maak deze zin vragend:
I can eat two pizzas.

Slide 26 - Open question

Maak deze zin ontkennend:
I can eat two pizzas.

Slide 27 - Open question

Maak deze zin vragend:
We like funny movies.

Slide 28 - Open question

Maak deze zin ontkennend:
We like funny movies.

Slide 29 - Open question

Maak deze zin vragend:
James is nice.

Slide 30 - Open question

Maak deze zin ontkennend:
James is nice.

Slide 31 - Open question

Maak deze zin vragend:
I have got a PS5.

Slide 32 - Open question

Maak deze zin ontkennend:
I have got a PS5.

Slide 33 - Open question

Maak deze zin vragend:
Sarah loves dogs.

Slide 34 - Open question

Maak deze zin ontkennend:
Sarah loves dogs.

Slide 35 - Open question

Can you now?
Tell what a "hulpwerkwoord" is
Make a sentence into a question
Make a denial / negation (use "not")
A
Yes
B
No

Slide 36 - Quiz

Bye bye!

Slide 37 - Slide