Herhaling H3 Romeinen

H4 De Romeinen


4.5 Romeinen, Germanen en Kelten
    De Romeinen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

H4 De Romeinen


4.5 Romeinen, Germanen en Kelten
    De Romeinen

Slide 1 - Slide

Wat is de Romeinse Senaat?
A
Gekozen burgers die het bestuur vormen
B
De koning en zijn ministers
C
Vergadering van de rijkste en belangrijkste families.
D
Een ander woord voor een Romeinse keizer

Slide 2 - Quiz

Door welke Romeinse keizer werd het Christendom verspreid in het Romeinse rijk?
A
Caesar
B
Karel
C
Constantijn
D
Augustus

Slide 3 - Quiz

De Romeinse godsdienst was...
A
Monotheïstische godsdienst
B
Polytheïstische godsdienst
C
Hindoeïstische godsdienst
D
Boeddhistische godsdienst

Slide 4 - Quiz

Wat doen de rijke Romeinen om een opstand van de arme Romeinen te voorkomen?
A
De rijke Romeinen zorgen ervoor dat er democratie komt zodat de arme Romeinen alsnog gehoord worden.
B
De rijke Romeinen organiseren brood en spelen ter afleiding en ze kopen de armen om voor een wederdienst.
C
De rijke Romeinen gaan in dure villa's op het platteland wonen zodat de arme Romeinen niet bij hen kunnen komen.
D
De rijke Romeinen zetten het leger in om er voor te zorgen dat de arme Romeinen te bang zijn om in opstand te komen.

Slide 5 - Quiz

Wat is NIET typisch Romeins
A
Toga
B
Gladiatoren
C
Goden
D
Keizer als god

Slide 6 - Quiz

Romeinse Burgers
A
Romeinse burgers hadden bepaalde voorrechten: ze betaalden minder belasting, mochten bestuurder worden en hadden meer rechten in een rechtszaak.
B
Romeinse burgers hadden geen voorrechten: ze moesten juist veel belasting betalen en het goede voorbeeld geven.
C
Romeinse burgers zijn net als slaven het bezit van een ander.
D
Romeinse burgers hadden betere ideeën over de politiek.

Slide 7 - Quiz

In welk jaar werd het Romeinse Rijk gesplitst in een Oost-Romeins Rijk en een West-Romeins Rijk?
A
395
B
400
C
359
D
295

Slide 8 - Quiz

Romeinse soldaten:
A
Zaten vrijwillig in het leger
B
Vonden het een eer om voor Rome te vechten
C
Waren goed getraind, maar kregen geen geld
D
Werden door Rome betaald

Slide 9 - Quiz

Wat was de taal van Romeinen?
A
Grieks
B
Romeins
C
Latijn
D
Italiaans

Slide 10 - Quiz

Hoe moesten de Romeinen de Romeinse keizers behandelen?
A
Als een slaaf
B
Als een god
C
Als een keizer
D
Als een consul

Slide 11 - Quiz

Romeinse steden in Nederland.
Welke stad was geen Romeinse stad?
A
Nijmegen
B
Maastricht
C
Heerlen
D
Enschede

Slide 12 - Quiz

Het Romeinse Rijk was een
A
landbouwsamenleving
B
landbouwstedelijke samenleving

Slide 13 - Quiz

De Romeinse geschiedenis kent drie perioden: het Koninkrijk Rome, de Romeinse Republiek en ...
A
Romeinse Keizerrijk
B
Romeinse democratie
C
Romeinse monarchie
D
Romeinse Senaat

Slide 14 - Quiz


Door de Romeinen is er veel veranderd in de Lage Landen.
➤Wat merken we nu nog van de Romeinse invloed?


A
Er staan nog veel oude kerken in Nederland.
B
Vaste maten voor bijvoorbeeld gewicht (kg) en lengte (m).
C
Geld als ruilmiddel, stenen huizen met toiletten en riolering.
D
Italië is nog steeds een populair vakantieland.

Slide 15 - Quiz

In de Romeinse Republiek is de hoogste bestuurder de consul. Hoe zorgen de Romeinen er voor dat ze geen koning worden?
A
Ze hebben niet zoveel macht
B
Het zijn er twee
C
ze regeren maar één jaar
D
Je was niet populair

Slide 16 - Quiz

De Germanen verloren meestal van de Romeinen omdat ze niet zo dapper waren als de Romeinen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Wat is de Romeinse limes?
A
Een Romeins fort
B
De grens van het Rijk
C
Een Romeinse wachttoren
D
De muur van de stad Rome

Slide 18 - Quiz

Welke zin hoort bij grootgrondbezitters in het Romeinse Rijk?
A

Slide 19 - Quiz