This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
4.5 Remmen
Slide 1 - Slide
Voor vandaag
Vorige les --> practicum
Uitleg bij 4.5
Opdrachten maken bij 4.5
LessonUp vragen
Lesafsluiting
Slide 2 - Slide
Over 2 weken de toets
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Snelheid =
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Aan de slag
Wat: start maken diagram practicum
Hoe: Zelfstandig / met degene naast je
Tijd: 5 min en straks tijdens zelfstandig werken
MOET DEZE LES AF ZIJN!
timer
5:00
Slide 8 - Slide
Leerdoelen bij 4.5
Je leert
wat reactie afstand is en hoe je die berekent
wat stopafstand is en hoe je die berekent
Slide 9 - Slide
Reactietijd
= tijd nodig om te reageren.
Gemiddeld 1s.
Niet altijd even groot.
Reactietijd
Kan afhangen van:
Vermoeidheid
Medicijnen
Alcohol
Leeftijd
Slide 10 - Slide
Reactietijd
De tijd tussen zien en reageren is dan 1 seconde.
Na de reactietijd begint de motorrijder pas met remmen.
Slide 11 - Slide
Reactietijd en reactieafstand
Reactietijd = de tijd die iemand nodig heeft om te reageren
Reactie afstand = de afstand die afgelegd wordt tijdens de reactietijd
Slide 12 - Slide
Snelheid hangt af van ........
Slide 13 - Slide
Snelheid
Afstand
Tijd
Slide 14 - Slide
Snelheid
Afstand
Tijd
Slide 15 - Slide
Afstand =
Slide 16 - Slide
Reactie afstand
Reactie afstand = snelheid x reactietijd
Slide 17 - Slide
Reactie afstand
Reactie afstand = snelheid x reactietijd
Stel je rijdt met 20 m/s en jouw reactietijd is 2 seconden. Wat is dan de reactie afstand?
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Remafstand (remweg)
Als je op de rem trapt sta je niet direct stil.
Remafstand = de afstand die je aflegt tijdens het remmen.
Slide 20 - Slide
Vertraagde beweging
Afstand per seconde wordt steeds kleiner
Ezelsbrug: vertragen is remmen
Slide 21 - Slide
Remafstand bepalen
Kan je uit de grafiek bepalen
Slide 22 - Slide
Stopafstand
Totale afstand die je aflegt tussen zien dat je moet remmen en het tot stilstand komen
Stopafstand = reactie afstand + remafstand
Slide 23 - Slide
Samengevat
Reactietijd = tijd tussen zien dat je moet remmen en je begint met remmen
Reactie afstand = afstand die je aflegt tijdens reactietijd
Remafstand = afstand die je tijdens remmen aflegt
Stopafstand = totale afstand die je aflegt als je wilt stoppen
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Aan de slag
Wat 1: diagram van practicum afmaken (vandaag af)
Wat 2: Maken 4.5 BLZ 195 opdracht 63 t/m 77 (68 niet)
Hoe: eerst 10 min in stilte
Klaar: 1. Nakijken Magister --> ELO --> Studiewijzer NaSk 2. Aan mij laten zien
timer
10:00
Slide 26 - Slide
Leerdoelen bij 4.5
Je leert
wat reactie afstand is en hoe je die berekent
wat stopafstand is en hoe je die berekent
Slide 27 - Slide
Voor de snelheid van het geluid wordt een eenheid gebruikt. Door die eenheid is de snelheid makkelijk te onthouden. Welke eenheid is dat?
A
km/uur
B
m/sec
C
km/sec
D
sec/km
Slide 28 - Quiz
Wat is de formule van snelheid
A
snelheid = tijd : afstand
B
snelheid= afstand : tijd
C
snelheid = afstand x tijd
D
snelheid = tijd x afstand
Slide 29 - Quiz
formule voor afstand =
A
snelheid : tijd
B
afstand : tijd
C
afstand x tijd
D
snelheid x tijd
Slide 30 - Quiz
Hoe groot is de gemiddelde reactietijd in het verkeer?
A
0,1 seconde
B
1 seconde
C
10 seconden
D
11 seconden
Slide 31 - Quiz
Als je de concentratie verhoogt wordt de reactiesnelheid...?
A
groter
B
kleiner
C
blijft gelijk
Slide 32 - Quiz
De reactietijd is...
A
De afstand die je aflegt in de reactietijd
B
De tijd die je nodig hebt tijdens het remmen
C
De tijd die je nodig hebt voordat je remt
D
De afstand die tijdens het remmen wordt afgelegd
Slide 33 - Quiz
Wat is de remweg?
A
De afstand die je aflegt terwijl je remt
B
De weg waarop je aan het remmen bent
C
Het remspoor wat je achterlaat
D
De afstand die je aflegt voordat je remt
Slide 34 - Quiz
Paul rijdt op zijn scooter en moet plotseling remmen voor een stilstaande auto. Zijn reactieafstand is 3,9 meter. De remweg is 5,1 meter. Bereken de stopafstand van de scooter.
A
1.2 m
B
9 m
C
7 m
D
5.1 m
Slide 35 - Quiz
Is de stopafstand hetzelfde als de remweg ?
A
Nee
B
Ja
Slide 36 - Quiz
Er wordt een noodstop gemaakt. Wat gebeurt er tijdens het horizontale stuk van de grafiek?
A
Remmen
B
Reageren
C
Stoppen
D
Staat stil
Slide 37 - Quiz
Er wordt een noodstop gemaakt. Wat gebeurt er tijdens het schuine stuk van de grafiek?
A
Remmen
B
Reageren
C
Stoppen
D
Staat stil
Slide 38 - Quiz
Een auto heeft slechte banden. De auto moet plotseling remmen. De remweg is nu WEL / NIET langer dan wanneer de auto nieuwe banden heeft.
A
wel
B
niet
Slide 39 - Quiz
Einde van de les
Huiswerk: zorg dat je alle opgaven van 4.5 af hebt