Checklists moeten beschrijvend zijn.
WEL: De leerling heeft bij he/she/it het werkwoord + S gebruikt
NIET: De leerling heeft de correcte vorm van het werkwoord gebruikt.
WEL: De leerling heeft in de introductie zichzelf voorgesteld en de reden gegeven voor het
schrijven van de mail.
NIET: De leerling heeft een goede introductie geschreven.
WEL: Onderstreep de 10 woorden van hoofdstuk 1 die de leerling in het verhaal heeft gebruikt.
NIET: De leerling heeft 10 woorden van hoofdstuk 1 gebruikt.