H4 Met wie klikt het? Opdracht 4

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Met wie klikt het?

Opdracht 4 tekstbegrip bespreken

vr 1 Wat is het onderwerp van de tekst?

1. vriendschap
2. chemische processen
3. hersenactiviteiten
4. de magie van vriendschap

vr 2 De inleiding bestaat uit alinea

1. 1
2. 1 en 2
3. 1, 2 en 3
4. 2

Het slot bestaat uit alinea

1. 15, 16, 17 en 18
2. 16, 17 en 18
3. 17 en 18
4. 18

Deel 1 begint bij alinea

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Deel 2 begint bij alinea

1. 4
2. 5
3. 6
4. 7

Deel 3 begint bij alinea

1. 7
2. 8
3. 9
4. 10

Deel 4 begint bij alinea

1. 9
2. 10
3. 11
4. 12

Deel 5 begint bij alinea

1. 12
2. 13
3. 14
4. 15

Wie zichzelf altijd raar op foto's vindt staan, is al bekend met dat effect. (al 3)

Wat bedoelt de auteur hiermee? En waarom klopt deze uitspraak nu niet meer?

Alinea 4 en 5 bevatten tov alinea 3

1. argumenten
2. gevolgen
3. verklaringen
4. voorbeelden

vraag 13

Wat is volgens Carolyn en Lisa de reden om iemand als vriend te kiezen? (al6)

vraag 14 Welke situatie past het bsat bij de selffulfilling prophecy?

1. A
2. B
3. C
4. D

vr  15 Drie redenen om iemand als vriend te kiezen die erg op onszelf lijkt (al 12)

vr 16 Wat zijn de signaalwoorden voor de tweede en derde reden

vr 17 Citeer het tekstgedeelte

vr 18 wanneer is er meer sprake van I-sharing en leg uit

vr 19 De structuur van de tekst is

1. aspecten
2. verklaring
3. verleden/heden/toekomst
4. vraag/antwoord

vr 20 en 4 Welke tekstsoort?

1. uiteenzetting
2. beschouwing
3. betoog

vr 20 Is de tekst betrouwbaar?

1. A
2. B
3. C
4. D