BOL 1.1.6 Skills Th - Tiltechnieken en mobiliteit

Leerdoelen:
  • Je kunt de zorgvrager volgens het verpleegplan ondersteunen bij mobiliteit en daarbij ergonomisch verantwoord werken
  • Complicaties van bedrust voorkomen
  • Verplaatsen van een zorgvrager in en uit bed d.m.v. glijzeil, draaischijf, passieve en actieve tillift 
  • Tiltechnieken
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Leerdoelen:
  • Je kunt de zorgvrager volgens het verpleegplan ondersteunen bij mobiliteit en daarbij ergonomisch verantwoord werken
  • Complicaties van bedrust voorkomen
  • Verplaatsen van een zorgvrager in en uit bed d.m.v. glijzeil, draaischijf, passieve en actieve tillift 
  • Tiltechnieken

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Mobiliteitsklassen
A = Actief, kan de handelingen zelfstandig uitvoeren​
B = Actief, kan de handelingen niet meer helemaal zelfstandig uitvoeren. Eventueel hulpmiddelen of aanpassingen​
C = Kan de handeling niet zelfstandig uitvoeren. Kan een fysieke bijdrage leveren tijdens de transfer​
D = Zeer beperkt actief​ 
E = Volledig passief  

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Waar denk je aan als je zorgbehoeften moet inschatten?

Slide 3 - Mind map

  • Wat is het visueel vermogen van de zorgvrager?​
  • Hoe is het met zijn kracht, energie, balans en coördinatievermogen?​
  • Wat kan de zorgvrager nog zelf?​
  • Welke klachten beïnvloeden zijn mobiliteit?​
  • Welke houding is voor deze zorgvrager geschikt of voorgeschreven?​
  • Welke wensen en gewoonten heeft hij?​
  • Is de zorgvrager eerder gevallen; zijn er valrisico’s?​
  • Zijn er geschikte hulpmiddelen aanwezig voor zijn mobiliteitsprobleem?​
  • Welke voorlichting heeft de zorgvrager nodig over zijn mobiliteit en hulpmiddelen?
Zelfredzaamheid
  • Volledige, gedeeltelijke overname of begeleiding van zorgvrager
  • Zelfredzaamheid mobiliteit stimuleren
  • Zelfredzaamheid is belangrijk voor de zorgvrager, zorgverlener en samenleving
  • Mate van zelfredzaamheid noteren in verpleegplan

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Bij de zorg voor de mobiliteit zijn veel mensen betrokken:
  • Naasten​
  • Mantelzorgers
  • Huisarts, revalidatiearts of orthopedisch chirurg​
  • Fysiotherapeut, ergotherapeut, mensendiecktherapeut of cesartherapeut ​
  • Orthopedisch instrumentmaker




Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Uitgangspunten bij tillen en verplaatsen

  • Voorbereiding​
  • Uitvoering ​
  • Nazorg


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Welke hulp kan er geboden worden bij staan/lopen, zitten en liggen?

Slide 7 - Mind map

  • Goede schoenen, stroeve zolen​
  • Ondersteunen aan niet-aangedane kant​
  • Elleboog vasthouden​
  • Loophulpmiddelen gebruiken: wandelstok, elleboog-, triceps- of okselkruk, vierpootje, driewiel- of vierwielrollator, looprek of loopfiets
  • Passieve en actieve tillift
  • Draaischijf
  • ​Glijzeil
  • Prettige kleding​
  • Zithulpmiddelen: niet-rijdende en rijdende. Sommige zitmiddelen hebben een zitelement dat te kantelen is. Kussens, voetenbankje en armleuningen​
  • Zorg voor een goed matras, onderlaken en bovenlaken
Pas het hulpmiddel aan adhv de mobiliteitsklasse

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken van vallen
Persoonsgebonden factoren:​

  • verminderd reactievermogen​
  • verminderd evenwicht​
  • verminderde spierkracht​
  • verminderd zicht en gehoor​
  • beperkte lichamelijke mogelijkheden, verminderde lenigheid​
  • specifieke ziekten (zoals artrose, CVA, parkinson, orthostatische hypotensie)​
  • problemen met lopen​
  • cognitieve en psychische achteruitgang​
  • geneesmiddelengebruik (met name slaap- en kalmeringsmiddelen)​​
Omgevingsfactoren:​
  • Omgeving: onvoldoende (straat) verlichting, hoge drempels, losse kleedjes en voorwerpen.​
  • Hulpmiddelen: slecht onderhouden rollator, boodschappentas zonder wielen, slechte huishoudtrap, ongelijke bestrating buiten, schoenen met gladde zolen.












Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Welke mogelijke lichamelijke en sociale gevolgen heeft een val bij ouderen?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

timer
5:00
Welke risico’s kunnen optreden bij verminderde mobiliteit?

Slide 11 - Mind map

  • Trombose​
  • Obstipatie​
  • Longontsteking​ (pneumonie)
  • Contracturen (bijv. spitsvoeten) ​
  • Spieratrofie​
  • Osteoporose​
  • Smetplekken ​
  • Decubitus
 Til- en verplaatsingstechnieken
Valkuilen:
  • Haastig willen verplaatsen
  • Trekken en sjorren
  • De zorgvrager niet laten meewerken
  • Niet weten wat de zorgvrager wel en niet zelf kan
  • Reiken
  • Geen hulpmiddelen erbij pakken
  • Niet goed communiceren met collega’s bij verplaatsing




Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel extra licht heeft een 60-jarige nodig om hetzelfde te kunnen zien als een 40-jarige?
A
2x zoveel
B
5x zoveel
C
10x zoveel

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Het verzorgen van voeten maakt de kans op vallen kleiner
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Eeltknobbels, ingegroeide teennagels en standafwijkingen aan de voeten kunnen ervoor zorgen dat mensen anders gaan lopen. Problemen met de mobiliteit zijn dan vaak het gevolg en dit kan de kans op een val vergroten.
Als men ouder wordt, verliest men spierweefsel: is dit te voorkomen?
A
Ja, door veel eiwitten te eten
B
Ja, door te zorgen voor voldoende rust
C
Nee, je kunt het niet voorkomen, wel vertragen

Slide 15 - Quiz

Je kunt niet voorkomen dat bij ouderen de spiermassa afneemt. Het proces kan wel flink worden vertraagd door te blijven bewegen en door genoeg eiwitten te nemen. Eiwit zit vooral in melk(producten), vis, vlees en vleesvervangers.
Bewegen is belangrijk om de afname van de spiermassa bij ouderen flink te vertragen. Spierversterkende oefeningen zijn daarvoor essentieel. Hoe lang moet een spier worden geoefend om hem sterker te maken?
A
Een spier is na 1 oefensessie sterker
B
Een spier is na 20 oefensessies sterker
C
Een spier is na 40 oefensessies sterker
D
Een spier is na 60 oefensessies sterker.

Slide 16 - Quiz

Al na 1 sessie met spierversterkende oefeningen gaat het lijf aan de slag om een spier sterker te maken. Omdat de spier wordt belast worden er spiervezels aangemaakt. Het gaat in hele kleine stapjes, daarom merk je na 1x oefenen nog geen verschil. Maar vele kleine stapjes maken een grote stap en dus vooruitgang. Elke keer oefenen geeft dus resultaat!
Ook Vitamine D is belangrijk als het gaat over valpreventie. Het is belangrijk voor de groei en het behoud van stevige botten. Geeft zonlicht voldoende vitamine D?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Zonlicht geeft zelf geen vitamine D, maar helpt wel bij het aanmaken hiervan. Het lichaam maakt deze vitamine dus zelf aan, maar helaas niet genoeg. Daarom adviseert de Gezondheidsraad om vanaf 70 jaar dagelijks vitamine D te slikken.
Huiswerk 
Glijzeilen aanleggen en weghalen
Omhoog verplaatsingen
Tot zit komen op de rand van het bed en/of weer gaan liggen
  • https://goedgebruik.nl/filmpjes-van-alle-technieken/1-in-bed-bewegingen-binnen-de-grenzen-van-het-bed 

Van en naar bed/stoel zelfstandig of met kleine hulpmiddelen
Naar bed/stoel met een tillift
Goed achterin de stoel komen
Loopbegeleiding
  • https://goedgebruik.nl/filmpjes-van-alle-technieken/2-zit-zit-bewegingen-van-een-zittende-naar-een-zittende-houding

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Praktijkles
Oefenen met til- en verplaatstechnieken
(glijzeilen, draaischijf, actieve- en passieve tillift, rolstoel, rollator)

Voorbereiden dmv de huiswerkopdrachten

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

This item has no instructions