This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Speaking
Friday, December 1.
Slide 1 - Slide
What are we going to do?
lesson goals.
Looking back.
Practice words.
Grammar review.
Speaking.
Slide 2 - Slide
lesson goals.
Aan het einde van de les ken je een aantal nieuwe woorden.
Aan het einde van de les weet jij het verschil tussen There is/There are.
Aan het einde van de les heb je geoefend met giving directions door middel van een spel.
Slide 3 - Slide
LOOKING BACK
Je hebt je gamewereld ingeleverd!
Je hebt je woorden geleerd! (pages 82-85)
Slide 4 - Slide
Practice words
Slide 5 - Slide
shaped like
A
lijkt op
B
in de vorm van
C
in de shape van
Slide 6 - Quiz
ruimteschip
A
space ship
B
UFO
Slide 7 - Quiz
ground
A
bodem
B
grond
C
aarde
Slide 8 - Quiz
inside
A
binnen
B
buiten
Slide 9 - Quiz
covered in
A
standbeeld
B
fontein
C
bedekt met
Slide 10 - Quiz
planet
A
planeet
B
ruïne
C
buit
Slide 11 - Quiz
waterval
A
glas
B
waterfall
C
fontein
Slide 12 - Quiz
island
A
schat
B
eiland
C
muur
Slide 13 - Quiz
Grammar review
There is/ There are.
Practice grammar
Slide 14 - Slide
There is / There are
Je gebruikt There is / There are als je een plaats beschrijft.
There is: bij enkelvoud.
There are: bij meervoud.
Slide 15 - Slide
There is
There are
....... children playing
....... nothing left.
...... cars everywhere
............ just one correct answer.
...... so much to do.
Slide 16 - Drag question
There is, wanneer?
Slide 17 - Mind map
There are, wanneer?
Slide 18 - Mind map
Speaking
Locatie game:
Uitgeprinte location cards (1 set per groepje van 5 leerlingen).
Slide 19 - Slide
Je gaat in groepjes locaties aan elkaar omschrijven. Bij het omschrijven mag je bepaalde woorden niet gebruiken. De andere leerlingen raden de locatie.
Slide 20 - Slide
Example
Slide 21 - Slide
Location game
1. Maak groepjes van 3.
2. Elk groepje krijgt een set kaarten.
3. Leg de kaarten omgekeerd op tafel.
4. Een leerling kiest een kaart.
Slide 22 - Slide
5. Deze leerling omschrijft de gekozen kaart. Dit doet deze leerling zonder de woorden te gebruiken die op de kaart staan.
6. De rest van de groep gaat de locatie raden. Als 1 van het groepje de locatie heeft geraden krijgt deze de kaart en pakt een volgende kaart.
7. Dan omschrijft diegene de kaart en de rest probeert de kaart weer te raden. Degene die de meeste kaarten heeft heeft gewonnen.
8. Uiteraard in het Engels! Gebruik there is/there are.
Slide 23 - Slide
Ready?
Ga naar Itslearning - Agenda - Les van vandaag - Planner - Period 3 quizlets. maak van lesson 7 de test. Haal minimaal 80%. Kom dat dan laten zien aan mij.