1-4 Onderzoek

1-4 Onderzoek
Spoorboekje:
5 min - HW nabespreken
5 min - lesdoelen uitleggen
25 min - Uitleg: Onderzoek
45 min - Prac 4: Water koken en verslag in schrift
Huiswerk:
Kies je eigen route.
Oefentoets Digitaal maken (loopt de digitale methode vast dan de test jezelf op blz. 34 en 35 maken)

Wat heb je nodig? Pen, potlood geo. Schrift, leerboek, telefoon
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1-4 Onderzoek
Spoorboekje:
5 min - HW nabespreken
5 min - lesdoelen uitleggen
25 min - Uitleg: Onderzoek
45 min - Prac 4: Water koken en verslag in schrift
Huiswerk:
Kies je eigen route.
Oefentoets Digitaal maken (loopt de digitale methode vast dan de test jezelf op blz. 34 en 35 maken)

Wat heb je nodig? Pen, potlood geo. Schrift, leerboek, telefoon

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Lesdoel:
  • Ik kan een natuurkundig onderzoek doen
  • Ik kan een verslag van een onderzoek schrijven

Slide 19 - Slide

Doel van experimenten:
- Theorie beter begrijpen
- Leren werken met apparaten
- Een verschijnsel onderzoeken om te kijken of je verwachting klopt.

Slide 20 - Slide

Daarbij volg je de volgende stappen:
1 – Verken de situatie en stel een onderzoeksvraag op
2 – Bedenk een experiment en voer het uit
3 – Verwerk je resultaat en trek een conclusie.

Slide 21 - Slide

1 – Verken en stel onderzoeksvraag op
- Het begint altijd met het waarnemen van een verschijnsel (zien, horen, voelen, ruiken, proeven)
- Vervolgens stel je een onderzoeksvraag op. bv. Valt een zware bal sneller dan een lichte bal?’
- Je geeft ook een voorspelling – een verwachting van een uitkomst. Bv. Als je een zware en een lichte bal laat vallen dan is de zware bal eerder op de grond dan de lichte bal.
- Na de uitvoering van je onderzoek kijk je of je voorspelling klopt.

Slide 22 - Slide

2 – Je bedenkt een experiment en voert het uit
- Je bedenkt een experiment, welke grootheden je gaat meten en welke waarnemingen je doet. Dit heet een WERKPLAN. Dit beschrijft het experiment, de opstelling, werkwijze, welke instrumenten je nodig hebt en hoe je de resultaten gaat verwerken. Je moet ook de resultaten EERLIJK vergelijken.
Bv. Als je twee ballen van verschillend massa laat vallen zorg dan dat de grootte en de vorm van die ballen hetzelfde zijn.

Slide 23 - Slide

3 – Verwerk je resultaten en trek een conclusie
- Orden en verwerk je meetgegevens en op basis daarvan schrijf je een eindconclusie. DIt is een antwoord op de onderzoeksvraag waarmee je begonnen bent.

Slide 24 - Slide

Uitwerking met een tabel en diagram:
Om overzichtelijk te werken noteer je je metingen in een tabel en maak je daarbij een diagram (assenstelsel met meting). Een lijn door de meetpunten heet een grafiek.


Slide 25 - Slide

Bij een tabel let op:
- Grootheid met eenheid in de kop
- Rond af op dezelfde hoeveelheid 
   decimalen in een tabel.

Slide 26 - Slide

Bij een grafiek:
- Zet de grootheid en eenheid uit de kop van de tabel bij de assen
- Dat wat je verandert op de horizontale as en 
    dat wat je meet op de verticale as
- Geef de assen een regelmatige 
    schaalverdeling (stapgrootte)
- Stip je meetpunten aan
- Trek een lijn dat zo goed mogelijk 
    (en vloeiend) door alle meetpunten gaat.


Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Verslag:
Van een experiment kun je een verslag maken… dit is een schriftelijke uitwerking van het experiment. Hieronder staat wat erin moet zijn en wat voor punten je ervoor krijgt.

Slide 30 - Slide

Titel pagina
- Goed omschrijvende titel. 
- Namen en achternamen van iedereen die aan het verslag 
    hebben gewerkt en wat ze hebben gedaan.
- Naam van de docent.
- Datum dat het practicum gemaakt is (ook jaartal).
- Klas.

Slide 31 - Slide

Onderzoeksvraag
Ook wel genoemd inleiding. Leg uit welke vragen je met je onderzoek wilde beantwoorden.
Bij een echt onderzoek is een hypothese (voorspelling) nodig.
Een hypothese is een stelling wat jij denkt waar is, of wat jij verwacht dat het uitkomst zal zijn.

Slide 32 - Slide

Werkplan
  • Lijst met spullen die je hebt gebruikt
  • Tekening van je opstelling
  • Korte beschrijving van wat je hebt gedaan (in aan paragraaf, sla niks over)

Slide 33 - Slide

Onderzoeksresultaten
Vermeld wat je hebt waargenomen of gemeten. 
Doe dit in de vorm van:
  • tekst
  • tabellen
  • grafieken
  • foto's 
  • Laat hier je berekeningen zien

Slide 34 - Slide

Conclusie
Hierin staat het antwoord op de onderzoeksvraag

Slide 35 - Slide

Algemene opmerkingen
  • Moet er netjes uit zien 
  • Inhoud moet duidelijk en overzichtelijk zijn
  • Geen spelfouten
  • Digitaal (Als het voor een cijfer is)
  • Inleveren via magister ELO
  • Symbolen altijd cursief
  • Grafieken ook digitaal (als je dat kan)

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Klaswerk / huiswerk
AFSPRAKEN HUISWERK:
Kies één van 2 manieren van huiswerk maken:
- Digitale methode
- In je schrift
Je maakt je huiswerk altijd de avond van tevoren af. Als je het in je schrift maakt moet je ook een fotootje in lessonup inleveren.

Slide 38 - Slide

Plak hier fotootjes van je huiswerk

Slide 39 - Open question