Toets Ordening

Oefenen Ordening
1 / 35
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Oefenen Ordening

Slide 1 - Slide

Dieren kunnen zowel meercellig als eencellig zijn.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Bacteriën spelen een rol bij de productie van yoghurt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Schimmels voeden zich met dode resten van organismen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

In afbeelding geeft
P een bloem aan
A
Juist
B
Niet juist

Slide 5 - Quiz

Paddenstoelen behoren tot het rijk van de planten
A
Juist
B
Onjuist
C
Soms
D
Geen van beide

Slide 6 - Quiz

Bij de productie van antibiotica worden schimmels gebruikt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

De zeester in deze afbeelding
is tweezijdig symmetrisch
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Schimmels groeien vooral op droge plekken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Schimmels planten zich voort door celdeling
A
Juist
B
Onjuist
C
Soms

Slide 10 - Quiz

In deze afbeelding zie je 3
planten. Van deze planten kan
alleen de varen zich
voortplanten door sporen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Bladgroenkorrels kunnen als kenmerk gebruikt worden om organismen in te delen in vier groepen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Bij zaadplanten groeien de zaden in bloemen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

De stekelhuidigen hebben een inwendig skelet met een wervelkolom.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Een kokkel (zie plaatje)
hoort tot de weekdieren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Bij welke groep van het dierenrijk hebben de dieren een uitwendig skelet?
A
Geleedpotigen
B
Gewervelden
C
Neteldieren
D
Stekelhuidigen

Slide 16 - Quiz

In deze afbeelding zijn een volwassen langpootmug
en een emelt getekend. Een emelt is een larve van
een langpootmug. Emelten leven vooral in vochtig
grasland, twee tot drie centimeter onder de grond.
Tot welke groep van het dierenrijk behoort de emelt?
A
Tot de geleedpotigen
B
Tot de neteldieren
C
Tot de stekelhuidigen
D
Tot de weekdieren

Slide 17 - Quiz

Welk van deze dieren
heeft geen
skelet?
A
kwal
B
krab
C
walvis
D
zeepaardje

Slide 18 - Quiz

Tot welke groep van het
dierenrijk behoort dit dier?
A
Tot de neteldieren
B
Tot de stekelhuidigen
C
Tot de weekdieren

Slide 19 - Quiz

Welk type skelet
heeft dit dier?
A
Een inwendig skelet
B
Een uitwendig skelet
C
Het dier heeft geen skelet

Slide 20 - Quiz

Welk rijtje bevat alleen maar diersoorten die tot verschillende groepen moeten worden gerekend?
A
Kwal - inktvis - krab - spin
B
Inktvis - vingerspons - meikever - vlieg
C
Naaktslak - zeester - zee-egel - duizendpoot
D
Zeekomkommer - zeeanemoon - haai - mossel

Slide 21 - Quiz

Wat is de meest volledige definitie van een soort?
A
Een groep organismen die zich onderling kan voortplanten
B
Een groep organismen die te verdelen is in een aantal kleinere groepen
C
Een groep organismen die voor vruchtbare nakomelingen kan zorgen
D
Een groep organismen die een grote gelijkenis vertonen

Slide 22 - Quiz

Door welke
organismen ontstaat
zwemmerseczeem?
A
Door bacteriën
B
Door schimmels
C
Door wormen

Slide 23 - Quiz

Bij een bepaald rijk hebben de organismen de volgende kenmerken:
- Om de cellen zitten celwanden
- In elke cel zit een kern
- In de cellen komen geen bladgroenkorrels voor

Bij welk rijk hebben de organismen deze kenmerken?
A
Het rijk van de bacteriën
B
Het rijk van de dieren
C
Het rijk van de planten
D
Het rijk van de schimmels

Slide 24 - Quiz

Welke organen zijn er niet bij sporenplanten?
A
Bladeren
B
Bloemen
C
Stengels
D
Wortels

Slide 25 - Quiz

Hieronder staan twee beweringen van leerlingen.
Ties: "De vogels zijn een groep van de gewervelden."
Anne: "Alle vogels behoren tot dezelfde soort."

Wie doet of wie doen een juiste bewering?
A
Geen van beiden
B
Alleen Ties
C
Alleen Anne
D
Zowel Ties als Anne

Slide 26 - Quiz

Bij welke groep planten vindt de voortplanting plaats door middel van sporen die ontstaan in hoopjes aan de onderkant van de bladeren?
A
Bij de bomen
B
Bij de grassen
C
Bij de mossen
D
Bij de varens

Slide 27 - Quiz

Op rottend fruit tref je vaak witte, pluizige draden aan. Deze draden zijn organismen.

Welke celkenmerken hebben deze organismen?

Slide 28 - Open question

In deze afbeelding zie je twee katten van verschillende rassen.

Kunnen een Europese korthaar en
een Egyptische Mau samen
nakomelingen krijgen?
Leg je antwoord uit.

Slide 29 - Open question

Curaçao is een eiland in het Caribische gebied. Er komen veel bijzondere soorten planten en dieren voor. Koraalriffen en zeeanemonen vind je in de wateren rond het eiland Curaçao. Tot welke groep horen zowel de organismen die het koraalrif opbouwen als de zeeanemonen?

Slide 30 - Open question

Curaçao is een eiland in het Caribische gebied. Er komen veel bijzondere soorten planten en dieren voor. In de zee rond Curaçao leven algen, die bij de planten worden gerekend. Welk kenmerk van de cellen van algen wordt gebruikt om ze tot de planten te rekenen?

Slide 31 - Open question

Tot welke groep van het plantenrijk
behoort de Ereprijs?

Slide 32 - Open question

Dit is een Curaçaose zweepslang.

Leg uit dat een zweepslang 's morgens
eerst een tijd moet opwarmen,
voordat hij actief kan worden.

Slide 33 - Open question

Bij welke groep van de geleedpotigen bestaat het hele lichaam uit segmenten?
A
Bij de insecten
B
Bij de kreeftachtigen
C
Bij de spinachtigen
D
Bij de veelpotigen

Slide 34 - Quiz

Hier zie je een gevleugelde werkmier.
Werkmieren hebben gewoonlijk geen vleugels,
maar in de zomer ontwikkelen zich in hun nest gevleugelde mieren
Deze verlaten met duizenden tegelijk het
nest en vliegen de wijde wereld in.

Aan welk deel van het lichaam zijn de vleugels van
een vliegende werkmier bevestigd?
A
Aan de kop
B
Aan het borststuk
C
Aan het achterlijf

Slide 35 - Quiz