Kies 1: Thema 6 Geld- les 1- omgaan met geld

• Burgerschap
• burgerschaponderwijs
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2-4

Thema 6 - Geld

Wat zou je doen met .......

Startopdracht 

Bekijk de afbeelding op blz. 165 in je boek.

Welke dingen op de afbeelding hebben met geld te maken? 

Noem 5 dingen op.

Omgaan met geld

- Veel dingen die je wilt doen of hebben kosten geld

- Geld is niet voor iedereen even belangrijk

• 
  

Hoe belangrijk is geld voor jou?

Waaraan geef jij het liefst je geld uit?

Omgaan met geld 

Boek blz 167

a. Kruis aan of jij het eens of oneens bent met de stellingen. 

d. Vul in:

Wat vond jij de belangrijkste opmerking tijdens het klassengesprek? 

Als ik geld nodig heb ga ik (meer) werken.

Als ik geld te kort kom leen ik wat van familie of vrienden.

Geld maakt gelukkig.

Ik kom elke maand geld tekort.

Mensen die arm zijn kunnen daar niks aan doen.

Als ik geld overhoud geef ik dat aan mensen die geld tekort komen.

Ik weet heel goed waar ik al mijn geld aan uitgeef.

Omgaan met Geld

Inkomsten = geld dat je krijgt.

Uitgaven = geld dat je uitgeeft.

Budgetplan = een overzicht van je inkomsten en uitgaven.
In een budgetplan kun je zien of je geld overhoudt of geld tekortkomt.

Maak

Opdracht 2 op blz. 168

Maak een budgetplan 

Uitwisselen: 

Wie heeft de beste tip? 

Bekijk de volgende video over sparen en (uit)lenen

Omgaan met geld

Sparen: Geld apart zetten voor later

Waarom is het handig om te sparen?

Lees de tekst op blz. 170

• Maak: opdracht 3

Maken 

Opdracht 3: Je rijbewijs halen a, b, c, d, E.

Les 2 Lenen en schuld
opdracht 1: t/m G

Opdracht 2
a t/m f

Maken tot de blz met het vierkant 

 

Thema 6.1 - Omgaan met geld