This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Ga naar www.lessonup.app
+
open het boekje 'Samen op Thamen' op de laptop.
Welkom!
Voordat de les is begonnen, heb jij al:
Slide 1 - Slide
LESDOELEN
Kan jij uitleggen wat het woordje normaal betekent.
Slide 2 - Slide
Normen en waarden
Wat zijn normen en waarden?
Waarom is het van belang dat de normen en waarden in de groep bespreekbaar worden gemaakt?
Slide 3 - Slide
Normen en Waarden
De omgeving waarin jij je bevindt, wordt gevormd door normen en waarden.
Maar wat zijn Normen en Waarden?
Slide 4 - Slide
Voorbeelden
Gewoonte:Waarden:Normen:
Tradities
Respect - Elkaar laten uitpraten
- Oudere mensen ( 'u' )
- Je pest niet
Vriendschap - Feliciteren jarige
- Er voor elkaar zijn (als dat nodig is)
Vrijheid van menings- - Je mag je mening over
uiting iemand vertellen, ook
als het gaat over iemand met gezag en/of aanzien
Slide 5 - Slide
Normen en waarden
- Belangrijkste normen en waarden in een gezin
- Moment met de klas, eigen normen en waarden bespreken
Slide 6 - Slide
Normen en Waarden
Slide 7 - Slide
Welke waarden vind jij belangrijk?
Slide 8 - Mind map
Werkveld
Rekening houden met normen en waarden.
Je werkt met meerdere normen en waarden samen.
Iedereen heeft andere normen en waarden.
Slide 9 - Slide
WIE BEN IK? --> IDENTITEIT
Identiteit = iets dat uniek is aan iemand
Het is niet makkelijk om je identiteit te omschrijven
Erfelijke identiteit en sociaal/cultuur identiteit
Slide 10 - Slide
Je identiteit is:
A
Je beroep.
B
Je persoonlijkheid.
C
Wat jou uniek maakt.
Slide 11 - Quiz
Groepen
Iedere persoon hoort bij verschillende groepen:
Familie
Vader, moeder, zoon, dochter, zus, broer...
Werk
Medewerker, leidinggevende, collega, manager...
School
Student, docent, mentor, klasgenoot...
Groep: Mensen die bij elkaar horen,
die een verbindende factor hebben.
Rol: Binnen iedere groep heeft elke deelnemer een rol.
Ieder mens hoort bij verschillende groepen, en heeft daarin verschillende rollen.
Slide 12 - Slide
De norm of standaard is een een maat waarvan een groep mensen met elkaar heeft afgesproken dat ze hem zullen hanteren. De norm is een gemiddelde. De norm wordt vaak gewaardeerd als hetgene dat goed is.
Slide 13 - Slide
LESDOELEN
Na de les, kan jij:
Slide 14 - Slide
Aan de slag!
timer
10:00
Wat?
Hoe?
Wie?
Hulp?
Tijd?
Klaar?
Slide 15 - Slide
Er zijn talloze ongeschreven gedragsregeltjes, waar we ons in het dagelijks leven netjes volgens de norm naar gedragen.
Vaak gebeurt dat vrijwel vanzelf, zonder er over na te denken, zó zit het in ons systeem verankerd.
Slide 16 - Slide
Normaal=
zoals het vaakst voorkomt, zoals de meeste mensen doen
wat veel voorkomt of gebruikt wordt
normaal
Volgens de norm; overeenkomstig hetgeen mag worden verwacht.
Slide 17 - Slide
Huiswerk: 15 NOVEMBER
Gebeurtenis 3 is helemaal uitgeschreven.
Meenemen: je neemt dingen mee om te maken.
Slide 18 - Slide
Jongeren
paragraaf 2.3 wat is normaal?
Slide 19 - Slide
Normen en waarden verschillen
Normen en waarden botsen regelmatig. Tolerantie betekent dat je mensen met andere normen en waarden accepteert.
Soms zijn verschillen te groot, dan vind je gedrag van anderen asociaal. Je hoeft niet alles te tolereren.
Slide 20 - Slide
Normaliteit
"Norm": een gedragsregel
Welk gedrag wij normaal achten
Slide 21 - Slide
Normen en waarden verschillen:
Tolerantie: accepteren dat sommige mensen andere waarden en normen hebben dan jij en zich daardoor anders gedragen.
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Video
Wat hoort bij de groep gabbers?!
Slide 24 - Mind map
Het gevoel dat je je móet aanpassen aan de gewoonten van de groep.
A
Groepsdruk
B
Puberteit
C
Generatieconflict
D
Pestgedrag
Slide 25 - Quiz
Het accepteren dat sommige mensen andere waarden en normen hebben dan jijzelf is ?